Niet meer de deur uit voor controles
Chronische patiënten lopen de deur van het ziekenhuis vaak plat voor controles. Vervelend en tijdrovend. Dankzij de moderne techniek kun je echter al veel thuis doen. Drie goede voorbeelden.
Bij veel chronische ziekten is de balans in het lichaam verstoord. De aanmaak van bloedsuiker is bijvoorbeeld ontregeld (diabetes), het hart raakt regelmatig van slag (hartritmestoornissen) of de longblaasjes zijn ontstoken (COPD).[ITEMADVERTORIAL]
De patiënten moeten daarom geregeld voor controle naar de huisarts of het ziekenhuis. Vaak blijkt alles dan in orde en is zo’n bezoekje eigenlijk onnodig geweest. Aan de andere kant: als de klachten ineens erger worden, is het vaak lastig om snel een afspraak te maken. Terwijl dat wel belangrijk is om erger te voorkomen. Het mooiste zou natuurlijk zijn als de dokter alle belangrijke waardes van zijn patiënten constant in de gaten kon houden. Dat is nu precies wat er gebeurt in zorg-op-afstandinitiatieven.
Voordelen zorg op afstand
De voordelen voor patiënten zijn legio. Je hoeft alleen naar het ziekenhuis te komen als het écht nodig is. Bij dreigend onheil kan de dokter dan snel ingrijpen, ook als je zelf nog niet doorhebt dat er iets mis is. Dit kan complicaties, ziekenhuisopnamen, maar bijvoorbeeld ook vervelende bijwerkingen voorkomen.
Zorgverleners hebben op hun beurt ook baat bij deze digitale zorg op afstand: ze houden meer tijd over. Niet onbelangrijk in een tijd waarin het personeelstekort in de zorg in een rap tempo toeneemt.
Bij diabetes, hartfalen en COPD: telemonitoring
Telemonitoring wil zeggen: het op afstand in de gaten houden en begeleiden van chronisch zieke patiënten. Het wordt nu vooral gebruikt bij diabetes, hartfalen en COPD. Patiënten krijgen thuis een speciaal meetsysteem geïnstalleerd, zoals de Health Buddy (Sananet), de Motiva (Philips) of de Telehealth Guide (Intel). Deze apparaatjes meten vitale lichaamswaarden (zoals de bloeddruk, het gewicht, de bloedsuiker of de longcapaciteit) en sturen die via de telefoonlijn of een draadloze verbinding naar de zorgverlener.
De zorgverlener kan de waarden dagelijks bekijken of hij ontvangt een bericht als de waarden afwijkend zijn. Soms krijgt de patiënt de waarden zelf ook te zien, soms niet. Bij een volgende afspraak weet de dokter dan precies hoe de aandoening zich heeft ontwikkeld en of een andere behandeling nodig is. Zo nodig kan hij die ook tussentijds aanpassen. Veel systemen waarschuwen patiënten bovendien wanneer ze hun medicijnen moeten innemen en geven hen informatie en advies over hoe ze zo goed mogelijk met hun klachten kunnen omgaan.
Bij wonden: thuiszorg neemt het over
Moeilijk genezende wonden, bijvoorbeeld een open voet of been als gevolg van diabetes, komen vaak voor bij ouderen. Deze patiënten moeten regelmatig naar het ziekenhuis. Dankzij Telewond Monitoring kan dat aantal bezoeken flink omlaag. Het werkt als volgt: de huisarts verwijst de patiënt naar de dermatoloog. Die stelt een diagnose en maakt een bijbehorend plan om de wond te behandelen. In samenwerking met de huisarts voert de thuiszorg dat plan vervolgens uit.
Bij elk controlebezoek (eens per vier weken, maar eerder als de wond niet naar verwachting herstelt) neemt de wijkverpleegkundige digitale foto’s. Via internet verstuurt ze die naar het ziekenhuis. De dermatologisch verpleegkundige of specialist beoordeelt de afbeeldingen binnen één dag. Blijkt een andere behandeling nodig, dan kan de wijkverpleegkundige daar direct mee beginnen. Zolang de wond goed geneest, vinden alle verdere controles digitaal plaats.
Bij trombose: online zijn en zelf prikken
In Nederland slikken zo’n 380.000 mensen antistollingsmiddelen vanwege trombose. Zij moeten regelmatig de stollingswaarde van hun bloed (laten) controleren. Dat kan bij een prikzuster van de trombosedienst, maar tegenwoordig ook online. De stichting Begeleide Zelfzorg en de Nationale Trombosedienst leren patiënten namelijk hoe ze zelf thuis de stollingswaarde van hun bloed kunnen meten, met behulp van een vingerprik. Via een beveiligde webpagina sturen ze de meetresultaten vervolgens naar een stollingsarts, die een op maat gesneden doseerschema opstelt.
Chatten met de dokter kan ook, bijvoorbeeld over het aanpassen van medicatie. Het onlinesysteem geeft veel vrijheid, omdat patiënten niet meer naar de trombosedienst hoeven. Zolang je een internetaansluiting hebt, kun je bijvoorbeeld ook tijdens je vakantie je stollingswaarde doorgeven. Verder is het vingerprikje minder pijnlijk dan bloedafname met een naald, zoals dat bij de 'gewone' trombosedienst gebeurt. Inmiddels maken zo’n zeshonderd trombosepatiënten gebruik van de onlinetrombosedienst.
- Plus Magazine