Veelgestelde vragen over isoflavonen

Wat doen ze bij overgangsklachten?

Sojaproducten
Getty Images

De laatste jaren hoor je meer en meer over de rol van isoflavonen bij overgangsverschijnselen, osteoporose en andere gezondheidsklachten. Maar wat zijn isoflavonen eigenlijk? Waar zitten ze in en hoe werken ze? De meest gestelde vragen over isoflavonen.

Wat zijn isoflavonen?

Isoflavonen zijn plantaardige stoffen die tot de polyfenolen behoren. Isoflavonen komen voor in peulvruchten (vooral in soja), lijnzaad en enkele andere groenten en granen. Ook rode klaver is een belangrijke bron van isoflavonen. Deze isoflavonen maken fyto-oestrogenen aan: genisteïne en daidzeïne. Het woord 'fyto-oestrogenen' is een samenstelling van het Griekse phytos (=plant) en oestrogenen. Het zijn dan ook stoffen die sterk lijken op het vrouwelijk geslachtshormoon oestrogeen. De werking van isoflavonen is echter veel minder krachtig dan van het lichaamseigen hormoon oestrogeen (de effectiviteit is zo'n 1000 keer lager).

Wat is er bekend over isoflavonen en de overgang?

Tijdens de overgang gaan de eierstokken minder oestrogeen en progesteron produceren. Dit gaat vaak gepaard met vervelende overgangsverschijnselen als opvliegers en stemmingswisselingen. In landen waar mensen veel sojaproducten eten, blijken deze overgangsverschijnselen minder voor te komen. Onderzoek heeft aangetoond dat soja de ernst van opvliegers met maar liefst 26 procent vermindert.

Soja wordt voor verschillende voedingsmiddelen gebruikt. Het bekendste daarvan is sojamelk. Andere sojaproducten zijn tofu, miso, tempeh, sojasaus en sojaspruiten. Verder worden sojaderivaten in heel wat voedingsproducten verwerkt, vooral in vleesvervangers. Supplementen met isoflavonen blijken dezelfde werking te hebben als isoflavonen uit voeding, hoewel de ene vrouw er meer baat bij heeft dan de andere. Het genisteïne-gehalte lijkt hierbij een grote rol te spelen.

Wat is de relatie tussen isoflavonen en botontkalking?

Oestrogeen stabiliseert en maakt de botstructuur sterker. Feitelijk beschermt de eigen hormoonproductie vrouwen dus tegen osteoporose. Tijdens en na de overgang is de oestrogeenproductie echter een stuk lager dan tijdens de vruchtbare periode. Een vrouw verliest na de menopauze gemiddeld 2 tot 4 procent botweefsel per jaar.

Wetenschappelijk onderzoek lijkt uit te wijzen dat isoflavonen kunnen bijdragen aan het behoud van de botmassa, door hun hormoonachtige werking. Verder is het belangrijk om voldoende calciumrijke producten en producten met vitamine D te eten. Calcium versterkt de botten en vitamine D stimuleert de opname van calcium. Verder is beweging het belangrijkst.

Hoe zit het met de veiligheid?

In principe zijn isoflavonen veilig en lijken de gezondheidsvoordelen groter dan de nadelen. Er zijn aanwijzingen dat fyto-oestrogen niet alleen gunstig zijn bij overgangsklachten en osteoporose maar ook gunstig werken op het cholesterolniveau. Meer onderzoek is nodig naar de beschermende werking tegen hart- en vaatziekten na de overgang, bij prostaatkanker en dementie.

Gebruik ervan is echter omstreden in het geval van (verhoogd risico op) hormoongevoelige kankers zoals borstkanker. Tegenstrijdig genoeg lijkt het gebruik van soja of isoflavonen door vrouwen zonder verhoogd risico, de kans op borstkanker juist te verkleinen. Bij een (aanleg voor) hormoongevoelige kanker is het daarom verstandig te overleggen met huisarts of oncoloog alvorens isoflavonen te nemen. Ook bij schildklierklachten is het verstandig met je arts te overleggen. Isoflavonen worden namelijk aan de ene kant geassocieerd met een verminderd risico op schildklierkanker, maar men heeft ook waargenomen dat isoflavonen de absorptie van schildkliermedicijnen verminderen.

Auteur