Bierplezier in België

Getty Images

Speciaalbieren zijn populairder dan ooit. En de allerbeste ter wereld komen uit België, waar er elke twee weken een brouwerij bij komt. Journalist Hans Bouman ontmoet een drietal gedreven brouwers.

Grand Cru
Getty Images
Het is het jaar 655. De Ierse monnik Foilian trekt door het toenmalige Kolenwoud vlak bij Le Roeulx als hij door heidenen wordt overvallen. Foilian overleeft het niet, maar wordt wel heilig verklaard. Logisch: elke ochtend ­opnieuw kleurt de dauw op de plek van de misdaad bloedrood.

Eeuwen later wordt de monnik pas echt onsterfelijk. Er wordt een abdij op de plek van de overval gebouwd, waar men bier gaat brouwen dat naar hem wordt vernoemd: St-Feuillien. Iedereen is het erover eens dat het hier een goddelijk brouwsel betreft. Even bederft de Franse Revolutie de pret, want de abdij moet sluiten. Maar niet veel later pakt een eigenwijze dame, Stéphanie Friart, het brouwproces weer op. Vandaag is alweer de vijfde generatie van de ­familie Friart als brouwer actief.

Experimenteren

Het is maar een van de talloze ­ver­halen die verbonden zijn met de nationale drank van België. “Toen ik op mijn 16de mijn eerste kwaliteitsbier dronk, wist ik het meteen: ik wil brouwer worden”, glimlacht Luc Piron, meesterbrouwer van Brasserie de Fagnes in Mariembourg. “Het begon in de kelder van mijn ouderlijk huis, waar ik pakweg tien liter bier brouwde. Meteen al best lekker, maar ik wist dat het veel beter kon.” Na zijn brouwersopleiding werkte hij bij de monniken op de Chimay-brouwerij en kwam in 1998 terecht bij de kersverse brouwerij Fagnes. “Daar mocht ik mijn kunsten uitproberen. We begonnen met blond en bruin bier, maar daarna ben ik aan het ­experimenteren geslagen. Nu pro­duceren we een hele reeks bieren.”

Piron introduceerde onder meer het ‘Bier van de Week’, dat alleen verkrijgbaar is in de ‘brasserie’, een woord dat zowel een brouwerij als een eetgelegenheid aanduidt. “Het Bier van de Week is meestal een wat commerciëler bier, zoet en fruitig, maar voor mijn brouwersbieren experimenteer ik graag met andere moutsoorten zoals whiskymout of gerookte mout uit Duitsland. Of ik probeer iets met bijzondere ingrediënten, zoals heide.”

Bierromanticus

De Belgische kwaliteitsbrouwers hebben één ding gemeen: simpelweg productie draaien is er niet bij. Dat geldt in het bijzonder voor Jean-Louis Dits, die in 1984 een zojuist gesloten stoombrouwerij in het plaatsje Pipaix kocht. “Het was toen een van de drie door stoom aangedreven brouwerijen ter wereld, nu de enige. De stoommachine en alle andere apparatuur stammen uit de negentiende eeuw. Keurig onderhouden natuurlijk.”

Dits is het type bierromanticus zoals je ze waarschijnlijk alleen in België tegenkomt. Jarenlang verdiende hij de kost als geschiedenisleraar – twee jaar geleden ging hij met pensioen – en deed het brouwen er uit liefde naast. Zijn Brasserie à Vapeur is ­alleen op de laatste zaterdag van de maand actief en produceert dan tussen de 30 en 80 hectoliter. De vraag is vele malen groter, maar daar maalt deze brouwer niet om. “Mijn bier wordt vooral aan het buitenland verkocht. Ooit bracht de beroemde bierschrijver Michael Jackson – niet te verwarren met de zanger – een bezoek aan de brouwerij en schreef vervolgens lyrisch over mijn bier.

Ik werd uitgenodigd om lezingen te komen geven in de VS, Canada, ­Japan, Singapore… Zeker de helft van de mensen die die lezingen ­bezochten, kwam in de jaren daarna hier naar Pipaix.”

Pure kwaliteit

Als Belgen het beste bier ter wereld brouwen, wat moet een Nederlander dan met een brouwerij in België? Dat is een vraag die Wil Schuwer en zijn vrouw Carla al heel wat ­keren hebben moeten beantwoorden. Schuwer was jarenlang apotheker in Waalwijk, maar beleefde steeds ­minder plezier aan dat werk. Op een dag schreef hij zich daarom in bij de Leuvense universiteit en volgde de studie brouwkunde. In 2002 kocht hij in het Ardense dorp Bellevaux een oude boerderij die kundig werd verbouwd tot bierbrouwerij. “We hebben rustig de tijd genomen om een topproduct te ontwikkelen”, vertelt Carla Schuwer. “Pas in 2006 produceerden wij ons eerste bier en in 2008 begon de verkoop.”

Haar man knikt: “Wanneer je als Nederlander in België bier gaat brouwen, kun je rekenen op een flinke dosis argwaan. Die kun je alleen maar wegnemen door pure kwaliteit. Wij hebben het grootste respect voor de Belgische bierbrouwerstraditie en laten ons daar graag door inspireren. Niet door hen te imiteren, maar door met een Belgisch bier te komen waarvoor geen Belg zich hoeft te schamen. Als ik op de reacties in de pers en van onze klanten afga, is dat aardig gelukt.”

Seizoensbier

Saison is van oorsprong laag-­alcoholisch tafelbier, gebrouwen voor de seizoensarbeiders. De brouwperiode hing af van de doelgroep: de bietenoogst valt bijvoorbeeld op een ander moment dan de aardappeloogst. Saison ontstond in de Waalse provincie Henegouwen (Hinaut) en is tegenwoordig het hele jaar door verkrijgbaar. De kleur is goudblond tot amber, het alcoholpercentage 5 tot 6,5 procent.

Abdijbier of trappist?

Trappistenbier is altijd abdijbier, maar andersom niet. Voor het predicaat abdijbier moet een bier (in naam) aan een abdij zijn verbonden. Leffe en St-Feuillien zijn bekende voorbeelden. Een trappistenbier moet worden gebrouwen in of nabij een trappistenklooster onder toezicht van de kloostergemeenschap. De opbrengsten moeten worden gebruikt voor het levensonderhoud van de monniken en hun klooster. Wat overblijft, gaat naar een goed doel. België kent zes trappisten­bieren: Westmalle, Westvleteren, Rochefort, Orval, Chimay en Archel.

IPA? Please, no!

Vrijwel alle brouwers die we voor dit artikel spraken, laten zich lacherig uit over IPA-bier: het tegenwoordig zo populaire, van oorsprong Britse ‘India pale ale’, waar traditioneel ­extra hop aan wordt toegevoegd om de houdbaarheid te verlengen. Het ging immers per schip naar het verre India. Die extra hop maakt het bier bitter, en dat is zonde van de smaak, vinden de Belgische ­bierbrouwers. Ze maken het dikwijls wel, omdat de markt het vraagt. Maar lekker? Hollander, wees toch wijzer!

Getty Images

Steeds meer brouwerijen

Net als in Nederland zijn in België kleinere en microbrouwerijen in ­opkomst. Het land telt momenteel al zo’n 250 bierbrouwerijen, maar liefst tweemaal zoveel als vijftien jaar geleden. “In België opent momenteel elke vijftien dagen een nieuwe brouwerij haar deuren”, aldus Jean-Louis Dits van Brasserie à Vapeur. “Misschien gaat het wel iets te hard.”

Bezoeken en proeven? Deze brouwerijen ontvangenbezoekers:

Auteur