Van calcium tot zink
Uw lichaam heeft dagelijks een flinke portie vitamines nodig. Maar ook een tekort aan mineralen leidt tot allerlei vervelende kwaaltjes en ziekten. Welke mineralen zijn belangrijk en waar zitten ze in? Een overzicht.
Calcium
Als u sterke en gezonde botten wilt houden, is calcium (kalk) absoluut onmisbaar. Om er genoeg van binnen te krijgen, moet u bijvoorbeeld dagelijks 2-3 glazen melk (of melkproducten), 1 boterham belegd met kaas en voldoende groente eten. Vitamine D zorgt er vervolgens voor dat u die calcium goed opneemt en kunt gebruiken voor de botopbouw.
Calcium beschermt niet alleen tegen botontkalking. Het zorgt er ook voor dat u spieren goed functioneren en dat de overdracht van zenuwimpulsen goed verloopt. Als u een tekort heeft aan calcium, kunt u dat merken aan spierkrampen, gespannen zenuwen en een slecht humeur.
Chloride
Chloride houdt samen met natrium en kalium uw vochtbalans op peil. Het zit ook in maagzuur en helpt zo mee met de spijsvertering. Chloride haalt u vooral uit keukenzout. Maar omdat het in bijna alle voeding voorkomt, krijgt u zelfs bij een zoutarm dieet voldoende chloride binnen.
Chroom
Chroom verbetert de werking van het hormoon insuline. Daardoor blijft u bloedsuikerspiegel beter op peil. Door chroom krijgt u ook minder trek in zoetigheid.
Vitamine C zorgt ervoor dat u dit mineraal extra goed absorbeert. Eigenlijk kunt u alleen bij zeer ernstige ondervoeding een tekort krijgen aan chroom. Het zit onder andere in volkorenbrood, bonen, erwten en noten.
Fosfor
Fosfor houdt u skelet stevig en helpt bij de energievoorziening van uw lichaam. Het zit vooral in melk, vlees, vis en brood. U eet er eerder te veel van dan te weinig. Bij een te hoge dosis wordt de kans op botontkalking groter.
Jodium
Jodium heeft u nodig voor een goed werkende schildklier. Uw schildklier – die zich bij de luchtpijp bevindt – maakt het hormoon thyroxine aan. Die stof regelt de stofwisseling. Maar dat kan alleen als u voldoende jodium in uw lichaam hebt.
Bij een tekort aan jodium kan krop (struma) ontstaan. Hierbij zwelt de schildklier op. Bij kinderen heeft dit een achterstand in de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling tot gevolg.
Bij volwassenen vertragen de reacties, houden de weefsels vocht vast en vermindert het denkvermogen. Jodium zit vooral in zoutwatervis, zeewier en met jodium verrijkt keukenzout.
Kalium
Kalium zorgt samen met natrium voor uw vochthuishouding, het goed functioneren van uw spieren en een normale bloeddruk. Het zit in bijna alle voedingsmiddelen. Tekorten komen dus niet veel voor en ook over te grote hoeveelheden kalium is weinig bekend.[PAGEBREAK]
Koper
Koper heeft u nodig om ijzer om te zetten in hemoglobine. Op die manier is koper mede verantwoordelijk voor het zuurstoftransport binnen uw lichaam. Verder speelt het een rol bij de pigmentatie van uw huid en haar, de vorming van uw botten en bindweefsel en de werking van uw spieren.
Koper zit onder andere in krab, kreeft, sardientjes, graanproducten en orgaanvlees. Verder zijn groente en fruit en cacaoproducten bronnen van koper.
Magnesium
Dit mineraal is vooral belangrijk om de spieren te kunnen ontspannen. Daarnaast laat het uw hart en zenuwstelsel goed functioneren.
Magnesium komt in bijna alle voeding voor, dus wat dat betreft hoeft u zich weinig zorgen te maken over een eventueel tekort. Toch kan het wel voorkomen en leidt een langdurig tekort aan magnesium tot irritatie van de zenuwen in de spieren, hartritmestoornissen en maagkrampen.
Mangaan
Voor een goede botstructuur heeft u mangaan nodig. Het houdt ook de gezondheid van uw zenuwen op peil en speelt een rol bij de stofwisseling van koolhydraten en cholesterol. Mangaan is onder andere te vinden in thee, bruine rijst, noten en graan.[PAGEBREAK]
Natrium
Natrium is een belangrijk bestanddeel van keukenzout. Het houdt de hoeveelheid vocht in uw lichaam mee op peil. Daarnaast regelt het de samentrekking van uw spieren en de geleiding van zenuwprikkels. Natrium werkt daarvoor nauw samen met een ander mineraal: kalium.
U kunt te veel natrium binnenkrijgen als u te zout eet. Dat verhoogt het risico op een hoge bloeddruk. Als u overmatig zweet, verliest u juist natrium. Dat kan leiden tot uitdrogingsverschijnselen. Sportdrankjes vullen het tekort weer aan.
Selenium
Selenium beschermt uw lichaam tegen de invloed van schadelijke stoffen. Zo neutraliseert het zware metalen, die u via verontreiniging binnenkrijgt. Selenium verkleint de kans op hart- en vaatziekten en bepaalde vormen van kanker.
Het zorgt ook voor de productie van gezond sperma. Er zijn bovendien aanwijzingen dat het beschermt tegen het ontstaan van prostaatkanker. U vindt dit mineraal vooral in noten, rijst, granen, vis en garnalen.
IJzer
IJzer is een bouwsteen van hemoglobine, een onderdeel van de rode bloedcellen. Rode bloedcellen vervoeren zuurstof van de longen naar andere delen van uw lichaam. Bij een ijzertekort (bloedarmoede) wordt dat transport moeilijker. U krijgt dan last van duizeligheid en concentratieproblemen.
U kunt ook een teveel aan ijzer hebben: dat heet ijzerstapelingsziekte. Het leidt tot chronische vermoeidheid en beschadiging van de organen. Tijdens uw menstruatie of zwangerschap heeft u meer ijzer nodig dan normaal.
U haalt ijzer onder andere uit vlees, aardappels, brood en groente. De vorm ijzer die in plantaardige voedingsmiddelen voorkomt, is minder goed op te nemen in het lichaam. Vitamine C heeft hier een positieve invloed op. Een glas sinaasappelsap bij het ontbijt zorgt dat de ijzer uit het brood wel goed wordt opgenomen.
Zink
Zink is belangrijk voor de groei en vernieuwing van weefsels. En voor een sterk afweersysteem, de genezing van wonden en een goed reuk-, smaak- en gezichtsvermogen. Zink zit veel in vlees, vis, rijst en bruin brood. Bij kinderen kan een tekort aan zink een groeiachterstand veroorzaken.