Mijn verhaal: ‘Het geestelijk pesten ging door. En eigenlijk was dat nog erger’

Gepest worden in je jeugd heeft grote gevolgen

Oudere man slapeloze nachten
Getty Images

Iedereen op mijn werk weet het: ik kan behoorlijk opvliegend zijn. Als collega’s of ikzelf onbeleefd behandeld worden, ga ik daar fel tegenin. Vooruit, soms een beetje te fanatiek. Wat daar de oorzaak van is, daar heb ik veertig jaar over gezwegen. Ik had het verwerkt en vond dat het geen zin had het op te ­rakelen. Totdat ik een paar maanden geleden zonder duidelijke aanleiding flauwviel.

De praktijkonder­steuner van de huisarts advieerde me toch over mijn verleden te gaan praten. Het zit zo: als kind ben ik gepest. Dat begon in de ­eerste klassen van de lagere school. Wanneer ik van en naar huis liep, werd ik lastiggevallen en in elkaar ­geslagen. Later stopte dat, maar op de middelbare school in de grote stad was het vanaf dag één weer raak. Als klein dik jongetje in de verkeerde kleding werd ik direct het pispaaltje. Ze scholden me uit en sloegen me. En ik was niet sterk en mondig genoeg om mezelf te verdedigen. 

Bij mijn ouders vond ik ­helaas weinig steun. Mijn vader was zelf altijd populair geweest en kon weinig met mijn verhalen, mijn moeder had haar eigen problemen. Ondertussen leefde ik in een ware hel. Ik heb op het punt gestaan om een einde aan mijn leven te maken door van de flat van mijn opa en oma te springen. ­Gelukkig werd mijn plan verstoord door een ouder echtpaar dat een praatje met me kwam maken. ­Volgens mij vertrouwden ze de situatie niet. Na mijn 16de konden mijn pestkoppen me er fysiek niet langer onder krijgen. Het geestelijk pesten ging wel door, en eigenlijk was dat nog erger. Pas toen ik een baan kreeg, als kapper, werd ik communicatief sterker. 

Toen ik in militaire dienst ging, wist ik één ding zeker: ik zou me niet meer op mijn kop laten zitten. De ­eerste de beste keer dat iemand vervelend tegen me deed, heb ik stevig uitgehaald. Inmiddels ben ik 61. Ik ben getrouwd, vader van twee zonen en zelfs opa. Het pesten heb ik achter me ­gelaten. Maar toch, de littekens verdwijnen nooit ­helemaal. Het maakt dat ik slecht tegen onrecht kan en dat zal mijn omgeving weten ook. Het is dat ik zo goed ben in mijn werk, anders was ik vast weleens ontslagen omdat ik zo uit mijn slof kan schieten. Mijn pestverleden heeft ook invloed gehad op hoe ik als vader ben geweest; ik was behoorlijk streng. ­Tegelijkertijd was ik zorgzaam: toen ik in de gaten kreeg dat mijn oudste zoon niet zo weerbaar was, heb ik hem direct opgegeven voor karate. 

Ik merk dat het me goed doet om eindelijk wél over mijn ­pestverleden te praten. Bij mij stopte het pesten ­tenminste nog als ik na school naar mijn eigen dorp ging. Tegenwoordig gaat het pesten online gewoon verder. Dag en nacht. Als dat bij mij zo was geweest, was ik geheid wél van die flat gesprongen.”

Bron 
  • Plus Magazine