Ondernemers hebben toegang tot winkels die voor anderen verboden zijn. Tenzij je een pasje kunt bemachtigen. Welkom bij de groothandel.
‘Kijk je wel uit,’’ zegt de vriend van wie ik het pasje leen bezorgd. ,,En zet mijn naam niet in de krant. Zometeen ben ik het kwijt.’’
Het is een fel begeerd bezit, het pasje van de Makro of van een andere groothandel. Kennissen met zo’n pasje serveren struisvogelbiefstuk of kikkerbilletjes bij etentjes. Gekocht bij de exclusieve groothandel. Anderen hebben hun schuurtje vol staan met stapels limonadesiroop, wc-papier en potten pindakaas. Voordelig gekocht op zaterdagmiddag, per pallet, tray of kist. Handig, zo is het nooit op.
Ik ben er nooit geweest, maar ik ben erg benieuwd. Het moet geweldig zijn, wat ze allemaal hebben bij die groothandel. En is het echt zo voordelig, groot inslaan?
Als een brave journalist bel ik eerst met twee bekende groothandels: Makro en Sligro. Ik vraag of ik hun prijzen met die van een gewone supermarkt mag vergelijken. Sligro reageert alsof ik een oneerbaar voorstel heb gedaan. Consumenten mogen helemaal niet bij ons komen! De Makro is minder afwijzend, maar de verantwoordelijke is op vakantie.
Een pasje regelen
Dan moet ik maar binnenglippen op de manier waarop, als ik sommige verhalen moet geloven, duizenden anderen het doen: door een pasje te ritselen.
Van zowel Makro als Sligro weten we vrij eenvoudig een pasje te bemachtigen, al wil de uitlener wel anoniem blijven. Het plan is om prijzen van producten te bekijken, die typisch door Nederlanders groot worden ingeslagen: wc-rollen, potten pindakaas, afwasmiddel.
Bij aankomst klopt mijn hart iets sneller dan normaal. Bij de Sligro werpt de man achter de balie alleen van afstand een blik op mijn schichtig opgehouden pasje. Makro liet me uiteindelijk gewoon toe als journalist. Maar ook daar blijkt, als ik het uitprobeer, de identiteit op mijn geleende, ‘strikt persoonlijke’ pasje niet gecontroleerd te worden. Bij navraag blijkt dit steekproefgewijs gedaan te worden.
De winkels zijn een openbaring. Ik had altijd gedacht dat we in Nederland niet van die geweldige hypermarchés hadden als in Frankrijk. Maar dit is er eentje.
De Sligro is een horeca-groothandel, met een keur aan culinaire verrukkingen. Op geschaafd ijs ligt een school vissen te glimmen waarvan ik de namen niet ken. Op de vissen in de diepvries staan de namen gelukkig gedrukt: red snapper, roodbaars, St. Jacobsschelpen, tilapia, pangasius. Er zijn grote en kleine garnalen met of zonder scharen, levende kreeften en krabben. Ook voor de vleesafdeling heeft men de hele Ark van Noach geslacht: kalfstong, springbok, bizonsteak, eendenbout, kangoeroe, hertenbiefstuk, reerug, hazenachterbout, houtduif.
Veel andere schappen zijn minder luxe, maar duidelijk bedoeld voor restaurant of eetcafé. In de vriesvakken liggen enorme zakken met allerlei soorten aardappeltjes, groentemixen of borrelhapjes. De meeste veel te groot voor het vriesvak thuis.
Door alle indrukken vergeet ik bijna om de producten van ons lijstje te bekijken. Het voelt een beetje benepen om alle heerlijkheden te negeren en te kijken naar een pot jam en rol vuilniszakken. Maar ja. De conclusies vindt u hier.
Makro: veel echtparen
Dachten we bij de Sligro alles gehad te hebben, de Makro is helemaal overweldigend. Dit is niet alleen een hypermarché, maar tegelijk een Blokker, een Media Markt, een C&A en een Gamma onder een dak. Plus een kantine met uitgebreide lunchmogelijkheden.
De prijzen zijn exclusief BTW, bedoeld voor zakelijk afnemers. Er lopen wat ondernemend uitziende types rond, met enorme stapels voorraad op hun magazijnkarren. Maar op deze dinsdagmiddag zijn er ook gezinnen, en vooral veel echtparen. De meesten lijken van de babyboomgeneratie. Ze zoeken samen een nieuwe winterjas uit op de kledingafdeling, meneer kijkt bij de dvd’tjes, en mevrouw probeert nieuwe schoenen. Zonder hulp van personeel dat haar een schoenlepel aanreikt. Het is tenslotte een groothandel.
Na afloop drinken ze nog een kopje koffie in de kantine. ,,Hoe komt u eigenlijk aan dat pasje?’’ vraag ik aan een stel. ,,Oh, van mijn zwager,’’ zegt de man. ,,Die heeft een zaak in auto-onderdelen, en hij heeft mij op zijn pasje gezet. Dat kan.’’ Is hij betrokken bij het bedrijf van zijn zwager? ,,Nee, ik ben al met pensioen.’’ En wat koopt hij dan? ,,We waren er eigenlijk voor een aanbieding van een pan, maar die is uitverkocht,’’ zegt zijn vrouw, nippend van haar koffie. ,,Maar we gaan ook vaak voor de gezelligheid.’’
Ik spreek nog wat andere mensen aan. Er zijn echtgenotes van mannen met een bedrijf. Een ondernemer in ruste die zijn pasje nog heeft. Maar een man die ontspannen staat te snuffelen bij aansluitstekkers voor de computer, blijkt dan weer de eigenaar van een heuse ‘fabriek in bakkerijgrondstoffen.’
Allemaal ondernemers?
Hoeveel mensen zijn hier écht ondernemer? De Makro laat weten dat het streng de regels handhaaft: de pasjes gaan voor ‘100 procent naar ondernemers’. We bellen een onafhankelijke expert. ,,De meeste bezoekers zijn ondernemer,’’ stelt Jan-Willem Grievink van EFMI Business School mij gerust. ,,Winkelen bij de groothandel doen ze vaak op hun vrije dag, als uitje.’’
Met het assortiment lijkt Makro daarop in te spelen. De winkel verkoopt Barbies, computerspelletjes voor de Nintendo Wii en snowboards. Wie heeft die spullen nou zakelijk nodig? ,,Nou, we hebben ook crèches als klant. Of scholen. En winkels,’’ zegt Makro-woordvoerder Milo Lasseur. Die snowboards kunnen dus worden gekocht door sportwinkels. Tja, en wat als ondernemers dat speelgoed toch voor hun eigen kinderen kopen? ,,Dat kunnen wij niet nagaan,’’ zegt Lasseur.
’Gewone’ winkeliers balen soms van de concurrentie van de Makro. Over de komst van vestigingen zijn processen gevoerd tot de Raad van State, die Makro won. Maar wat is eigenlijk het probleem? Waarom mag niet iedereen naar de groothandel?
,,Groothandels zitten op plekken waar de overheid geen detailhandel wil zien,’’ zegt Grievink. ,,Het is niet volgens het bestemmingsplan.’’ Het heeft met ruimtelijke ordening te maken. Nederlandse gemeenten willen geen hypermarkten buiten de stad. Kijk naar de ophef die ontstond over een grote mall in Tilburg. Winkeliers zijn als de dood dat consumenten de binnensteden de rug toekeren, zoals in de Verenigde Staten. Maar een groothandel mag wel.
En zo zijn ondernemers en eventueel hun familieleden en vrienden, de enigen in Nederland die toegang hebben tot een winkelconcept dat elders in dit land verboden is. Alles onder handbereik, open tot tien uur ’s avonds, goed bereikbaar buiten de stad en gratis parkeren. Ontzettend praktisch. Het is het concept waar Amerika massaal voor gevallen is: elk stadje heeft daar nu zijn Wal-Mart.
Het succes van de Makro, een publiek geheim, bewijst dat wij Amerikaanser zijn dan we misschien wel denken.