Ga met verdachte plekjes naar de huisarts
De Gezondheidsraad adviseert om geen landelijk bevolkingsonderzoek naar huidkanker in te stellen, maar vooral in te zetten op voorlichting en gedragsverandering. Er is namelijk geen wetenschappelijk bewijs dat een dergelijk bevolkingsonderzoek zinvol is. Dat schrijft de raad aan de minister van VWS.
Omdat huidkanker veel voorkomt heeft de staatssecretaris van VWS de Gezondheidsraad gevraagd of een bevolkingsonderzoek naar huidkanker noodig zou kunnen zijn. Voorwaarde voor het instellen van zo'n bevolkingsonderzoek is dat het nut ervan vaststaat en dat de voordelen opwegen tegen de nadelen. Dat is bij huidkanker niet het geval, constateert de raad. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat een dergelijk programma zinvol is. De toegevoegde waarde van een bevolkingsonderzoek is naar verwachting klein, omdat veel gevallen al in een vroeg stadium worden opgespoord en er weinig mensen aan overlijden.
Met verdacht plekje naar de huisarts
De zorg voor mensen met een verdacht plekje op hun huid start meestal bij de huisarts. Die maakt een risico-afweging en behandelt de plek zelf of verwijst door naar de dermatoloog. Mensen bij wie de verdenking bestaat op een familiaire of erfelijke aanleg voor melanomen krijgen een periodiek onderzoek van de huid en genetische diagnostiek aangeboden. Met de huidige opsporing en behandeling van verdachte plekjes is de overlevingskans van huidkanker hoog.
Risicofactoren huidkanker
Overmatige blootstelling aan zonlicht en zonverbranding in combinatie met een lichte huid vormen de belangrijkste risicofactoren voor huidkanker. Gedrag kan het risico dan ook aanzienlijk verkleinen (niet langdurig in de zon, huid bedekken, smeren met hoge beschermingsfactor). De Stuurgroep Huidkankerzorg Nederland en het RIVM werken aan intensievere voorlichting. De Gezondheidsraad onderschrijft het belang van gedragsverandering en voorlichting. Mogelijk kunnen in de toekomst apps voor verdachte huidafwijkingen een rol spelen in de opsporing van huidkanker. Dit vraagt echter nog meer ontwikkeling en onderzoek.
- Gezondheidsraad