Steeds minder pensioenfondsen

Getty Images

Het aantal Nederlandse pensioenfondsen blijft razendsnel krimpen. Van de meer dan duizend pensioenfondsen in 1997 zijn er nu nog slechts 268 over. Het afgelopen jaar stopten 29 fondsen ermee.

Sinds het 'algemene pensioenfonds' (APF) vorig jaar zijn intrede deed, zijn de pensioenen van tienduizenden Nederlanders al naar zo'n pensioenfonds nieuwe stijl verhuisd. Het gaat voornamelijk om werknemers en gepensioneerden die bij een klein en wankel ondernemingspensioenfonds waren aangesloten dat zichzelf heeft opgeheven. Een algemeen pensioenfonds kan dankzij zijn schaalgrootte goedkoper werken, wat in principe gunstig is voor de pensioenvooruitzichten van de deelnemers.

180.000 noodgedwongen verhuisd

Sinds juli 2016 zijn bijna 180 duizend Nederlanders noodgedwongen naar een nieuwe pensioenuitvoerder verhuisd. Het einde van de krimp is niet in zicht: nog eens 45 pensioenfondsen hebben tegenover toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) te kennen gegeven dat ze zichzelf binnenkort zullen opheffen.
De kaalslag onder de kleintjes heeft alles te maken met de steeds strengere eisen van de toezichthouder. Dat maakt het vinden van geschikte bestuurders soms een onmogelijke opgave. Een andere oorzaak zijn de hoge uitvoeringskosten. Vele kleine pensioenfondsen zien de kosten per deelnemer de pan uit rijzen. Volgens berekeningen bedragen die bij tientallen kleine fondsen meer dan 700 euro per persoon per jaar. Bij grotere fondsen, die efficiënter kunnen werken, is dit vaak minder dan de helft. Die kosten gaan ten koste van het toekomstige pensioen.

Van het verdwijnen van pensioenfondsen profiteren vooral de gevestigde partijen: sommige grote bedrijfstakpensioenfondsen, zoals PGB, en de commerciële verzekeraars. Sinds kort weten een paar nieuwkomers die gevestigde orde aardig wat vliegen af te vangen: de zogenoemde 'algemene pensioenfondsen' (APF's) dingen nadrukkelijk mee naar de inboedel van de gestopte pensioenfondsen. APF's zijn niet aan één bedrijfstak of onderneming gebonden en kunnen meerdere, zeer verschillende pensioenregelingen tegelijk beheren.


In 2016 richtte Aegon als eerste zo'n APF op. Concurrenten als Centraal Beheer, Delta Lloyd, NN en ASR hebben sindsdien hetzelfde gedaan.

bron: de Volkskrant

Auteur