Zo leuk is vakantie (in je uppie)

Wat zijn Pluslezers reislustig! We vroegen om spannende en ontroerende verhalen over solovakanties. Gevolg: de mailbox barstte bijna uit zijn voegen van al dat reisplezier.

‘Hoe vaak ik al niet ben uitgenodigd!’

Vanwege haar reuma en ME overwintert Carina ­Cappon (67) in landen zoals Chili, Argentinië, India en ­Panama. Ze gaat er op de bonnefooi naartoe, maakt ter plekke contact en komt zo altijd aan een fijn huisje om een paar weken te verblijven.

“Het was koud, ik had veel pijn en de winter moest nog beginnen. Daarom zocht ik naar een warme, goedkope bestemming. Mijn soloreizen zijn uit nood geboren, maar inmiddels is het als een virus. Kom ik na maanden weer thuis, dan begint het alweer snel te kriebelen. Ik zoek mijn bestemmingen zorgvuldig uit. Waar weinig toeristen komen, zijn de mensen volgens mij het aardigst. Als een plek nog niet door de hordes wordt overspoeld, waarderen de locals je komst. Hoe vaak ik al niet ben uitgenodigd! Ik vind het bijzonder om een land op deze manier van binnenuit te leren kennen. Omdat ik met krukken loop, word ik overal heel lief geholpen. Er is altijd wel ­iemand die me een arm of een hand toesteekt als ik de bus in moet.”

'Het is prettig om alles alleen te beslissen'

Liever alleen dan helemaal niet! Caroline Wulp (51) had zes jaar geleden geen zin meer om te wachten tot er iemand meeging. Ze wilde zó graag naar China…

“Ik was 45 toen ik alleen naar Beijing vertrok. Sindsdien heb ik veel weekendtrips gemaakt, in en buiten Europa. Ik probeer iedere maand te gaan, soms wel vijftien keer per jaar. Wat ik solo zo heerlijk vind, is dat ik vooropgezette plannen 360 graden kan draaien. Ik vertrek meestal wel met een programma, maar er gaat geen weekend voorbij zonder een ­verrassing: mijn conditie laat het afweten, het weer slaat om, ik ontmoet iemand…

Het is prettig om alleen te beslissen en je vindt ook eerder aansluiting. Vraag je je af of het iets voor je is, alleen op reis, dan raad ik aan om het eerst eens in eigen land te proberen. Als solo reizen niet bij je past, moet je het niet doen. Dat heb je snel genoeg door.”

‘Ik laat me door niemand angst aanpraten’

Zelfs haar artrose houdt Marijke Methorst (70) niet tegen. Met een rugzak en een rollator gaat ze de wereld rond. “Mijn rollator is een maatje dat ik soms vervloek, maar meestal koester als steun. Plaats voor veel bagage is er niet, want Johnnie Rollator moet mee en m’n nordicwalkingstokken ook.

Voordat ik een knieprothese kreeg, heb ik drie maanden door Thailand, Laos en Cambodja gefietst. Vorig jaar reisde ik door Australië en afgelopen januari vloog ik via ­Curaçao naar Colombia. Bang ben ik zelden en ik laat me door niemand angst aanpraten. Natuurlijk kan er altijd wat gebeuren, maar dat kan hier thuis ook. Op reis leef ik tussen de jongeren, omdat ik me geen dure hotels kan permitteren. Daar is trouwens ook niks aan, de backpackerswereld is veel gezelliger.

Je hoort de mooiste verhalen, krijgt de leukste reisadviezen, je eet samen, je doet spelletjes en ze helpen me met mijn laptop. Omdat ik altijd de oudste ben, vragen ze me veel. Mijn kinderen en kleinkinderen vinden het prima dat ik zoveel reis. Ik kom thuis met leuke verhalen en via Skype en e-mail houden we contact. Elke reis geniet ik alsof het de laatste is. De nieuwe reisgidsen liggen alweer klaar.”

‘Ik bleef terugverlangen naar Cambodja’

Toen haar zoon in Cambodja ging trouwen, móést Brigitte Bakkes-Duijx (77) ondanks haar vliegangst wel het vliegtuig in. Want haar dochter wilde geen nee horen. Gelukkig maar.

“Wat ben ik blij dat mijn dochter Annelies en haar man niet te vermurwen waren. Eenmaal in Phnom-Penh overviel me meteen een geluksgevoel. Het klinkt vreemd, maar Cambodja voelde als thuiskomen. Na de bruiloft bleven we er nog twee weken en eenmaal thuis bleef ik naar Cambodja verlangen. Aangezien ik er altijd over sprak, kreeg ik op mijn 75ste verjaardag een ticket. Zo zat ik in 2010 en 2011 weer in Cambodja, en het ticket voor dit jaar ligt al klaar.

Missing media-item.

Al ben ik 77 jaar, zolang mijn gezondheid en portemonnee het toelaten, blijf ik mijn ‘thuisland’ bezoeken. De eerste dagen acclimatiseer ik bij mijn zoon en zijn vrouw. Als ik alleen op pad ga, behoren Angkor Wat en de Killing Fields tot het vaste programma. Voor de rest is het: il dolce far niente, het zalige nietsdoen.”

'Ik zie meer mensen dan wanneer ik thuis ben'

Al tien jaar, sinds het overlijden van haar man, verblijft Martha Koster (90) ieder jaar in een stacaravan op dezelfde camping in Zuid-Frankrijk. Ze wordt er schromelijk ­verwend, want ze is er de oudste campinggast.

“Elk jaar begint het in december te kriebelen. Ik ga dan plannen, reserveren en regelen. In Anduze voel ik me nooit alleen, want het zit er vol vrienden en kennissen. Er is een vaste ploeg die ieder jaar komt en samen drinken we koffie, lopen we een rondje, kwebbelen we veel of we jeu-de-boulen. Af en toe komt er familie op doorreis een paar daagjes logeren. Het is zo leuk, ik voel me thuis in Zuid-Frankrijk. Hier zit ik heel vaak alleen in mijn appartementje, maar daar zie ik de hele dag mensen. Als ik dan na acht weken weer thuiskom, mis ik het wel, hoor.”
Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine