Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft onderzoek gedaan naar zzp’ers die minder dan twaalf uur per week werken. Hun aantal neemt toe, en dan vooral in de leeftijdscategorie 55-plus.
Tussen 2004 en 2015 is het aantal kleine zzp’ers (met een werkweek van minder dan twaalf uur) flink toegenomen: van 76 duizend naar 112 duizend. In 2004 was 46 procent van deze groep 55-plus, in 2015 is dat 60 procent. Van deze 60 procent heeft maar liefst de helft de pensioengerechtigde leeftijd al bereikt.
Leuke bijverdienste
De meeste kleine zzp’ers zijn blij met hun mini-onderneming, vertelt hoofdecononoom Peter Hein van Mulligen van het CBS aan de Volkskrant. Deze mensen komen vooral uit de groep vutters en gepensioneerden en zij zien hun zzp-activiteiten vooral als een leuke bijverdienste.
Passend in algemeen beeld
Volgens arbeidseconoom Ronald Dekker van de Universiteit Tilburg past het groeiende aandeel ouderen onder zzp’ers in het algemene beeld van de kleine zelfstandigen. Het is bekend dat oudere werklozen meer moeite hebben met het vinden van een vaste baan en daarom nogal eens voor het zzp-schap kiezen. ‘Tegelijkertijd is het voor velen een mooie manier om in deeltijd richting pensioen te gaan, of daarna nog deels door te werken.’
Geld niet het belangrijkste
Overigens is er een grote groep zzp’ers die zichzelf niet als werkende beschouwt, zegt Dekker. Een kwart van de kleine zelfstandigen ziet zichzelf eerder als gepensioneerde dan als zzp’er en nog eens 17 procent ziet zichzelf niet als zzp’er maar als huisvrouw of -man. ‘Betaald werk is voor hen niet het belangrijkste. Een uurtje werken is leuk, bijvoorbeeld voor de sociale contacten.'
Eerste onderzoek
CBS onderzocht de groep kleine zzp’ers nog niet eerder - tot 2015 werden banen van minder dan twaalf uur niet meegenomen in de arbeidsmarktstatistieken. In relatie tot de hele zzp-populatie is het aantal kleine ondernemers stabiel: 12 tot 13 procent. Echter, omdat de groep zzp’ers groeit, neemt ook het aantal kleine zzp’ers toe.
- Volkskrant
- CBS