Wie het ene jaar veel meer inkomen heeft dan het andere, bijvoorbeeld door pensionering, betaalt daardoor mogelijk te veel belasting. ‘Middeling’ van het inkomen kan teruggaaf opleveren.
Veel mensen gaan er financieel op achteruit als ze de AOW-leeftijd bereiken. Bijvoorbeeld omdat ze geen of een laag aanvullend pensioen hebben, omdat ze vóór het bereiken van de AOW-leeftijd minder zijn gaan werken, of al helemaal zijn gestopt. Soms is er dan wel een prepensioen of een vut-uitkering, maar soms ook niets.
Als het bruto-inkomen in drie aaneengesloten jaren flink heeft geschommeld, kan het lonen om te ‘middelen’. U krijgt dan mogelijk belastinggeld terug. Dit geldt overigens niet alleen voor mensen die met pensioen gaan, maar voor iedereen van wie het inkomen sterk schommelt.
Middeling kunt u met terugwerkende kracht aanvragen. U moet uw verzoek om middeling in principe doen binnen 36 maanden nadat alle aanslagen van de jaren die u wilt middelen onherroepelijk vaststaan. Een voorbeeld: stel dat u het inkomen over 2019, 2020 en 2021 wilt middelen, en de aanslag van 2020 is (als laatste) definitief vastgesteld in november 2021, dan moet u de middeling aanvragen voor november 2024. Twijfelt u of u nog mag middelen? Neem dan contact op met de Belastingtelefoon: T 0800-0543 (gratis).
Geen gepuzzel
Globaal werkt middeling als volgt. Tel de bruto-inkomens van drie aaneengesloten jaren bij elkaar op. Deel het totaal door drie. U hebt nu het gemiddelde inkomen uitgerekend. Met de uitkomst van de deelsom gaat u verder rekenen. U berekent eerst wat u over die uitkomst in de drie verschillende jaren aan belasting zou hebben betaald als u dat gemiddelde bedrag per jaar had ontvangen. Het uitrekenen lijkt een hele puzzel, maar sommige websites
maken het u makkelijk. Op www.berekenhet.nl vindt u onder het kopje Werk & Inkomen een handige module voor middeling. Vervolgens vergelijkt u dit met wat u in werkelijkheid aan inkomstenbelasting hebt betaald. Is dit meer dan het drempelbedrag van €545? Dan kunt u het meerdere terugvragen. Als u in één van de drie jaren die u wilt middelen de AOW-leeftijd bereikte, moet u de berekening iets anders maken. De berekening valt dan namelijk ongunstig voor u uit, omdat u vanaf de AOW-datum minder belasting gaat betalen. U mag in dat geval doen alsof u in alle drie de jaren nog níet de AOW-leeftijd bereikte. Vallen alle drie de jaren ná het jaar waarin u voor het eerst AOW kreeg? Dan houdt u de belastingtarieven voor AOW’ers aan.
Rekenvoorbeeld
Jan verdiende in 2019 €50.000 bruto. In 2020 kelderde zijn inkomen naar €5000 omdat hij eerder stopte met werken en lang op reis ging. In 2021 steeg zijn inkomen weer omdat hij AOW en aanvullend pensioen kreeg. Jan betaalde in totaal zo'n €27.000 belasting over zijn inkomsten in deze drie jaren. Hij rekent uit wat middeling hem oplevert. Zijn inkomen was in 2019, 2020 en 2021 gemiddeld zo'n €24.000 per jaar. Had hij dat bedrag per jaar ontvangen, dan zou hij daarover in totaal minder belasting hebben betaald. Jan mag deze ‘herrekende’ belasting aftrekken van de belasting die hij in werkelijkheid heeft betaald. Daarvan trekt hij dan weer de drempel van €545 af.
Zelf aanvragen, dan geld terug
Kunt u dankzij middeling geld terugkrijgen? U vraagt de teruggave aan door een brief te sturen naar uw belastingkantoor (zie voorbeeld). Op www.belastingdienst.nl kunt u zien onder welk belastingkantoor u valt, of vraag het aan de Belastingtelefoon: T 0800-0543.