‘Iedereen moet concreet voelen dat het beter gaat’, beloofde de overheid ons tijdens Prinsjesdag. De koopkrachtplaatjes toonden toen voor bijna iedereen een verbetering. Maar kloppen die beloftes?
Tijdens de derde dinsdag van september in 2018 klonk het nog veelbelovend: gemiddeld gaat de koopkracht er 1,6 procent op vooruit. Alle mooie beloftes ten spijt, waren de reacties terughoudend: eerst zien dan geloven. Niet zo vreemd, want uit onderzoek door de Universiteit van Leiden blijkt dat een door de overheid beloofde lastenverlichting vaak uitblijft.
In december 2018 volgde het eerste slechte nieuws: volgens energievergelijkers zou de energienota met honderden euro’s per jaar omhoog gaan. De overheid en enkele andere partijen gingen in eerste instantie nog uit van een jaarlijkse stijging van 150 euro.
De veel hogere schatting werd destijds nog afgedaan als ‘bangmakerij’, maar nu blijkt dat de overheid verkeerd heeft gerekend. De energienota stijgt dit jaar enorm.
Ook dat raakt de koopkracht van bijna iedereen.
Kort daarna volgde nog meer slecht nieuws: er dreigt nog steeds een korting op de pensioenen van miljoenen Nederlanders. Deze korting laat nog even op zich wachten, maar in 2020 is voor oud-medewerkers in de metaal de kans groot dat ze een lager pensioen krijgen. Dat gaat, alle beloften van de overheid ten spijt, direct ten koste van de koopkracht.
Ga ik er wel op vooruit in 2019?
Deze tegenvallers kunnen betekenen dat de koopkracht dit jaar minder stijgt dan verwacht en zelfs daalt. Maar dat hoeft niet voor iedereen zo te zijn. De AOW is dit jaar bijvoorbeeld met enkele tientjes per maand gestegen. Dat is meer dan in voorgaande jaren.
Bovendien is inkomen nu minder zwaar belast dan vorig jaar en dat zou -afhankelijk van het inkomen- tot honderden euro’s voordeel kunnen leiden.
Voor hulp vanuit de gemeente geldt nu in de meeste gevallen een lager standaardtarief. In veel gemeenten is hulp daardoor goedkoper en dat komt de koopkracht ten goede. Net als de verlaging van het eigen risico voor medicijnen.
De rente blijft laag, terwijl de woningwaarde op veel plaatsen hard stijgt. Daardoor stijgen onder meer regionale belastingen, meestal met enkele tientjes per jaar. Maar zo’n hoge WOZ kan er ook voor zorgen dat u de hypotheekrente kunt verlagen. Dat kan de hypotheekkosten met honderden euro’s per jaar verlagen.
Hoe deze maatregelen uitpakken is voor iedereen verschillend; een gemiddelde koopkrachtstijging wil niet zeggen dat u er zonder meer op vooruit gaat.
De Koopkrachtberekenaar van het Nibud geeft iets preciezer beeld en u kunt zelf wel een aantal zaken controleren om te zien of u krijgt waar u recht op heeft en besparen op onnodige kosten
Dit kunt u zelf doen voor meer koopkracht
- Energienota: controleer wat u nu betaalt en kijk of en overstap voordeel oplevert. Websites als Pricewise.nl en Gaslicht.com kunnen helpen met zo'n vergelijking en de overstap.
- Voorlopige teruggaaf: krijgt u al geld terug van de Belastingdienst? Of nog niet? De kans bestaat dat u in 2019 minder (inkomsten)belasting hoeft te betalen dan vorig jaar. Wat dat voor u betekent merkt u pas definitief bij de aanslag die u in 2020 invult. Tenzij u gebruik maakt van een voorlopige teruggaaf. Informeer bij de Belastingdienst naar de mogelijkheden. Belastingtelefoon: 0800-0543.
- Hypotheek: controleer of er sprake is van een 'risico-opslag'. Deze opslag berekent de bank aan de hand van de verhouding tussen de hypotheekschuld en de waarde van de woning. Door de sterk gestegen prijzen kan de WOZ-waarde van uw woning nu zo hoog zijn, dat u geen of minder risico-opslag hoeft te betalen. Soms is een mailtje naar de bank voldoende.