De moord op Pim Fortuyn: uw herinneringen

Op 6 mei 2002, even na zes uur, wordt Pim Fortuyn in Hilversum neergeschoten. Een schokgolf gaat door Nederland als het nieuws bekend wordt. Hoe herinnert u zich die avond, vroegen we aan Pluslezers.

‘Ik heb gebeden, voor hem en voor een betere samenleving’

Hans Boon (81) uit Wormerveer: “Ik was in de aankomsthal van Schiphol om mijn zoon en schoondochter op te halen. Daar ving ik het bericht op dat er een aanslag op Pim Fortuyn was gepleegd; een enorme schok. Thuis hebben we meteen de televisie aan gezet. Ik was er kapot van, want ik had veel vertrouwen in hem. Ik hoopte dat er door hem een andere wind zou gaan waaien in Nederland. Zijn dood raakte me zo dat ik naar Driehuis ben gegaan om zijn tijdelijke graf te bezoeken. Daar heb ik gebeden, voor hem en voor een betere samenleving.”

‘Tot twee uur ’s nachts heb ik zitten huilen – ik, die nooit huil’

Marian van den Berg (65) uit Warnsveld: “Ik zette zoals altijd de tv aan voor het Journaal. Daar lag Pim op de grond, met allerlei mensen om zich heen. Verstijfd zat ik te kijken. Ik geloofde niet wat ik zag. Mijn idool, mijn held lag daar dood te gaan! Onmogelijk. Kon niet, mocht niet. Het duurde niet lang of het werd duidelijk dat hij was overleden. Ik was in shock. Huilend belde ik vrienden op. Tot twee uur ­’s nachts heb ik zitten huilen – ik, die nooit huil.”

‘We waren geen aanhangers, maar dat speelde op dat moment geen rol’

Tanja Cremer (64) uit Den Helder: “We hadden die middag mijn schoonmoeder begraven. Mijn man, zijn broers, mijn schoonzussen en ik waren teruggegaan naar het verpleeghuis om haar kamer op te ruimen. We hadden net besloten met z’n allen nog een hapje te gaan eten, toen een van ons de televisie­beelden zag. Een aanslag op Pim Fortuyn?! We wisten niet wat we hoorden. Hoe kon dát nou? Hij zou toch niet dood…? Als één man zaten we aan de buis gekluisterd en vergaten onze plannen. We waren zo aangedaan.

Ik weet nog dat mijn man zei: ‘Als de dader maar geen allochtoon is, dan is de ramp niet te overzien.’ We waren geen aanhangers van Pim Fortuyn, maar dat speelde op dat moment geen rol. Hij was een bijzondere man en we hadden bewondering voor zijn intelligentie en humor. Wat je verder ook van hem kon vinden – je gaat iemand toch niet vermoorden omdat je het niet met hem eens bent! Zoiets gebeurt in Amerika, toch niet in Nederland?”

Missing media-item.

‘Straks breekt er een opstand uit, dacht ik’

Antoon van der Pijll (72) uit Rosmalen: “Mijn vrouw en ik waren op vakantie in Berlijn. We gingen die middag het Rijksdaggebouw bekijken en beklommen de trap van de glazen koepel. Hoe hoger we kwamen, hoe mooier het uitzicht over Berlijn werd. Toen ging mijn mobiel. Het was Suzanne, onze dochter. Zij is niet zo’n belster, dus er moest wel iets bijzonders aan de hand zijn. ‘Pim Fortuyn is vermoord!’ riep ze. ‘Pim Fortuyn vermoord?’, herhaalde ik. Mijn vrouw schrok net zo erg als ik. Ik was verbijsterd. Kon het eigenlijk niet geloven. Weg was onze aandacht voor het panorama van Berlijn. We zeiden tegen elkaar: ‘Wat zal er nu in Nederland gebeuren? Straks breekt er een opstand uit.’ Terug op de hotelkamer hebben we de hele avond naar de Duitse nieuwszender gekeken. Alles stond in het teken van Pim.”

'Ik ging zitten, mijn schort nog voor, verlamd en met een brok in mijn keel'

Anny Ruesink (67) uit Amersfoort: “Ik was net met de voorbereidingen voor het avondeten begonnen. Ik deed de televisie in de keuken aan voor het Journaal, zette de aardappelen en de broccoli op het aanrecht en ging met mijn rug naar de tv aardappelen schillen. Er ging een schok door me heen toen ik de nieuwslezer hoorde zeggen dat Pim Fortuyn in Hilversum was neergeschoten. Het was niet duidelijk of hij nog leefde. Ik ging zitten, mijn schort nog voor, verlamd en met een brok in mijn keel.

Er schoten tientallen beelden door me heen: Pim met z’n hondjes, Pim bij Harry Mens, Pim na de gemeenteraads- verkiezingen, Pim in z’n huis in Rotterdam, Pim tijdens debatten, Pim in de auto met z’n zwaaiende hand. En intussen toonde de tv heel andere beelden van Pim, liggend op het terrein van het Mediapark. Ik kon alleen maar denken: laat hem niet invalide worden, dat past niet bij hem en dat verdient hij niet. In die zin was het bijna een opluchting dat hij het niet overleefde. Ik was aan Pim gehecht omdat hij geen doorsneeman was. Hij was origineel, erudiet, en hij had iets ondeugends.”

‘Die avond hebben we over niets anders gepraat’

Willem de Laat (67) uit Wijchen: “Met een paar vrienden was ik voor een kanovakantie aan de westkust van Wales. Op die bewuste 6 mei hadden we vanuit de kano vis gevangen die op een gemeenschappelijke plek werd geslacht. Een van onze vrienden, een voortreffelijke kok, was daar naartoe om viskoppen te halen met de bedoeling er een lekkere soep van te brouwen. Toen hij bij ons groepje terugkwam, was hij buiten adem en stamelde dat Pim Fortuyn was neer­geschoten. De eerste reactie was ongeloof: dat zal toch niet, dat kan toch niet waar zijn. Tot de onvermijdelijke waarheid als een steen neerviel en de verdoving verbrak. Die avond hebben we over niets anders gepraat.”

Missing media-item.

'We waren sprakeloos. Het was verschrikkelijk'

Beppie van der Spek (76) uit Velp: “Mijn man en ik gingen vaak uit eten in Arnhem, zo ook op maandag 6 mei 2002. Het was die dag precies 44 jaar geleden dat we in het Rotterdamse stadhuis in ondertrouw gingen. Vlak voor we de deur uit gingen, hoorde ik op de radio dat er iets met Fortuyn was gebeurd. Wat precies was niet bekend. In de bus naar de stad bleef het me bezighouden en in het restaurant vroeg ik meteen aan de serveerster of zij iets wist. Nee, ze had niets gehoord. We bleven bezorgd en na het eten gingen we meteen naar huis om de televisie aan te zetten. Toen hoorden we eindelijk wat er gebeurd was. We waren sprakeloos. Het was verschrikkelijk.”

'We konden onze ogen niet geloven'

Mary Wijsman-Lalesse (67) uit Odijk: “6 mei is mijn verjaardag. Ik zat die middag met mijn dochter, een vriendin, haar 3-jarige zoontje en mijn oppaskind aan tafel toen mijn aanstaande schoonzoon opbelde. ‘Je moet nú de tv aanzetten’, zei hij. Dat deed ik en op dat moment was mijn verjaardag voorbij. We konden onze ogen niet geloven. Het drong niet echt door. Tegen beter weten in hoopten we dat Pim het zou overleven. Helaas. Toen duidelijk werd dat hij dood was, hebben we de televisie uitgezet om de kinderen niet te veel te belasten. Maar met onze gedachten waren we nog maar bij één ding.”
Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine