Kunst van Gerrit Rietveld

In het spoor van Gerrit Rietveld

Getty Images

Hij was meubelmaker, grafisch ontwerper én architect, de veelzijdige Gerrit Rietveld. Vijftig jaar geleden overleed hij, maar zijn ontwerpen spelen nog altijd hun spel van strakke lijnen en primaire kleuren.

Het Rietveld Schröderhuis

Ideaal wordt werkelijkheid

Wanneer ik door Nagele wandel, valt me meteen op hoe ruimtelijk dit dorp in de Noordoostpolder is opgezet. Bij het ontwerp zijn de architecten dan ook uitgaan van de functies en behoeftes in de samenleving. Weidse grasvelden wisselen de hofjes af waaraan de woonblokken met hun platte daken staan.

Als ik Jantje Oldenbeuving vraag hoe het is om hier te wonen, noemt ze in eerste instantie de praktische zaken. “We hadden dus geen zolder. Dat betekent dat we geen ruimte hadden om veel spullen te verzamelen.” Maar toen Jantje veertig jaar geleden vanuit het noordoosten van Groningen naar Nagele verhuisde, bleek er ook een ander aspect aan het bijzondere ontwerp van het dorp te zitten. “Je hebt hier de vrijheid om een individu te zijn, je wordt niet zo in de gaten gehouden. De acceptatie is groter dan op het oude land.”

Gerrit Rietveld zou bij haar woorden waarschijnlijk tevreden hebben geglimlacht. De plattegrond van Nagele is gebaseerd op zijn eerste schetsen, te

Getty Images
zien in het plaatselijk museum. Zijn uitgangspunt was ‘het dorp als spiritueel samenlevingsverband’. Samen met de architecten van de collectieven De Acht en De Opbouw, waartoe onder anderen ook zijn zoon Jan Rietveld, Aldo van Eyck en tuinarchitecte Mien Ruys behoorden, mocht Rietveld vanaf 1947 een heel nieuw dorp ontwerpen. Licht, ruimte en leefbaarheid waren daarbij de uitgangspunten.

“Hierbij een schets voor Nagele, een poging om een dorp te maken uit één stuk.” In de toelichting die bij een van de tekeningen staat gekrabbeld, zet Rietveld zijn ideeën uiteen. “Het toevallige element vervalt hier.” Nagele is ontstaan op de tekentafel, vanuit de idealen van mensen met een optimistische visie. Zonder kunstmatig te zijn, is het dorp in feite één groot kunstwerk. De hand van Gerrit Rietveld is vooral zichtbaar in de opzet van dat kunstwerk zelf. Rechte lijnen, rechthoekige vlakken, een spel van licht en ruimte. Het is er vast prettig wonen.

De Ploeg in Bergeijk

De plooibare woning

Hier wil ik wonen! Wanneer gids Marloes Lammerts de tussenwanden wegschuift en de bovenverdieping omvormt tot één grote, lichte ruimte weet ik het zeker. Als bij toverslag verdwijnen de afzonderlijke slaapkamers. Een luik klapt weg en van bovenaf stroomt nog meer licht naar binnen dan er al door de ramen viel.

Wanneer twee van die ramen openzwaaien, is zelfs een hoek van de kamer in het niets opgelost. Ik ben niet de enige die zich in het Rietveld Schröderhuis op zijn gemak voelt. “Laatst was er een vrouw die drie rondleidingen achter elkaar boekte”, vertelt Lammerts. “Simpelweg omdat ze eens een keer drie uur aaneengesloten in het huis wilde doorbrengen.”

Het zijn vooral Japanners die het huis bezoeken dat Gerrit Rietveld in 1924 ontwierp voor en in samenspraak met de eigenzinnige Truus Schröder. “Onder Nederlanders is Rietveld vooral bekend bij een specifieke groep mensen”, verklaart Lammerts. Tot die groep zal ik dan wel behoren: ik voel me hier als een kind in een snoepwinkel. Behalve een kleurrijk monument, is het huis ook een expositieruimte voor de meubels van Rietveld.

Tijdens de audiotour hoor ik hemzelf zijn zigzagstoel “een constructief grapje” noemen. En Truus Schröder vertelt hoezeer de architect van streek was toen pal langs het huis een autosnelweg werd aangelegd: “Ze hebben niet begrepen hoe verschrikkelijk belangrijk de buitenkant van het huis was in de plek waar het stond.” Wat Rietveld betreft had het huis toen zelfs gesloopt mogen worden.

Gelukkig is dat niet gebeurd. Tot haar dood in 1985 bleef Truus Schröder wonen in het huis dat haar paste als een handschoen. Het is persoonlijk en universeel tegelijk. De uitgekiende
vlakverdeling, het functionele gebruik van de ruimte, het samenspel tussen binnen en buiten... niet voor niets staat het Rietveld Schröderhuis fier op de Werelderfgoedlijst van Unesco.

Het dorp Nagele

Monument van gelijkwaardigheid

Getty Images

Ook in het Brabantse dorp Bergeijk werkte Gerrit Rietveld nauw samen met een vrouw. Met landschaps-architect Mien Ruys schiep hij een kleine oase aan de rand van het dorp: de fabriek en het park van weverij De Ploeg, bungalows voor de culturele elite en een aantal schooltuinen en plantsoenen. “Weverij De Ploeg was een begrip, veel meer dan een fabrieksgebouw”, weet Jan Janssen. Zijn vader was medewerker bij de technische dienst, zijn zussen hebben nog in de stopperij gewerkt. Janssen vertelt over de familie Blijenburg die in 1923 een stoffenfabriek op socialistische grondslag begon. “De mensen hier keken daar in het begin heel vreemd tegenaan. Maar nu is iedereen het erover eens dat De Ploeg heel veel voor Bergeijk betekend heeft.”

Het bescheiden Brabantse dorpje werd een ‘enclave van goede smaak’ en in 1956 vroeg het succesvolle bedrijf Gerrit Rietveld een nieuwe fabriekshal te ontwerpen. Rietveld betrok Mien Ruys bij het project en hun samenwerking gaf zowel weverij De Ploeg als Bergeijk een nieuw gezicht. De Rietveldklok, het bushokje en twee villa’s van de architect zijn vrolijke voetnoten. Het landschapspark met de rechthoekige grasvelden en strakke borders, ontworpen door Mien Ruys, vormt de opmaat. Maar het hoogtepunt blijft het fabrieksgebouw zelf. Licht en ruim, handelsmerken van Rietveld, en met gelijkwaardigheid als uitgangspunt.

Werkvloer en directiekamer, de verschillen zijn minimaal. Het monument oogt wat vervallen. De kleuren van de karakteristieke deuren zijn verschoten, er groeit zelfs een struik op het dak. “Achterstallig onderhoud”, bevestigt Janssen. “Sinds 2007 staat het gebouw leeg, zijn er alleen nog exposities geweest. Gelukkig heeft een plaatselijke ondernemer het onlangs aangekocht. Deze zomer begint een grote restauratie. De Ploeg gaat weer als bedrijf functioneren, maar houdt ook een publieke functie. Daar zijn we hier heel blij mee.”

 

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine