Mag het ietsje meer zijn?

(dan 2% rente)

Getty Images

Sparen levert door de lage rente, de inflatie en de fiscus bijna niets meer op. Wat zijn risicoloze alternatieven met meer rendement?

De spaarrente is de afgelopen jaren gezakt tot rond de 2 procent. Dat is niet eens genoeg om de inflatie bij te houden. Wie meer dan €21.139 aan vermogen heeft, betaalt over het meerdere ook nog eens 1,2 procent aan vermogensrendementsheffing (in box 3).

Een spaarrekening is nog altijd de veiligste manier om rendement op uw geld te krijgen. Wie niet meer dan €100.000 per bank spaart, loopt dankzij het garantiesysteem van de banken nagenoeg geen risico dat het geld verloren gaat. Maar die spaarrekening is tegelijkertijd de ­beleggingsvorm die het minst oplevert. Zonder al te veel risico kunt u meer uit uw spaargeld halen.

Rente krijgen op de betaalrekening
Enkele banken – onder andere ASN Bank en Knab, de nieuwe consumentenbank van Aegon – geven rente op een positief saldo van de betaalrekening. U hoeft daarom minder met geld te schuiven tussen betaal- en spaarrekening.

Voordeel: Elke euro die u niet uitgeeft, levert rente op.
Nadeel: De rente op de betaalrekening is met gemiddeld 1 procent nóg lager dan de spaarrente. Het blijft daarom verstandig geld dat u niet direct nodig hebt op een aparte spaarrekening te zetten.

Langer vastzetten op deposito
Als u geld voor langere tijd vastzet op een spaardeposito, krijgt u een hogere rente. Daar staat tegenover dat u gedurende de looptijd niet aan uw geld kunt komen. Bij sommige banken kunt u het geld wel voortijdig opnemen voor bepaalde doelen, bijvoorbeeld voor de aankoop van een huis. Ook zijn er banken waar u tegen betaling van een boete voortijdig geld kunt opnemen.

Om een idee van het rendement te geven: op een deposito met een looptijd van drie jaar is 2,5 tot 3 procent haalbaar en bij een looptijd van tien jaar 3,5 tot 4 procent. Net als bij een gewone spaarrekening zijn de verschillen tussen de banken groot en loont het om te shoppen.

Voordeel: Hogere rente.
Nadeel: Als uw bank de spaarrente verhoogt, stijgt uw depositorente niet mee. Verder kunt u niet of alleen onder bepaalde voorwaarden tussentijds geld opnemen.

[[image file="2013-05/geldhuis400.jpg" alt="Hypotheek" ]]

Banksparen voor pensioen
Wie nog geen 65 is, kan misschien banksparen voor zijn pensioen. Daarmee stopt u geld in een potje dat u pas weer mag opnemen als u AOW krijgt. Voordeel is dat het ingelegde bedrag, waarover u rente ontvangt, aftrekbaar is voor de belasting. Pas als u met pensioen gaat en het geld laat uitkeren, betaalt u inkomstenbelasting. Omdat de eerste twee belastingschijven voor gepensioneerden lager uitvallen dan voor niet-gepen­sioneerden, kunt u op die ­manier belastingvoordeel behalen. Ander voordeel van banksparen is dat u over het gespaarde bedrag geen vermogensrendementsheffing van 1,2 procent per jaar betaalt.

U moet zich wel aan bepaalde regels houden. Zo moet u een pensioengat kunnen aantonen. De meeste werknemers die zijn aangesloten bij een pensioenfonds of pensioenverzekeraar, komen niet voor pensioensparen in aanmerking. Verder mag u tot uw pensioen niet aan het geld komen en daarna moet u de uitkeringen spreiden over minimaal vijf jaar; u mag het bedrag dus niet in één keer opnemen. Ten slotte is de jaarlijkse inleg, de zogeheten jaarruimte, gemaximeerd tot een bepaald percentage van uw inkomen. Op de site van de Belastingdienst kunt u met een rekenprogramma ­uitrekenen wat de jaarruimte is.

Voordeel: Lagere belastingdruk in box 1 en box 3.
Nadeel: Strenge regels: de meeste werknemers komen er niet voor in aanmerking; het te sparen bedrag is gemaximeerd; en u kunt tot uw pensioen niet meer aan het geld komen.

Hypotheek aflossen
Als u zowel een schuld als spaargeld hebt, is het doorgaans verstandig het spaargeld te gebruiken om op uw lening af te lossen. Als de rente die u betaalt hoger is dan de rente die u ontvangt, levert aflossen in principe geld op. Een speciaal geval is de hypotheek. Omdat de hypotheekrente aftrekbaar is van uw inkomen, is de rente die u netto – dus na belastingen – kwijt bent, lager dan het percentage dat u aan de bank betaalt. Met een belastingtarief van 42 procent en een hypotheekrente van 5 procent, betaalt u netto maar 2,9 procent (100 procent – 42 procent = 58 procent van de ­betaalde hypotheekrente).

Als u meer dan €21.139 aan vermogen hebt, levert een spaarrente van 2 procent niet meer dan 0,8 procent netto op (2 procent – 1,2 procent vermogensrendementsheffing in box 3).

Het netto-voordeel van aflossen is in dit geval dus 2,1 procent per euro per jaar (2,9 procent – 0,8 procent).

Nadeel is dat elke afgeloste euro voortaan in uw huis zit. Los daarom alleen af als u nog genoeg reserves hebt om van te leven en om onverwachte tegenvallers op te vangen.

Voordeel: Blijvend lagere woonlasten.
Nadeel: Het spaargeld is niet langer beschikbaar omdat het in het huis zit.

[[image file="2013-05/beleggen-400.jpg" alt="Beleggen" ]]


Beleggen met garanties

Verschillende banken, zoals de Rabobank en ING, geven beleggingsproducten uit met garanties, zogeheten gestructureerde producten. Deze producten hebben een vaste looptijd en betalen meestal op de einddatum een bepaald bedrag gegarandeerd terug. Daarnaast ontvangt u een rente die aanzienlijk hoger kan zijn dan de spaarrente. De hoogte van de rente hangt bijvoorbeeld af van de prijsontwikkeling van de beursindex of bepaalde grondstoffen. Soms is er een gegarandeerde minimumrente.

Op deze manier kunt u profiteren van bijvoorbeeld de stijging van de aandelenkoersen, terwijl het risico van een daling dankzij de garantiewaarde beperkt is.

De prijs van deze garantiewaarde is dat u minder profiteert van een stijging dan wanneer u de ‘echte’ aandelen zou hebben gekocht. Bovendien geldt de garantiewaarde alleen op de einddatum en kunt u bij tussentijdse verkoop verlies maken.
 
Een nadeel van deze producten is dat ze vrij ingewikkeld in elkaar zitten. En hoewel het risico klein is, bestaat er altijd een kans dat de uitgevende bank failliet gaat. Dan is ook de garantiewaarde weinig waard.   

Voordeel: Kans op een hoger rendement dan bij sparen door de garantie dat u op de einddatum een bepaald minimum­bedrag terugkrijgt.
Nadeel: Vaak ingewikkelde producten die u moet begrijpen voor u erin investeert.

Een familiebank openen
Om het rendement op uw spaargeld te verhogen, kunt u geld uitlenen aan familieleden, bijvoorbeeld aan uw kinderen. U speelt dan bank. Als iedereen zich aan de regels houdt, kan dat zelfs met behoud van de aftrekbaarheid van de hypotheekrente.

Voorbeeld: uw dochter heeft een hypotheek van €200.000 waarover zij 5 procent hypotheekrente betaalt. U neemt €20.000 van die hypotheek over – in plaats van de bank leent u dat bedrag dan uit aan uw dochter – en vraagt een rente van slechts 4 procent. Uw dochter heeft dan het voordeel van een lagere rente, terwijl u een hogere rente krijgt dan op een spaarrekening. De Belastingdienst eist wel dat uw dochter de rente ook elk jaar echt betaalt, anders vervalt de aftrekbaarheid. Voor deze zogeheten familiebank is geen notaris nodig; het is wel zaak een en ander goed op papier te zetten.

Voordeel: Hoger rendement dan bij ­sparen.
Nadeel: Betalingsproblemen kunnen niet alleen uw spaargeld maar ook de familieverhoudingen aantasten.