Een inboedelverzekering dekt schade die is veroorzaakt door plotseling en onverwachts onheil van buitenaf. Kan de verzekerde bij een schade dat niet aantonen, dan hoeft de inboedelverzekering de schade niet te vergoeden.
Dat blijkt uit een bindende uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid. Een verzekerde hoort midden in de nacht een harde knal. In de badkamer blijkt de douchecabine gesprongen. Een dag later meldt de verzekerde de schade bij zijn inboedelverzekering, maar deze weigert te betalen. De verzekerde is het dar niet mee eens. De douchecabine valt onder de inboedelverzekering en volgens hem moet de dekking ook gelden als de inboedel van slechte kwaliteit is. Bovendien is de cabine niet oud en twee jaar daarvoor nog vernieuwd door een aannemer. Ook hebben twee herstelbedrijven gezegd dat de oorzaak van de schade ook storm of onweer zou kunnen zijn.
Spontaan gesprongen
Bij de Geschillencommissie krijgt de verzekerde geen gelijk. Volgens de Commissie biedt een inboedelverzekering dekking wanneer de schade is veroorzaakt door een plotseling en onverwachte gebeurtenis van buitenaf. In dit geval is volgens de verzekering het glas van de cabine spontaan gesprongen. Er is dus geen gebeurtenis van buiten aan te wijzen als oorzaak.
In zo'n geval moet de verzekerde aantonen dat er toch een gebeurtenis van buiten is geweest.
Naar mening van de Geschillencommissie is de verzekerde daarin niet geslaagd. Op het schadeformulier en bij het indienen van de klacht heeft hij het zelf ook over een spontaan gesprongen douchecabine. Zijn stelling dat storm of onweer de schade veroorzaakt zou kunnen hebben, heeft hij niet onderbouwd. De verzekerde heeft niet aangetoond dat er die nacht storm of onweer was. Ook heeft hij niet uitgelegd hoe zulk noodweer de schade kan veroorzaken.
De Commissie concludeert dat er geen plotselinge en onverwachte gebeurtenis is geweest en daarom heeft de verzekering de dekking terecht geweigerd.
