Leegstaande woning beperkt verzekerd

Getty Images

Een woonhuisverzekering geeft een leegstaande woning slechts een beperkte dekking. Een tussenpersoon moet de eigenaren hierover informeren, maar dat wil niet zeggen dat deze tussenpersoon aansprakelijk is voor diefstalschade.

Dit blijkt uit een bindende uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid. De moeder van een consument heeft via een tussenpersoon een inboedel-, woonhuis- en aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Eind 2019 heeft de consument de tussenpersoon gemeld dat haar moeder was opgenomen in een verzorgingshuis en dat de woning niet meer werd bewoond. De tussenpersoon heeft de inboedelverzekering beëindigd. Een jaar later is de moeder overleden en wordt de aansprakelijkheidsverzekering stopgezet.De consument heeft als erfgenaam de woonhuisverzekering voortgezet.

Ruim twee jaar later wordt er in de woning ingebroken. De dieven gaan er met vijftien tot twintig meter koperen waterleiding vandoor. Bij de aangifte verklaart de consument dat de woning leeg is en te koop staat. Een schade-expert schat de kosten van herstel op ruim twaalfduizend euro. De verzekeraar weigert de schade te vergoeden. Bovendien wijzigt het de dekking vanwege de leegstand. Alleen schade door brand en storm zijn voortaan verzekerd.

De erfgenamen klagen dat zij niet zijn geïnformeerd dat inbraakschade niet gedekt is. Hadden ze dat wel geweten, dan hadden ze passende maatregelen genomen. Zij eisen daarom een vergoeding van negentienduizend euro. Zij hebben namelijk door de diefstalschade de woning voor minder geld moeten verkopen.

Tekortgeschoten

De Geschillencommissie vindt dat de tussenpersoon de verzekerden had moeten informeren dat de dekking bij leegstand beperkt zou zijn. Ook had hij de verzekeraar moeten inlichten, zodat de leegstandsclausule op het polisblad zou komen. In dit geval heeft de tussenpersoon dat niet gedaan. Hij is dus tekortgeschoten in zijn zorgplicht.

De volgende vraag is tot welke schade deze fouten hebben geleid. De verzekerden praten over passende maatregelen. De Geschillencommissie vraagt zich af of de consumenten dat echt zouden hebben gedaan. En zo ja, welke maatregelen? En had dat de inbraak voorkomen? En heeft de inbraakschade tot de lagere verkoopwaarde geleid? Vanwege die onzekerheid is de tussenpersoon niet aansprakelijk voor de schade.

Auteur