Goudstaven met een waarde van bijna vijftigduizend euro kunnen voor de inboedelverzekering niet onder ´kostbaarheden´ vallen, maar gewoon onder de inboedel. Bij diefstal moet de verzekering het goud volledig vergoeden.
Dit blijkt uit een bindende uitspraak van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening van het Kifid. In deze zaak werd bij een inbraak een kluis met vijf goudbaren gestolen met een waarde van 48.016,60 euro. In het schaderapport vallen de goudbaren onder de rubriek ´Kostbaarheden´ met een maximale dekking van vijftienduizend euro. De verzekerde is het daar niet mee eens en mailt de verzekeraar dat het goud onder ´inboedel´ moet vallen. Een paar dagen later bevestigt de schadeafhandelaar door de telefoon dat het goud inderdaad onder de inboedel valt. Daarvoor geldt geen maximale vergoeding, zodat ook de volledige schade zal worden vergoed. Twee dagen later volgt een brief van de schadeafhandelaar die nu meent dat het goud toch onder de kostbaarheden valt.
Vertrouwen
Bij de Geschillencommissie draait het om de vraag of de verzekerde mocht vertrouwen op de telefonische mededeling van de schadeafhandelaar. Volgens de Geschillencommissie mocht hij dat, juist omdat het een reactie was op zijn e-mail. Bovendien, een consument mag van een professionele partij zoals een schadeafhandelaar verwachten dat het klopt wat ze zeggen. Kortom, de verzekeraar moet de volledige schade vergoeden zonder dat de Gechillencommissie aan de hamvraag is toegekomen: zijn goudbaren kostbaarheden of gewone inboedel.
- Kifid
