14 tips om inbrekers buiten te houden

Hoe voorkom je dat inbrekers via je voor- of achterdeur binnenkomen?

Getty Images

Hoewel het aantal inbraken de afgelopen jaren flink is afgenomen, zijn er nog steeds miljoenen deuren in Nederland die onvoldoende beveiligd zijn. Vaak is er maar weinig voor nodig om een huis inbraak-proof te maken. Hoe zit dat bij jou? Met deze 8 tips kun je de kans op een inbraak verkleinen.

Tip 1: Kies voor goede sloten en cilinders met SKG-keurmerk

Het lijkt misschien een open deur, maar uit onderzoek blijkt dat 30 tot 40% van alle voor- en achterdeuren niet goed genoeg beveiligd is. Met als gevolg dat een inbreker binnen enkele minuten binnen kan staan. Controleer daarom of jouw slot en cilinder voorzien zijn van een SKG-keurmerk. Een slot en cilinder met SKG*** bieden de beste beveiliging, maar ook SKG** is al een stuk beter dan geen keurmerk. Hiermee hou je een inbreker minstens 3 minuten tegen.

Tip 2: Draai altijd je deur op slot, ook als je even weg bent

Het klinkt als een overbodige tip, maar veel mensen vergeten het: draai altijd je deur op slot als je weggaat, ook al is het maar even. Een inbreker heeft maar heel weinig tijd nodig om naar binnen te glippen en waardevolle spullen mee te nemen. Dus of je nu even de hond uitlaat of een boodschap doet, zorg dat je deur op slot zit.

Tip 3: Kies voor deurbeslag met een cilindertrekbeveiliging

Als je aan de buitenkant van je deur de cilinder kunt zien, dan is je beveiliging niet optimaal. Inbrekers maken steeds vaker gebruik van de 'cilindertrekmethode' om binnen te komen. Voorkom dit door te kiezen voor deurbeslag waarbij de cilinder wordt afgedekt met een plaatje. In dit plaatje zit een sleufje waar je de sleutel doorheen steekt om de deur te openen.

Tip 4: Plaats een anti-inbraakstrip (SecuStrip) op je voordeur

Vergeet je weleens je voordeur op slot te draaien? Dan kan een inbreker eenvoudig binnenkomen door met een stukje plastic de deur open te wrikken (ook wel flipperen genoemd). Een SecuStrip is dan een uitkomst. Deze stalen strip dekt de spleet tussen deur en kozijn af, waardoor flipperen onmogelijk wordt. Bovendien houdt een SecuStrip op de voordeur inbrekers maar liefst 11 minuten tegen als ze proberen de deur met geweld open te breken. Geen inbreker neemt zo veel tijd.

Tip 5: Beveilig ook je achterdeur met een anti-inbraakstrip

Gebruik ook voor je achterdeur een SecuStrip om te voorkomen dat inbrekers de deur openbreken met een koevoet. Zo voorkom je niet alleen een inbraak, maar ook flinke schade aan je deur en kozijn. SecuStrips zijn verkrijgbaar in verschillende kleuren, zodat je altijd een strip kunt kiezen die past bij jouw deur. Bovendien werkt een SecuStrip preventief: inbrekers zien de strip al van een afstand en zullen eerder afgeschrikt worden.

Tip 6: Plaats dievenklauwen bij de scharnieren van je achterdeur

Omdat achterdeuren meestal naar buiten opendraaien, zijn de scharnieren zichtbaar aan de buitenkant. Inbrekers kunnen dan de scharnierpennen eruit tikken om zo binnen te komen. Voorkom dit door 2 of 3 dievenklauwen te plaatsen. Dit zijn pennen aan de zijkant van je deur die in een stalen bus in het kozijn vallen als de deur dicht is. Hierdoor kan de deur niet meer uit het kozijn getild worden.

Tip 7: Beveilig ook het klapraampje en raam in of naast je deur

Veel mensen laten het klapraampje boven de achterdeur openstaan voor frisse lucht. Maar dit is een uitnodiging voor inbrekers. Beveilig het raampje daarom met een SecuBar barrièrestang, dan kan het raampje open blijven zonder risico.

Glas in of naast je voordeur staat mooi, maar inbrekers kunnen het makkelijk inslaan met bijvoorbeeld een stoeptegel. Voorkom dit door een stevige SecuBar Siertralie te plaatsen. Deze zijn verkrijgbaar in diverse vormen en maten.

Tip 8: Installeer een (deurbel)camera als aanvullende beveiliging

Beveiligings- en deurbelcamera's hebben een afschrikwekkende werking op inbrekers. Ze zijn bang om gefilmd te worden. Camera's zijn echter een aanvullende beveiliging. Zorg eerst dat je basisbeveiliging (sloten, anti-inbraakstrips etc.) goed op orde is. Anders weerhoudt een camera inbrekers er niet van om snel hun slag te slaan, zeker als ze een hoodie dragen en de camera hoog hangt.

Tip 9: Wek een bewoonde indruk

Zorg dat een inbreker niet kan zien dat u niet thuis bent. Laat het huis er zoveel mogelijk bewoond uitzien, ook als je kort niet huis bent. Dat gaat om kleine dingen. Een bewoond huis is zelden volledig opgeruimd. Er ligt altijd wel een krant of er staan koffiekopjes op tafel. Verwelkte bloemen en verdorde planten zijn een signaal dat er al dagen niemand in huis is geweest. 

Oud-inbreker Evert Jansen, die nu voor de Stichting Veiligheid & Preventie werkt, keek altijd naar de tuin:

“Een tuin die een beetje verwaarloosd is, wijst erop dat mensen langer weg zijn. Logisch, want als je er niet bent, kun je de tuin niet onderhouden. Dus staat het gras hoog of beginnen planten te verdorren. Of neem een huis waarbij de namen van kinderen bij de deurbel vermeld staan. Zijn om tien uur ’s avonds de gordijnen boven nog open, dan weet je dat het gezin er niet is. Als ze thuis zijn, liggen de kinderen immers op bed. Inbrekers letten heel goed op zulke signalen.”

Tip 10: Doe het samen met de buren

“Maak afspraken met de buren en help elkaar”, adviseert Ebe van der Land van de politie Amsterdam-Amstelland. 

“Het is een kleine moeite om de planten water te geven en de post op te ruimen. Vraag de buren het gras een keertje te maaien, en af en toe de auto bij u voor de deur te zetten. Ze kunnen ook ’s avonds de gordijnen dichtdoen, om ze de volgende ochtend weer open te doen. Voor mensen die hun buren niet kennen is dit een mooie gelegenheid om kennis te maken. Bovendien, het werkt wederzijds; als de buren met vakantie gaan, kunt u hun gras maaien en planten water geven.”

Tip 11: Gebruik tijdschakelaars

“Zet de verlichting op tijdschakelaars en doe dat op verschillende plekken in huis, zoals de woonkamer, de keuken en de slaapkamer”, adviseert Jansen. 

“Stel ze verschillend af, dus laat eerst de lamp in de keuken branden, daarna ook in de woonkamer. Laat het licht op verschillende momenten uitgaan. Een inbreker die twee keer langs loopt, ziet dan het licht op verschillende plekken branden en denkt dat er mensen thuis zijn. De gordijnen moeten natuurlijk dicht zijn, anders ziet een inbreker dat er niemand is.”

Tip 12: Denk om de schutting

Een hoge heg of schutting om de tuin biedt privacy, maar geeft ook beschutting voor inbrekers. Evert Jansen stal een keer zóveel dat de rechter dacht dat de inbraak door drie à vier mensen was gepleegd. “Er stond zo’n hoge schutting om het huis, dat niemand me kon zien. Ik heb eerst alle waardevolle spullen buiten gezet en daarna heb ik de auto ingeladen.” 

Zorg dus dat de voor- en achterdeur te zien zijn. Een buitenlamp, die gaat branden als er beweging is, zet een inbreker in de spotlights. En dat wil hij niet.

Tip 13: Sla tijdig alarm

“Inbrekers weten dat het in de maatschappij ieder voor zich is”, vertelt Jansen. “En daar maken ze gebruik van.'' 

''Ik geef al enkele jaren presentaties over inbraakpreventie. Ik ga eerst de wijk in om foto’s te maken van zwakke plekken in de beveiliging. Daarmee laat ik zien hoe makkelijk het is voor inbrekers. Vooraf meld ik me bij de politie en na afloop meld ik me weer af. Ik vraag altijd hoeveel mensen gebeld hebben omdat ik daar verdacht rondliep. Er wordt nooit gebeld. Bij onraad hebben we de politie nodig, maar het geldt ook andersom. De politie heeft onze meldingen ook nodig.”

Tip 14: Schrijf geen briefjes!

Niemand is zo naïef meer om een briefje op het raam te plakken met de mededeling: ‘Wij zijn er even niet’. Maar op internet ligt dat anders. Op sociale websites zoals Facebook en Twitter vertellen sommige mensen wanneer ze weg zijn. Of ze houden onderweg een weblog bij. In de VS zijn gevallen bekend van inbrekers die met die informatie aan de slag gaan. 

“Denk ook aan de afwezigheids­assistent van het e-mailprogramma”, zegt Van der Land. “Bij de politie schrijven we alleen dat we de mail niet kunnen beantwoorden. We zeggen er niet bij dat het vanwege vakantie is.”

Auteur