In de strijd tegen overtollige kilo’s stond het koolhydraatarm dieet de laatste jaren volop in de belangstelling. Velen zwoeren erbij en schrapten zetmeelbronnen als rijst, aardappelen en bananen uit het dagelijkse voedingspatroon. Onverstandig, zo blijkt uit internationale onderzoeken.
De populariteit van het koolhydraatarm dieet blijkt uit een campagne van een aantal huisartsen uit het Brabantse Leende. Zij spoorden hun patiënten aan om zo weinig mogelijk koolhydraten te eten. Enerzijds klopt het dat een zo laag mogelijke inname van suiker het risico op overgewicht en diabetes vermindert.
Maar het koolhydraatarm dieet brengt ook gezondheidsrisico’s met zich mee. Dit concludeert professor Fred Brouns van de Universiteit Maastricht. Een koolhydraatarm dieet, ook wel bekend als ketogeen-dieet, bevat relatief weinig vezels en een hoog vetgehalte. Dit heeft ongunstige invloeden op de darmflora.
Los daarvan stelt Brouns dat een gematigd veranderd voedingspatroon waarbij je minimaal 100 tot 150 gram koolhydraten binnenkrijgt, beter vol te houden is. Op lange termijn zijn er geen bewezen voordelen van een koolhydraatarm dieet.
Geen koolhydraatarm dieet
Naast een eigen publicatie heeft Brouns meegewerkt aan een internationaal onderzoek naar voedingsrichtlijnen. Alle onderzochte landen en instanties, waaronder de Wereldgezondheidsorganisatie en de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid, bevelen in de voedingsrichtlijnen aan om de inname van toegevoegde suikers te beperken. Geen van alle raadt echter aan om een koolhydraatarm dieet te volgen.
Half om half
Professor Brouns beveelt aan om de inname van koolhydraten wat te verlagen en de inname van vetten te verhogen. Een verhouding waarbij beide voedingsstoffen ongeveer 40 procent van de energie-inname verzorgen, is volgens hem een gezonde maatstaf. Bij koolhydraatbronnen is het daarnaast van belang dat ze veel vezels en onverzadigde vetbronnen bevatten.
Zijn belangrijkste advies in de strijd tegen overgewicht en diabetes is om meerdere leefstijlfactoren gelijktijdig te veranderen. Gezonde voeding moet gepaard gaan met voldoende beweging, een matiging van de hoeveelheid eten, stoppen met roken en gematigd alcoholgebruik.
- Universiteit Maastricht