Bank verwijtbaar voor stelende moeder?

Volgens het Kifid valt de bank daarbij niets te verwijten.

Dat blijkt uit een bindende uitspraak van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening van het Kifid. De kinderen ontdekten in 2016 dat er twaalf jaar eerder namens hen bij DUO een studielening was afgesloten omdat DUO om terugbetaling vroeg. DUO had het geld van de studieleningen jarenlang iedere maand op een betaalrekening gestort.

Na de ontdekking van de studielening achterhaalden de kinderen dat hun moeder bij ABN AMRO twee betaalrekeningen had geopend op hun naam en ook twee leningen had afgesloten. De kinderen dienden een klacht in bij de bank en vijf jaar later stelden ze de bank aansprakelijk voor de geleden schade. Er kwam geen oplossing, waarop de kinderen de klacht bij het Kifid indienden. De kinderen claimden een schadevergoeding van 120.000 euro.

Wettelijke vertegenwoordiger

Volgens de kinderen heeft de bank onzorgvuldig gehandeld, omdat het niet de juiste identificatieprocedure heeft gevolgd. Bovendien was het ene kind al meerderjarig op het moment dat de betaalrekening werd geopend. Daarnaast heeft de bank niet juist gehandeld toen de kinderen achttien jaar oud werden.

De Geschillencommissie ziet dat anders. Beide kinderen waren minderjarig op het moment dat de moeder de betaalrekeningen opende. De moeder had alle recht om dat te doen omdat zij de wettelijke vertegenwoordiger was van haar toen minderjarige kinderen. De bank heeft de moeder correct geïdentificeerd aan de hand van haar paspoort.

Nieuwe identificatie op het moment dat de kinderen meerderjarig werden, vindt de Geschillencommissie in dit geval niet nodig. Die regel is bedoeld om witwassen te voorkomen, niet om klanten te beschermen. De bank valt dus niets te verwijten en hoeft dus ook geen schadevergoeding te betalen.