Zo voorkom je medicijnverspilling

4 tips om medicijnverspilling te voorkomen

geld en medicijnen
Getty Images

Jaarlijks gooien we maar liefst 100 miljoen euro weg aan ongebruikte medicijnen. Daarnaast slikken we van alles wat we helemaal niet nodig hebben. Vier tips om medicijnverspilling te voorkomen.

1. Nieuw medicijn? Eerst proberen

Probleem: Een derde van de gebruikers houdt weleens medicijnen over, zo blijkt uit onderzoek van het Nivel. Van hen geeft 28 procent als reden: “Ik kreeg al snel een ander geneesmiddel in plaats van dit geneesmiddel.” Bijna een kwart van de ondervraagden zegt dat de arts te veel had voorgeschreven, bij ruim 10 procent had de apotheek meer meegegeven dan er op het recept stond.

Judith Bijloos, woordvoerder van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP): “In principe levert de apotheek af wat de huisarts voorschrijft. Maar medicijnen zijn soms enorm goedkoop. Dan is het voor de apotheek economischer een vol doosje mee te geven dan om een nieuw doosje klaar te maken met een afgepast aantal pillen.”

Oplossing: Vraag een nieuw geneesmiddel eerst twee weken op proef. Ook als u het veel langer gaat gebruiken. Kijk eerst of u het nieuwe medicijn goed verdraagt en of het werkt. Haal dan pas een grotere voorraad. De meeste huisartsen en apothekers regelen dat al zo. Gebeurt dat niet, vraag er dan zelf om.

Besparing: Hoeveel precies bespaard wordt door van nieuwe medicijnen hoogstens voor twee weken voorraad in huis te halen, is moeilijk te zeggen. Maar we brengen jaarlijks voor maar liefst 100 miljoen euro aan ongebruikte medicijnen terug naar de apotheek.

2. Slik niet te weinig of te kort

Probleem: Veel mensen stoppen met een geneesmiddel terwijl ze het wel nodig hebben. Door bijwerkingen, angst voor bijwerkingen of doordat ze vinden dat het middel niet goed genoeg werkt, stopt 50 tot 70 procent van de patiënten al binnen een jaar met middelen tegen een verhoogde bloeddruk, met cholesterolverlagers, antidepressiva en pufjes tegen chronische longaandoeningen. Zij gebruikten de middelen vaak te kort om er baat bij te hebben, maar lang genoeg om last van bijwerkingen te krijgen.

Oplossing: Gebruik medicijnen precies zoals de bedoeling is. Neem ze op tijd in en neem genoeg. Stop niet zomaar met de medicatie, vooral niet als je een chronische aandoening hebt. Geen of te weinig medicatie gebruiken is niet zuinig, maar ongezond en daardoor uiteindelijk duur. Als je bijvoorbeeld je cholesterolverlager regelmatig vergeet in te nemen, daalt je cholesterolgehalte minder dan wanneer je hem elke dag inneemt.

Soms is het onregelmatig innemen van een geneesmiddel zelfs slechter dan helemaal niets slikken. Prof. Marcel Bouvy, hoogleraar farmaceutische patiëntenzorg en apotheker: “Als je sommige antidepressiva één of twee dagen overslaat, krijg je al ontwenningsverschijnselen die erger kunnen zijn dan de kwaal. En bij middelen om de hartslag te verlagen, gaat de hartslag tijdelijk omhoog als je ze enkele dagen niet inneemt. Meestal is dat geen probleem, maar voor iemand met een zwak hart kan dat gevaarlijk zijn.”

Besparing: 'Therapieontrouw' en ook ander incorrect gebruik van medicijnen veroorzaakten in 2006 ruim vierduizend acute ziekenhuisopnames, bijna 7 procent van deze patiënten overleed. (Recentere cijfers zijn er niet.) De kosten hiervan bedroegen 18,7 miljoen euro.

3. Gebruik niet te lang en alleen wat je nodig hebt


Probleem: Er zijn mensen die een geneesmiddel niet nodig hebben, maar het wel slikken. Zo worden antidepressiva en slaap- en kalmeringsmiddelen vaak te lang gebruikt. Dat geldt ook voor pijnstillers, neusspray en laxeermiddelen. Zomaar ineens stoppen is vaak niet verantwoord; je kunt dan veel last krijgen van ontwenningsverschijnselen.

Oplossing: Check of je een geneesmiddel onterecht gebruikt.

Dat is zo, als je:

  • langer dan vier maanden een benzodiazepine gebruikt tegen angst en onrust (anxiolyticum) of langer dan vier weken als slaapmiddel. Je loopt dan risico op verslaving, afname van de werking en bijwerkingen.
  • (vrijwel) dagelijks pijnstillers tegen de hoofdpijn gebruikt. Deze kunnen een pijnstillerafhankelijke hoofdpijn veroorzaken die dag en nacht voortduurt. De enige oplossing is radicaal stoppen met de pijnstillers, bij voorkeur onder begeleiding van een arts. Ook als je op meer dan twee dagen per week triptanen tegen de migraine slikt, kun je daar juist hoofdpijn van krijgen.
  • langer dan vijf dagen xylometazoline, oxymetazoline of tramazoline (spray of druppels tegen een verstopte neus) gebruikt. Bij te lang gebruik zwelt het neusslijmvlies op; met doordruppelen beschadig je het slijmvlies blijvend.
  • langer dan drie dagen het laxeermiddel bisacodyl gebruikt tegen verstopte darmen. De darm kan er ‘lui’ van worden, de ontlasting komt niet meer vanzelf en je krijgt de neiging opnieuw laxeermiddel te gebruiken.
  • al langer dan een maand nicorette, nicotinepleisters of nicotinekauwgom gebruikt, maar nog steeds rookt. Dan heb je meer kans op bijwerkingen, en op ernstigere bijwerkingen zoals een hartinfarct.

Vraag de huisarts om je te begeleiden bij het stoppen. Je arts kan helpen heel geleidelijk de dosis af te bouwen in de loop van dagen, weken of zelfs maanden. Dit is ook met hulp niet gemakkelijk. Uit onderzoek van het Nivel blijkt dat huisartsen het zeer lastig vinden om patiënten die chronisch benzodiazepines gebruiken, daarmee te laten stoppen.

Op de website Tactus is informatie, lotgenotencontact en online-begeleiding te krijgen over stoppen met benzodiazepines.

Besparing: Onnodig geneesmiddelen slikken is zonde van het geld en vaak ongezond en daardoor nog duurder. De kosten zitten niet zozeer in de prijs van de geneesmiddelen, maar in de kosten van gezondheidsschade door te lang doorgaan met slikken, en de economische schade door zieke werknemers. Ouderen die benzodiazepines gebruiken vallen vaker en lopen anderhalf keer zoveel kans op het breken van een heup.

4. Laat je medicijngebruik doorlichten


Probleem: Van alle geneesmiddelengebruikers gebruikt één op de tien meer dan vijf geneesmiddelen langdurig. Bij 65-plussers is dat één op de drie. Uit onderzoek onder veelgebruikers blijkt dat in Nederland in een kwart van de gevallen, mensen meer middelen of een hogere dosis kregen dan ze nodig hadden, in 17 procent van de gevallen juist minder.

Hoe meer medicijnen je gebruikt en hoe ouder je wordt, hoe groter de kans dat die medicijnen niet goed op elkaar of op je lichaam zijn afgestemd. Door de veroudering van de organen wordt de kans op bijwerkingen steeds groter. Die bijwerkingen ontstaan vaak zo geleidelijk dat ze eerst niet opvallen, maar na verloop van tijd kunnen ze leiden tot bijvoorbeeld vallen of vergeetachtigheid.

Oplossing: Vraag een medicatiecheck aan bij de huisarts of apotheker als je 65 jaar of ouder bent en/of vergeetachtiger wordt, het afgelopen jaar gevallen bent, een slechtere nierfunctie krijgt, of meer dan vijf verschillende medicijnen chronisch gebruikt, vooral als die niet allemaal door dezelfde arts worden voorgeschreven.

De arts en apotheker bekijken dan samen of je niet onnodig veel of juist te weinig verschillende medicijnen slikt, of de dosis klopt en of de medicijnen met elkaar gecombineerd mogen worden. Per medicatiecheck worden in Nederland ongeveer drie of vier fouten in (combinaties van) recepten gevonden.

Niet alle zorgverzekeraars vergoeden de medicatiecheck (volledig), zelfs niet wanneer die medisch én farmaceutisch noodzakelijk is. Je moet het dan (deels) zelf betalen uit je eigen risico (€60 tot €70).

Besparing: Er zijn aanwijzingen dat een medicatiecheck de kans kleiner maakt dat je onnodig in het ziekenhuis belandt. Als iedereen die dat nodig heeft een medicatiecheck zou krijgen, zou dat naar schatting 150 tot 200 miljoen euro kunnen besparen.

Uit de evaluatie van de medicatiecheck blijkt dat 10 tot 12 procent van de medicatie veilig kan worden gestopt. Voor patiënten van 65 jaar en ouder die vijf of meer verschillende medicijnen gebruiken, levert dit eveneens een besparing op van 150 tot 200 miljoen euro.

Medicijnen over?

Ongeveer de helft van de mensen die geneesmiddelen overhebben, levert ze in bij de apotheek. Daar halen ze de etiketten eraf vanwege de privacy, scheiden doosjes en bijsluiters van medicijnen, en leveren de medicijnen in bij de gemeente als klein chemisch afval. In 2006 was de waarde van teruggebrachte medicijnen ongeveer 3,2 procent van de totale uitgaven aan medicijnen. Sinds die tijd zijn de prijzen van de meeste medicijnen zeer sterk gedaald.  8 procent van de mensen levert de medicijnen zelf in bij de chemokar of het afvaldepot van de gemeente. 11 procent gooit overgebleven medicijnen in de prullenbak en 2 procent spoelt ze door de wc.

Bron 
  • Plus Magazine