Sparen in het buitenland: goed idee?

Getty Images

Sparen op een buitenlandse rekening met een forse rente lijkt aantrekkelijk, maar blijkt vaak lastig te zijn. Banken maken het niet eenvoudig om over de landsgrenzen een rekening te openen. Bij een buitenlandse bank in Nederland sparen is daarentegen wel eenvoudig en voordelig.

Sparen in het buitenland, dat was tot voor kort vooral een manier om de Belastingdienst om de tuin te leiden.

Sinds de Europese Unie lidstaten verplicht om gegevens over buitenlandse vermogens uit te wisselen, is zwart sparen echter zo aantrekkelijk niet meer . Maar met de bedroevend lage rentes van de grote Nederlandse banken is er een ander argument voor in de plaats gekomen: vooral in landen buiten de Europese Unie, zoals Turkije, IJsland en Zuid-Afrika, bieden banken rentes die kunnen oplopen tot tien procent of meer.

Risico's: valutaschommelingen, geen depositogarantie

Maar waakzaamheid is geboden, zegt hoogleraar financiële economie Sylvester Eijffinger (Universiteit van Tilburg). ,,De hoge spaarrente die je op een buitenlandse rekening krijgt, loopt gelijk op met het risico dat eraan kleeft. Niet voor niets zijn de rentes vooral hoog in politiek instabiele landen. In Zuid-Amerika is het bijvoorbeeld wel voorgekomen dat er geen geld meer mocht worden uitgevoerd. Dan kun je als buitenlandse spaarder naar je centen fluiten.’’

Bovendien kan de waarde van buitenlands spaargeld dalen door valutaschommelingen, aldus de hoogleraar.

Voorbeeld: wie spaart in Turkije moet normaal gesproken euro's omwisselen tegen Turkse lira. Heeft de spaarder het geld na enige tijd weer nodig, dan moet hij weer terugwisselen naar euro’s om er in Nederland iets van te kunnen kopen. Als de Turkse munt in die tijd tien procent minder waard wordt, dan gaat zelfs bij een rente van tien procent het rendement in rook op. Verliest de lira nog meer terrein ten opzichte van de euro, dan maakt de spaarder zelfs verlies.

In Nederland geldt het zogenoemde depositogarantiestelsel: gaat een bank failliet, dan krijgt een rekeninghouder tot 20.000 euro zijn volledige tegoed terug. Daarboven geldt een eigen risico van tien procent voor tegoeden tot 40.000 euro. Niet overal in Europa bestaat zo’n garantieregeling. In sommige landen gaat de garantie niet verder dan 20.000 euro of geldt voor het volledige tegoed een eigen risico van tien procent. Buiten de Europese Unie (plus Liechtenstein, IJsland en Noorwegen) is het helemaal oppassen geblazen. Spaarders moeten daar zelf informeren of er een garantieregeling is en wat die dan inhoudt.

Buitenlandse rekening openen lukt niet

Zelfs als die hindernissen zijn overwonnen, blijkt het lang niet altijd eenvoudig in het buitenland een spaarrekening te openen. Banken eisen namelijk vaak dat spaarders woonachtig zijn in het land, waar de rekening wordt geopend. Je moet dus niet alleen op zoek gaan naar een bank met een hoge rente, ook moet je onderzoeken of je er als buitenlander wel terecht kunt.

In de Europese Unie zou het eenvoudiger moeten zijn, want Brussel wil dat de EU-burgers in elke willekeurige lidstaat een spaarrekening kunnen openen.

In de praktijk werpen banken allerlei (vaak administratieve) obstakels op om het hun klanten moeilijk of zelfs onmogelijk te maken te sparen bij een buitenlands filiaal. Navraag bij de Rabobank leert dat die bank ‘nee’ verkoopt aan Nederlandse spaarders die willen profiteren van de hogere rente in België. ,,Nederlanders kunnen geen rekening openen bij onze vestigingen in het buitenland,’’ zegt een woordvoerder, die eraan toevoegt dat de belastingregels nou eenmaal verschillen per land, net als de service van de bank.

Sparen bij buitenlandse bank - in Nederland

Wie te veel haken en ogen ziet aan sparen in het buitenland, kan zijn geld ook parkeren bij een buitenlandse bank in Nederland. Vooral Turkse en Russische banken geven veel hogere rentes op spaartegoeden (oplopend tot 5,45 procent bij een vijfjarig deposito) dan de grote Nederlandse banken. Voorbeelden zijn de Amsterdam Trade Bank, Garantibank, AK Bank en Credit Europe Bank. Deze banken vallen onder het garantiestelsel van De Nederlandsche Bank, zodat spaargeld tot 20.000 euro volledig is gegarandeerd. Het rendement is gemiddeld al vaak 25 procent hoger dan bij een Nederlandse bank.

Miljarden euro’s spaargeld keren terug naar Nederland

Mensen brengen hun spaargeld niet alleen om een hogere rente naar het buitenland, maar ook omdat ze - veelal ten onrechte - denken dat de Belastingdienst er dan geen zicht meer op heeft. Maar door internationale maatregelen in 2005 geven ook buitenlandse banken het spaargeld van hun Nederlandse klanten op. Uitzonderingen zijn België, Oostenrijk en Luxemburg waar buitenlandse spaarders in het land zelf belasting moeten afdragen. Als ze dat gedaan hebben moeten ze dat in Nederland melden om moeilijkheden te voorkomen.

De Belastingdienst geeft al sinds 2001 spaarders in het buitenland de kans om via een inkeringsregeling schoon schip te maken door het spaargeld alsnog op te geven. De afgelopen jaren hebben 4500 spaarders in het buitenland dat gedaan en samen bijna 135 miljoen euro vrijwillig gemeld.

Dat lijkt een gering bedrag, maar in Nederland is spaargeld belast in box 3. Het gaat hier om een belastingheffing van 30 procent over een fictief rendement op het vermogen van 4 procent. In totaal 1,2 procent van het totale vermogen. Deze 4500 inkeerders hadden dus samen vermogen in het buitenland van meer dan 10 miljard euro. En dan is het nog maar een klein percentage van het totaal aan spaargeld dat in het buitenland gestald is. De maatregel geldt dus ook voor financiële instellingen in de EU.

Vorig jaar ontving de Belastingdienst 21 miljoen euro van een groep van bijna 350 inkeerders. Hiermee konden ook zij grotendeels voorkomen een boete te moeten betalen als hun buitenlandse bank hun tegoeden zouden aangeven. De inkeerders voorkomen dan dat ze een boete krijgen of zelfs strafrechtelijk vervolgd worden. Sinds begin dit jaar is er al een lichte stijging in het aantal inkeerders waar te nemen, aldus de Belastingdienst.

Tientallen buitenlandse rekeninghouders hebben zich sinds het begin van dit jaar gemeld door gebruik te maken van het formulier op de site van de Belastingdienst. Het ging met name om mensen die geld hadden staan op rekeningen in Zwitserland, Luxemburg en Duitsland.