Een seniorenregeling waaraan sommige parttimers niet kunnen deelnemen is geen onderscheid op grond van arbeidsduur. Dit blijkt uit een uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens.
Voor personeel in het openbaar vervoer is er een seniorenregeling waarin zestig-plussers tegen inlevering van salaris en ATV-dagen minder kunnen gaan werken en daardoor een vierdaagse werkweek krijgen. Een werknemer wilde aan deze regeling meedoen. Hij werkt twintig uur per week, verdeeld over vijf dagen. Om gezondheidsredenen mag hij niet meer dan vier uur per dag werken. De werkgever besloot dat hij niet kon deelnemen aan de regeling. De man vond dat discriminatie op grond van arbeidsduur.
CAO
Bij het College voor de Rechten van de Mens kreeg hij geen gelijk. In de CAO staat dat de ouderenregeling naar evenredigheid van toepassing is voor parttimers. Als de man zou deelnemen aan de regeling zou hij 17,8 uur per week gaan werken. Het is niet mogelijk om dat over vier dagen te verdelen, omdat hij maximaal vier uur per dag mag werken. Het OV-bedrijf mag de man daarom deelname aan de regeling weigeren.
Bron: mensenrechten
