7 feiten en fabels over het openbaar vervoer

Getty Images

Het is dinsdagmiddag 17.00 uur. De trein van Amsterdam naar Utrecht zit tjokvol. Je past er maar net bij, maar als gevolg daarvan moet je de hele rit staan. In de eerste klas zijn genoeg stoelen vrij. Mag je daar nu gaan zitten? PlusOnline onderscheidt de feiten van de fabels over het openbaar vervoer.

1. Ik ben verplicht om mee te werken aan een reizigersonderzoek.

Fabel. Reizigersonderzoek is geen kaartcontrole. Conducteurs van de NS zijn bevoegd opsporingsambtenaar. Zij mogen dus een boete of uitstel van betaling uitschrijven. Medewerkers van Ipsos  (het marktonderzoeksbureau) zijn dat niet.

2. In de trein mag ik een biertje drinken.

Feit. Mits je geen overlast veroorzaakt. Dit is overigens alleen geldig voor niet-feestdagen. Op feestdagen, zoals Koningsdag, is het wel verboden om alcohol te drinken in de trein. Zo is het dit jaar op Koningsdag van dinsdagavond 26 april 19.00 uur tot donderdagochtend 28 april 7.00 uur verboden om alcohol in de trein en zelfs op het station te drinken. De winkels op het station verkopen dan ook geen alcoholhoudende dranken.

3. Als ik na het fluitsignaal nog snel in kan stappen, mag dat.

Fabel. De betekenis van het fluitsignaal is: ‘niet meer instappen’. Volgens de NS zien veel reizigers het eerder als een aansporing om een sprintje te trekken en nog snel de trein in te springen. Om gevaarlijke situaties te voorkomen, sluit de conducteur de deuren in zo’n geval later dan de bedoeling is. En terecht, want veiligheid gaat voor alles. Helaas leidt dit tot vertragingen en verstoringen in de dienstregeling. Het is dus écht niet toegestaan om na het fluitsignaal in te stappen.

4. Bij een rookzone mag je ook blowen.

Fabel. In Nederland geldt een gedoogbeleid en daarmee is geregeld dat blowen alleen is toegestaan in de daarvoor bestemde ruimte. In een koffieshop of thuis bijvoorbeeld. In openbare ruimtes is het dan ook verboden, alleen wordt er niet actief gezocht naar mensen die wiet bij zich hebben. Daarnaast kan blowen overlast bezorgen bij andere reizigers en daarmee is 'de blower' in overtreding, dit past in het kader van verstoring van de openbare orde, rust en veiligheid.

5. In de bus moet je altijd voorin instappen.

Feit (ten dele). Het is de bedoeling dat je bij bussen altijd voorin instapt en achterin uitstapt. Als het erg druk is en de buschauffeur ook aangeeft dat je achterin in mag stappen (bijvoorbeeld door de achterdeuren open te doen), mag je ook daar instappen.

6. In de stiltecoupé moét je stil zijn.

Feit. Het is wel voor een deel aan de reizigers om zelf om hierop te handhaven. Als de conducteur het treinstel binnenkomt terwijl er wordt gepraat, zal hij de reizigers daarop aanspreken. Is de conducteur er niet, dan is het aan de reizigers om elkaar aan te spreken.

7. Als ik in de tweede klas niet kan zitten, mag ik ook in de eerste klas plaatsnemen.

Fabel. Dat mag in principe niet. De conducteur geeft er soms wel toestemming voor, dan is het natuurlijk wel toegestaan. Ga er alleen niet zelf zonder toestemming zitten. Dan riskeer je een boete.

NS-woordvoerder Eric Trinthamer zegt daarover tegen Radar: “Vergelijk het met files op de weg. 21 uur per dag kun je heel mooi autorijden. Maar er zijn tijden op de dag dat je toch echt vast staat wanneer je een grote stad in of uit wilt. Dat hoort erbij in een land waar we met 17 miljoen mensen wonen en waarvan er elke ochtend zo’n 9 miljoen naar een andere plek willen.”

Tip! Is het zo druk in de trein dat je niet kan zitten? Maak hier een melding van in de NS-app. Ook kun je de drukte-indicator in de app gebruiken. Die indicator geeft aan welke drukte u in een bepaalde trein kunt verwachten. Klik hier voor meer informatie.

Bronnen: NS, Radar, QBuzz

Auteur