Getty Images
Een heerlijk dessert of perfect bij de koffie. Met een traditionele Zeeuwse bolus kun je nooit de fout in gaan. Heerlijk zoet en lekker plakkerig met de kruidige smaak van kaneel. Niet alleen in Zeeland maar ook thuis is dit altijd een goede optie.
Dit heb je nodig:
Voor het deeg
- 400 g (brood)bloem
- 8 g zout
- 7 g gedroogde gist
- 240 ml melk, op kamertempratuur
- 60 g boter, op kamertempratuur
- 1 ei, op kamertempratuur
- 15 g kristalsuiker
Verder:
- 125 g kristalsuiker
- 125 g witte basterdsuiker
- 125 g lichtbruine basterdsuiker
- 125 g donkere basterdsuiker
- Rasp van 1 citroen
- 1 el kaneelpoeder
Zo ga je te werk:
- Meng alle ingrediënten voor het deeg en kneed het geheel minimaal tien minuten tot een soepel en elastisch deeg. Het beste is om een mixer met deeghaken te gebruiken.
- Leg het deeg in een licht ingevette kom. Laat het hierin minimaal een uur rijzen op een warme plek.
- Kneed het geheel kort door en verdeel het in gelijke bolletjes van 65 g.
- Laat de bolletjes vijf minuten rusten.
- Meng ondertussen de overige ingrediënten. Verdeel dit over een grote bakplaat.
- Rol de deegbolletjes echt lekker door het suikermengsel. Rol ze hierin ook uit tot strengen van ongeveer 40 cm lang.
- Rol de strengen tot een bolus en stop de uiteinden onder in.
- Leg de deegrollen op een bakplaat bekleed met bakpapier en strooi er eventueel nog wat suiker over.
- Bedek de bolussen met een schone theedoek en laat ze een uur rijzen op een warme plek.
- Verwarm de oven zo heet mogelijk: op 250 graden.
- Zet alvast een tweede bakplaat klaar, bedek deze ook met bakpapier.
- Bak de bolussen in zeven tot negen minuten gaar.
- Haal ze uit de oven en draai de bakplaat gelijk om, boven de andere bakplaat. Laat de bolussen zo afkoelen.
- Serveer de bolussen het liefst vers. Als je de bolussen lekker klef wil houden bewaar ze dan in een plastic zak.
