Oude uitvaartverzekering bijna niets waard

Getty Images

Een uitvaartverzekering uit 1934 met een verzekerd kapitaal van honderd gulden keert bij overlijden slechts 45 euro uit. Er is geen winstdeling of indexering, dus het verzekerd bedrag van honderd gulden is niet meegegroeid met de gestegen kosten.

Dat blijkt uit een niet-bindende uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid. De grootouders van een consument hebben in 1934 voor hun achtjarige dochter een uitvaartverzekering afgesloten met een verzekerd bedrag van honderd gulden. Vijfentwintig jaar lang is de premie van 6 cent per week betaald. Daarna is de verzekering premievrij gemaakt. In totaal hebben de grootouder 78 gulden premie betaald. In 2020 is de vrouw, de moeder van de consument, overleden. De verzekeraar wilde 45 euro uitkeren.

De consument diende een klacht in omdat er geen winstdeling of indexering is toegepast. De verzekeraar heeft na het afsluiten van de verzekering 86 jaar lang winst gemaakt op de premie, meende de consument. Tegen een rekenrente van vier procent komt dat uit op 3.135 euro. Mocht er geen recht zijn op winstdeling, dan wil de consument indexering. Dat laatste is in de geest van de verzekering die haar grootouders hebben afgesloten. De verzekering was bedoeld om de uitvaart te kunnen betalen.

Indexering van honderd gulden in 1934 geeft een bedrag van 2303 euro in 2020. Mocht de uitkering echt slechts 45 euro zijn, dan is de verzekeraar tekort geschoten in de zorgplicht en is een hogere uitkering op zijn plaats. In het geval de Geschillencommissie alle bezwaren van tafel veegt, dan wil de consument honderd zilveren guldens ontvangen. De gulden was in 1934 namelijk gekoppeld aan de zilverprijs.

Polisblad

De Geschillencommissie stelde de consument op alle punten in het ongelijk. Doorslaggevend zijn de afspraken die in 1934 zijn gesloten. Op het polisblad staat 'z.w.', dat betekent zonder winstbijschrijving. Verder staat op het polisblad niets over indexatie. Als door kostenstijging het verzekerd bedrag onvoldoende zou worden, dan hadden de grootouders of de verzekerde een extra verzekering kunnen afsluiten. Klachten over de zorgplicht zijn verjaard en volgens de wet gelden voor bedragen de nominale waarden. Koppeling met zilver is niet van toepassing. Een verzekerd bedrag van honderd gulden is dus 45 euro en geen uitkering in zilver. Zo blijkt de oude uitvaartpolis niet meer waard dan enkele tientjes.

Auteur