Bij het afsluiten van de zorgverzekering hebben veel verzekerden vorig jaar december gekozen voor meer zekerheid. Voor het eerst in jaren hebben meer verzekerden een aanvullende zorgverzekering afgesloten. Ook zijn er minder verzekerden met een vrijwillig hoger eigen risico.
Dat blijkt uit onderzoek van Vektis naar veranderingen bij de zorgverzekering. 85 procent van de verzekerden heeft een aanvullende zorgverzekering. Dat is twee procent meer dan vorig jaar. In aantallen gaat het om 400 duizend verzekerden. Verzekerden namen vaker een aanvulling voor mondzorg, zoals de tandarts en mondhygiënist. In 2021 koos bijna een derde van de verzekerde hiervoor. Een jaar eerder was dat nog geen kwart.
Het aantal verzekerden met een hoger vrijwillig eigen risico is door de jaren heen gestegen van 5,9 procent in 2010 tot 13,3 procent in 2020. Dit jaar hebben voor het eerst minder mensen een vrijwillig eigen risico genomen: 13,1 procent. Ook het percentsage verzekerden dat kiest voor het maximale vrijwillig eigen risico van vijfhonderd euro daalde licht.
Overstappers
Al eerder heeft Vektis bekend gemaakt dat 6,5 procent van de verzekerden is overgestapt naar een andere zorgverzekeraar. Dit overstappercentage is vergelijkbaar met eerdere jaren. Relatief de meeste overstappers wonen in de provincie Utrecht. Zeeuwse verzekerden zijn de meest honkvaste verzekerden. De meeste overstappers zijn er in Amersfoort (11,3 procent), IJsselstein (10,6 procent) en Assen (10,5 procent). De minste overstappers zijn er in Noord-Beveland (3,4 procent), Schiermonnikoog (3,5 procent) en sluis (3,6 procent).
De marktaandelen van de twee grootste zorgverzekeringsketens (Achmea en VGZ) zijn de afgelopen tien jaar gedaald. Het marktaandeel van nummer 3, CZ, is in die periode iets gestegen en nummer 4, Menzis, is stabiel. Het marktaandeel van de meeste kleine zorgverzekeraars is de laatste tien jaar gegroeid.