‘Woestijnen in de zee’: daar lijken de zandbanken op die voor onze kusten liggen. Je kunt er heerlijk overheen wandelen – en genieten van de leegte en de stilte. John Jansen van Galen beschrijft de mooiste vijf.
In de heiige lucht zien we vaag de haveninstallaties op de Maasvlakte, dichterbij liggen containerschepen in een wachtrij voor de monding van de Nieuwe Waterweg tot ze aan de kade gelost of beladen kunnen worden. En als we ons omkeren, zien we het silhouet van het Kurhaus en het staketsel van de Pier van Scheveningen. Het volle leven lijkt vlakbij, maar hier is het volkomen leeg, en nagenoeg stil. Rondom ons strekt een licht golvende zandvlakte zich schier eindeloos uit, de branding kabbelt zachtjes aan onze voeten.
We zijn de laatste duinenrij overgegaan – die hier meteen de enige duinenrij is – en lopen via een brede dam, met rechts van ons een binnenmeer waarover een eenzame surfer zich door de wind voort laat slepen, een enorme zandplaat op. We zetten koers naar een ranke stalen toren in de verte, in de wijde omgeving het enige menselijke bouwwerk: de Argustoren, genoemd naar de Griekse mythologische reus met wel honderd ogen. Acht camera’s erbovenop houden de ontwikkeling van de Zandmotor DeltaDuin, zoals de officiële naam van deze kunstmatige zandplaat luidt, nauwlettend in het oog.
Brutale meeuwen
De wandelaar kuiert bij Kijkduin – al kan hij ook beginnen in Monster of Ter Heijde – het oude, vertrouwde strand op en volgt zuidwaarts de lagune of mui tot waar hij het schiereiland van de Zandmotor kan betreden. In anderhalf uur, of neem meer tijd want het is prettig hier wat te slenteren, kan hij die rondlopen. Als enig gezelschap heeft hij strandlopertjes en krijsende meeuwen die, brutaal, niet eens de vlucht nemen. In de beschutting van zwerfkeien en juthout hebben zich zandhoopjes vastgezet. Een hoopvol beginsel van nieuwe duinen, heel klein en teer. ‘Muss noch wachsen’, zou wijlen de kunstenaar-dichter Armando vertederd zeggen.
De wind steekt op, zandstraalt onze blote onderarmen en maakt in het zand het soort patronen dat we kennen van kunstfoto’s uit de Sahara. Er groeit haast niets, behalve plukken helm- en buntgras op die beginnende duintjes. En zowaar vinden we al een paar zeeraketjes. Maar het zal vast niet lang meer duren eer hier zeekraal de kop opsteekt, waarop je zo lekker kunt knabbelen, en zoutmelde, of Engels gras met zijn hardroze bloemetjes.
Op een hoge paal wijst een handje naar het niets. Een bord waarschuwt tegen mogelijk snel opkomend water en drijfzand. Aan de vloedlijn zien we drie in elkaar geschoven oranje pylonen en een ‘steenmannetje’, zoals we dat kennen uit onherbergzame bergstreken, als baken voor de wandelaar. Maar je kunt hier niet verdwalen. Het badstrand is nooit ver weg en de transen van een kloeke ouderwetse watertoren steken boven de duinen uit. We lopen langs de vloedlijn verder tot waar, tegenover de boulevard-in-wording van Kijkduin, de lagune uitmondt in zee, in een kleine delta vol bruine houtjes en latjes. Ballast van een vrachtvaarder die hout vervoerde?
Nieuwe zandbank
De zon komt door het wolkendek en zet alles rondom ons in een blije gloed. We zijn hier volkomen alleen, op twee wandelaars na, heel ver voor ons, bijna onzichtbaar. Verder niets, behalve de hallucinerende werking van de weidsheid. Maar dan zien we die wandelaars wadend oversteken naar het strand. Het water staat er blijkbaar laag genoeg voor.
En even bevangt ons de vrees dat de lagune op den duur zal verzanden. Kan dat gebeuren? De Argustoren zal het ongetwijfeld registreren, maar als het onverhoopt werkelijk zo mocht gaan: geen nood! Rijkswaterstaat heeft inmiddels al een nieuwe zandbank op het oog, die tussen Katwijk en Noordwijk het geweld van de zee zal moeten breken. Maar ga, totdat die is aangelegd, vooral eerst nog naar de Zandmotor!
De duinen zijn erg smal tussen Den Haag en Hoek van Holland, evenals het strand; dat zien we als we naar de Zandmotor wandelen. En het land erachter is laag: als de kustverdediging het hier begaf, zouden heel Zuid-Holland en de helft van Utrecht door de zee overspoeld worden, tot aan de Heuvelrug toe.
Elk jaar kalfde het strand hier af en was ruimschoots ‘zandsuppletie’ nodig. Een kostbaar karwei, uitgevoerd door talrijke grommende werktuigen en machines. Het was een soort tantaluskwelling, want er kwam nooit een definitief einde aan. Steeds weer moest nieuw zand, uit zee gewonnen, worden opgeworpen.
Maarten Tromp
Wie op het idee kwam lees ik nergens: waarom leggen we niet een nieuwe grote zandbank voor de kust aan om de kracht van de zee te beteugelen? Het leek het ei van Columbus. Vanaf 2011 is met 22 miljoen kuub zand uit de zeebodem bij Ter Heijde (op school leerden we dat luitenant-admiraal Maarten Tromp daar in 1653 bij een slag in de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog omkwam) een ‘zandhaak’ aangelegd. Het moet er een inferno van draglines en shovels zijn geweest, maar sedertdien was zandsuppletie voorlopig niet meer nodig.
Voorlopig? Er was gerekend op een levensduur van twintig jaar, maar bij onderzoek na vijf jaar bleek dat de Zandmotor wel langer zal beklijven. Het zand verspreidt zich noord- en zuidwaarts, maar nog niet zo dat de zandhaak helemaal door de zee verzwolgen wordt.
Het gebied is de ‘dynamische kustnatuur’ gaan vertonen die we van elders langs onze Noordzee kennen. Een zeldzame soort als de blauwe zeedistel is al aangetroffen en de Zandmotor kwam te boek te staan als ‘internationaal bekend innovatie-icoon’. Waarin een klein land groot kan zijn!
Waarom is wandelen eigenlijk zo gezond? Lees het op: https://www.plusonline.nl/sporten/daarom-is-wandelen-zo-gezond
Nog 4 mooie ‘Woestijnen aan zee’:
- De Hors, Texel. Het is mijn favoriete zandplaat, aan de zuidwestzijde van het eiland. Je hebt er het gevoel dat je de rode vuurtoren van Huisduinen en de oorlogsschepen in de haven van Den Helder zou kunnen aanraken, maar je bent ervan gescheiden door de golvende zee en het woelige Marsdiep waarover je de enorme veerboten naar Texel ziet voortschuiven. Om je heen kilometers leegte met soms een uit jutgoed opgetrokken kunstwerk. Noordwaarts loop je zeker een uur voordat je koffie kunt drinken bij Strandpaviljoen Paal 9.
- Het Zwin, Cadzand. Toen eeuwen geleden het Zwin verzandde, was dat de dood van Brugge als havenstad, maar de geboorte van een prachtig getijdengebied dat bij elke vloed volstroomt en waar de wandelaar zijn weg moet zoeken langs grillige kreken, waarin het water kolkt en woelt, met voor zich de skyline van Knokke-Heist. Stel je wel van tevoren goed op de hoogte van het tij, anders kom je niet meer terug uit België!
- De Hôn, Ameland. Aan de oostkant is het eiland, voorbij de kwelders van het Oerd, steeds verder opgeschoven naar Schiermonnikoog. Er zijn woeste duinpartijen met steile hellingen vol ongerept zand waarin alleen vogels hun voetafdruk zetten. Paden zijn er niet, alleen aan weerszijden van je zee: links de Noordzee, rechts de Waddenzee. Trek er een dagje voor uit, want terug naar de bewoonde wereld is ver.
- De Noordsvaarder, Terschelling. Ja, de Boschplaat is beroemder, maar ik geef toch de voorkeur aan de Noordsvaarder, vlak bij West, de hoofdplaats van het eiland. Als die helemaal droogvalt, met zijn lichtgroene wieren op kleiige grond, lijkt Vlieland zo dichtbij dat je erheen denkt te kunnen springen. Nietige figuurtjes zijn met schepnetten in de weer, kinderen vangen kreeftjes. Op een hoog duin ziet de vuurtoren Brandaris uit over de plaat en aan de voet van de duinen kun je die helemaal overzien vanaf het terras van Paviljoen De Walvis.
- Plus Magazine