In juli 2020 stegen de woninghuren gemiddeld 2,9 procent ten opzichte van vorig jaar. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
De stijging van gemiddeld 2,6 procent komt vooral door de hogere inflatie in 2019 en is de grootste stijging in zes jaar.
De maximale huurverhoging is deels gebaseerd op de inflatie van het voorgaande jaar plus een toeslag die afhankelijk is van het huishoudinkomen van de huurder.
Volgens de belangenvereniging van huurders, de Woonbond, zijn huurders daardoor twee keer de klos: eerst door gestegen prijzen en nu door hogere huren. Dat raakt honderdduizenden huishoudens want ruim 42 procent van de woningen zijn huurwoningen.
De huren stegen het meest in Rotterdam. Daar gingen de huren met 4,1 procent omhoog en in Amsterdam met 3,5 procent. De huren in Drenthe maken een opmerkelijke ’inhaalslag’ en gaan met 3,0 omhoog.
De Woonbond deed eerder dit jaar al een oproep tot huurbevriezing en wil dat de overheid met een noodpakket voor de huursector komt. Dat betekent een hogere huurtoeslag, lagere huren en investeren in bouw. De verantwoordelijke minister Ollongren heeft het verzoek om huurbevriezing naast zich neergelegd. Tot woede van de Tweede Kamer, waardoor er de kans bestaat dat er voor huurders nog iets extra's inzit op Prinsjesdag.