Stuur aan op veilig autorijden

Getty Images

Veilig autorijden is meer dan je aan de regels houden, het is een heleboel dingen tegelijk. Daarom: acht tips die kunnen bijdragen aan de verkeersveiligheid.

1. Fris je verkeerskennis op

Geregeld vervallen of wijzigen er verkeersregels. Borden verdwijnen en er komen nieuwe bij. Volg een opfriscursus om weer helemaal op de hoogte te zijn.

2. Ga uitgerust en in goede conditie van huis

Dat je in het verkeer geen drugs en liever ook helemaal geen alcohol moet gebruiken, is bekend. Maar pas ook op met medicijnen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden. Dit staat aangegeven op het doosje. Vergeet niet regelmatig even pauze te nemen, ook al voel je je nog steeds even scherp. Pauzeer bijvoorbeeld om de twee uur. Maak de dag achter het stuur ten slotte niet te lang (maximaal negen uur).

3. Rijd in een auto die in orde is

Functionerende remmen, schone voorruit en banden met genoeg profiel en bandenspanning. De bandenspanning is niet alleen van invloed op het brandstofgebruik, maar ook op het weg- en remgedrag van de auto. Dat geldt nog eens extra bij slechte weersomstandigheden. Maak er een routine van om elke drie maanden te controleren of de bandenspanning nog in orde is.

In de deurstijl van de auto of in het onderhoudsboekje staat de juiste bandenspanning vermeld. Komt u daar niet uit? Vraag het uw garage. En denk ook eens aan winterbanden tijdens het winterseizoen.

4. Spullen bij de hand

Zorg voor een zonnebril (op sterkte), een reservebril en hulpmiddelen die handig, en soms zelfs levensreddend kunnen zijn bij pech of een ongeval. Denk aan bijvoorbeeld een veiligheidshesje, een verbanddoos, brandblusser en veiligheidshamer. Ook praktisch bij pech zijn een deken en een paraplu.

5. Pech? Zoek een veilige plek

Probeer bij pech juist niet op de vluchtstrook te blijven maar rijdt, als dat even kan, naar een parkeerplaats of andere uitwijkmogelijkheid. Kan uw voertuig niet van vluchtstrook of pechplaats weg? Ga dan zo snel mogelijk met alle inzittenden achter de vangrail staan. Bij een pech- of ongeval worden rijbanen afgekruist met een rood kruis in de portalen boven de weg. Ga daar niet rijden, ook niet eventjes, want dat rode kruis is er niet voor niets.

6. Gebruik navigatie

Dit scheelt stress met het zoeken van de route of locatie. Vermijdt, als dat kan, routes door woonwijken en langs winkels en scholen. Stel de apparatuur in voor u van huis gaat om afleiding tijdens het rijden te voorkomen.

7. Bel niet, liefst ook niet handsfree

Uit onderzoek van SWOV blijkt dat tientallen mensen jaarlijks overlijden in het verkeer als rechtstreeks gevolg van bellen in de auto. Daarbij maakt het niet altijd uit of men de telefoon in de hand heeft of handsfree belt. En wie denkt dat de meeste ongevallen gebeuren tijdens het bellen, heeft het mis. De momenten voor of na het plegen van een telefoontje zijn juist vaak gevaarlijk. Even dat ene telefoonnummer opzoeken, kijken waar de ophangtoets ook al weer zit of iets belangrijks noteren.

8. Rijd 'defensief'

Kijk ver vooruit en houd rekening met de fouten van anderen. Menselijk falen is verantwoordelijk voor 90 procent van alle ongevallen. Bedenk dat iedereen fouten kan maken en verwacht het onverwachte. Houd ook rekening met kwetsbare groepen: fietsers, voetgangers, ouderen, kinderen.

Laat u ook niet opjagen en houd voldoende afstand. Bumperkleven is een van de grootste ergernissen op de weg, net als onnodig links rijden. Ga dus na het inhalen weer op tijd naar rechts.

Lees ook: waar tank ik het goedkoopst in het buitenland?

Bron 
  • Veilig Verkeer Nederland