Zzp'ers die tussen augustus 2004 en juni 2008 een kind kregen, hebben alsnog recht op een uitkering voor de periode rond de bevalling. Dat hoeft niet per se volgens de regels van voor augustus 2004 of de regels na juni 2008. Van belang is dat er recht wordt gedaan aan het VN-Vrouwenverdrag.
Zo luidt het oordeel van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in een uitspraak van 27 juli. De CRvB is de hoogste rechter op dit gebied. Het draait in deze zaak om drie vrouwelijke zelfstandigen die in 2005 zijn bevallen. Zij kregen geen zwangerschaps- en bevallingsuitkering omdat deze uitkering voor zzp'ers niet bestond tussen 1 augustus 2004 en 4 juni 2008. De vrouwen hebben zonder succes tot aan de Hoge Raad geprocedeerd en hebben daarna een klacht ingediend bij het Comité dat toeziet op de uitvoering van het VN-Vrouwenverdrag. Dit Comité gaf de vrouwen gelijk, maar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid weigerde compensatie te bieden.
Enig inkomen
De vrouwen vroegen vervolgens een uitkering aan. Het Uwv wees deze af en daarna volgde de huidige procedure. De Centrale Raad van Beroep heeft nu geoordeeld dat gezien het VN-Vrouwenverdrag iedere vrouw die arbeid verricht recht heeft op enige vorm van bevallingsverlof met behoud van een zeker inkomen. Nederland heeft zich niet aan die verplichting gehouden bij de afschaffing in 2004 van de regeling voor zwangere zelfstandigen. Er kwam namelijk geen andere vorm van vergoeding vor in de plaats. Door de weigering van het Uwv hebben de vrouwen geen enkel recht op bevallingsverlof met behoud van inkomen. Daarom is het besluit van het Uwv in strijd met het recht.
Naar een schatting van het proefprocessenfonds Clara Wichmann zijn er zo'n 17.000 vrouwen die in de genoemde periode een kind hebben gekregen. Zij kunnen in de toekomst alsnog een uitkering aanvragen.
Bron: www.rechtspraak.nl
