Sportdeelname onder 65-plussers neemt toe. In 2000 sportte nog ongeveer een op de tien, maar vorig jaar lag dit aantal een stuk hoger: namelijk vier op de tien.
Dit blijkt uit een onderzoek van het Mulier Instituut naar sportdeelname onder de leeftijdscategorieën 12 tot 79 jaar. De toename van het aantal 65-plussers dat wekelijks sport is opvallend, aangezien jongeren van 12 tot en met 19 jaar juist steeds minder sporten. Ook andere leeftijdscategorieën sporten meer. Hiermee steeg de gemiddelde sportdeelname van 52,2 naar 54,6 procent.
Vermoedens en verklaringen
Waarom jongeren steeds minder sporten, is niet duidelijk. De onderzoekers geven de opkomst van smartphones en social media als mogelijke verklaringen. Toch kunnen ze geen verband aantonen tussen sport en gebruik van smartphones en social media. Waarom 65-plussers juist meer sporten, is ook moeilijk te verklaren. Mogelijk komt dit door de bouw van sportcomplexen in de jaren 60, waarmee sporten algemener werd onder toenmalige jongeren. Zij hebben de afgelopen jaren de leeftijdscategorie 65-plus bereikt en dat kan een verklaring zijn voor de groei.
Sporten en opleidingsniveau
Wel bestaat er een verband tussen sportdeelname en opleidingsniveau. Voor elke leeftijdscategorie geldt: hoe hoger het opleidingsniveau, hoe hoger de sportdeelname. Gemiddeld sport 69 procent van de hoger opgeleiden, tegenover 33 procent van de lager opgeleiden.
