Luchtvaartmaatschappijen sjoemelen met vermelde vluchttijden om vertraging en schadeclaims te voorkomen. Dit blijkt uit onderzoek van de Britse consumentenorganisatie Which.
De organisatie nam voor dit onderzoek 125 vluchten onder de loep en vergeleek deze met dezelfde vlucht tien jaar geleden. Ruim 60 procent daarvan duurt langer dan in 2008, variërend van enkele minuten tot dik een half uur.
Dit komt door het zogenaamde ‘padding’, een fenomeen waarbij luchtvaartmaatschappijen een eventuele vertraging incalculeren bij de vluchttijd. Hierdoor arriveren vluchten vaker op tijd – in de luchtvaart betekent dit maximaal 15 minuten na de geplande aankomsttijd – met als resultaat een hoger punctualiteitscijfer en dus een beter imago.
Bijkomend voordeel voor luchtvaartmaatschappijen is de verminderde kans op schadeclaims. Reizigers hebben namelijk recht op schadevergoeding als zij minimaal 2 uur aankomstvertraging oplopen. Deze vergoeding kan tot 600 euro bedragen. Het incalculeren van vertragingen verkleint de kans op dit soort claims.
‘Druk luchtruim’
Luchtvaartmaatschappijen zelf geven andere verklaringen voor de langere vluchtduur. Volgens British Airways is het Europese luchtruim bijvoorbeeld te druk, en wordt langzamer gevlogen om brandstof te besparen. Ook doen vliegtuigen er langer over om van en naar de startbanen te taxiën, omdat luchthavens de afgelopen jaren fors gegroeid zijn. Andere maatschappijen geven bijvoorbeeld aan bepaalde gebieden te vermijden die als onveilig worden gezien.
Geen afdoende verklaring
Deskundigen van Which vinden deze verklaringen niet afdoende: in sommige gevallen duren vluchten volgens de luchtvaartmaatschappij nu 35 minuten langer dan in 2008. Onder de hier genoemde factoren is dat vrijwel onmogelijk. Toch kunnen de luchtvaartmaatschappijen zich ‘padding’ veroorloven: reizigers kijken in de eerste plaats naar de prijs van een vliegticket, niet naar de vluchtduur. Bovendien kosten schadeclaims een luchtvaartmaatschappij veel meer dan elke vlucht – op papier - met een minuut te verlengen.
Bronnen: Radar & Volkskrant
