Partners kunnen heffingskortingen op elkaar overdragen om hier zo veel mogelijk van te profiteren. Hiermee kunnen zij hun belastingdruk verlagen. Tenminste, nu nog wel, want dit gaat vanaf 2019 veranderen.
Iemand met een laag inkomen heeft kans dat het belastbaar inkomen zo laag is, dat hij of zij niet volledig van de verschillende heffingskortingen kan profiteren. Als de partner wel genoeg verdient om die heffingskortingen mee te nemen in het inkomen, kan de minstverdienende de heffingskorting op de ander overdragen.
Maximering van heffingskortingen
Er bestaan verschillende heffingskortingen, waaronder de algemene heffingskorting, de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting. De overheid heeft de maximale overdracht van de algemene heffingskorting vanaf 2010 elk jaar verlaagd. De andere twee kenden tot nu toe geen maximum.
Met ingang van 2019 gaat dit veranderen. Dit komt naar voren uit het Belastingplan 2018, waarin de overheid aangeeft om ook de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting te maximeren.
Huidige bedragen en maxima
Op dit moment gelden voor de heffingskortingen de volgende bedragen:
- arbeidskorting: maximaal 3.249 euro bij een arbeidsinkomen van ongeveer 20.000 euro
- inkomensafhankelijke combinatiekorting: maximaal 2.801 euro bij een inkomen van ongeveer 34.000 euro
Vanaf 2019 kan de minstverdienende partner nog maar 26,67 procent van de heffingskortingen overdragen. Tweeverdieners die nu veel voordeel halen uit het overdragen van de heffingskortingen, lopen hierdoor vanaf 2019 mogelijk duizenden euro’s mis.
Uitzonderingen
Iemand die voor 1 januari 1963 geboren is, kan nog steeds de volledige algemene heffingskorting overdragen aan de partner. Dit geldt niet voor de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke heffingskortingen. Voor deze laatste twee geldt dan nog steeds het maximum.
- Elsevier
