Krijgt u wel een cijfer van uw tandarts?

Veel mensen hebben ontstoken tandvlees zonder het te weten. Als dat lang wordt genegeerd kun je tanden en kiezen verliezen. Daarom hebben tandartsen met elkaar afgesproken dat ze elk jaar het tandvlees van hun patienten checken en een cijfer geven. Slechts 15% doet dat ook trouw. Vraag er dus zelf om!

Op de heupen en billen wil niemand het, maar in de mond is het juist een zegen: een sinaasappelhuid. Gezond tandvlees is roze van kleur en ligt stevig rond de tanden; kleine putjes erin duiden op een gezonde structuur.

Bij veel mensen ziet het tandvlees er niet zo prachtig uit. Het is plaatselijk rood en wat gezwollen en gaat bij aanraken snel bloeden. Doordat er in de mond veel bacteriën leven, is tandvlees gevoelig voor irritaties en ontstekingen. Ze hopen zich samen op, in een dun laagje rond het gebit. Dat laagje staat bekend als plak, of - chiquer - plaque. Bacteriën nestelen zich bij voorkeur op de minst toegankelijke poetsplekken van het gebit, bijvoorbeeld tussen tanden en kiezen en in de overgang van tanden en kiezen naar het tandvlees (de pockets). Als tandplak steeds tijdig wordt verwijderd, is er niet zoveel aan de hand. Maar als het langer dan een dag blijft zitten (en bij slordig of snel poetsen blijft er gemakkelijk wat plak achter), dan zijn de rapen gaar. De plak verhardt onder invloed van speeksel. Dit zogenoemde ‘tandsteen’ is niet meer goed weg te poetsen. De bacteriën hechten zich er makkelijk aan vast en vormen afvalstoffen die het tandvlees gaan irriteren. Er ontstaat gingivitis, ofwel tandvleesontsteking. Het tandvlees zwelt op, wordt rood en gaat ontsteken. Het lichaam maakt afweerstoffen aan om de ontsteking te bestrijden. Tandvleesproblemen kunnen ook leiden tot een vieze smaak in de mond en een slechte adem.

Van kwaad tot erger
Tandvleesontsteking kan genezen door extra goed te poetsen, flossen, ragen en stoken. Een bezoek aan de mondhygiënist om dit goed te leren en de tanden weer glad te maken, is daarvoor noodzakelijk. Laat u de boel echter de boel, dan kan het tandvleesprobleem flink uit de hand lopen en zich ontwikkelen tot parodontitis. Dan raakt niet alleen het tandvlees, maar ook het onderliggend weefsel rondom het kaakbot en de wortel ontstoken. Door de ontsteking kan bindweefsel in het tandvlees verloren gaan. De ruimte tussen het tandvlees en de tanden wordt ruimer en de tanden gaan langzaamaan losser zitten. Met een beetje pech zet dit proces zich door tot het kaakbot, waardoor er uiteindelijk zelfs tanden verloren gaan.

Naar schatting heeft 10 tot 15 procent van de Nederlanders ernstige paradontitis, boven de 50 jaar zelfs 50 procent. Ernstige parodontitis moet worden behandeld door een parodontoloog. Dat is een tandarts die is gespecialiseerd in de behandeling van tandvleesproblemen. Hij/zij maakt de pockets heel goed schoon zodat de ontstekingshaarden verdwijnen. Soms is antibiotica nodig en in ernstige gevallen zelfs een chirurgische behandeling.

Loopt u extra risico?
Een aantal factoren vergroot de kans op tandvleesproblemen. Valt u in een of meer van de volgende categorieën (zie onderstaand), zorg dan dat u goed poetst, ragert, flost en/of stookt. Twee minuten poetsen, liefst elektrisch, is het minimum. Voor mensen die erg gevoelig zijn voor tandvleesproblemen kan zelfs tien minuten nodig zijn.

Geen filmsterrengebit
Bij de meeste mensen staan één of meer tanden niet helemaal recht. Zo’n gebit is lastiger schoon te houden en het tandvlees eromheen is daarom gevoeliger voor problemen.

Wél een filmsterrengebit
Ook kronen, bruggen, beugels of implantaten maken een gebit extra lastig schoon te maken.

In de familie
Tandvleesproblemen kunnen erfelijk zijn. Als uw ouders er last van hebben, is de kans groot dat u zelf ook last krijgt van tandvleesontsteking. Goed in de gaten houden, dus!

Stress of ziekte
Om de bacteriën in de mond te bestrijden, hebt u een sterk afweersysteem nodig. Als dat minder krachtig is, door stress,  ziekte of een operatie, winnen de bacteriën makkelijker.

Leeftijd
Met de jaren kan de afweer wat afnemen waardoor de kans op tandvleesontsteking toeneemt. Ook het gebruik van sommige medicijnen, zoals middelen tegen hoge bloeddruk en slaappillen, kunnen invloed hebben op het gebit omdat ze zorgen voor minder speeksel. De samenstelling van het speeksel kan op oudere leeftijd ook veranderen, en soms verslapt de aandacht voor het gebit bij ouderen onder invloed van bijvoorbeeld een ziekte. Soms merken mensen pas op oudere leeftijd dat ze parodontitis hebben. Dat kan komen doordat niet iedereen met paradontitis last heeft van klachten als gezwollen en bloedend tandvlees. Soms ook zijn klachten jarenlang genegeerd.

Roken
Rokers hebben drie tot zes keer meer kans om parodontitis te krijgen. Dit komt vooral doordat nicotine de bloedvaatjes in het tandvlees vernauwt waardoor de bloedcellen die afweerstoffen aanvoeren, het tandvlees minder goed bereiken. Bovendien worden de afweerstoffen ook nog eens trager door stoffen uit de sigaret. Daar komt bij dat veel rokers niks merken van de ontsteking. Doordat de doorbloeding afneemt, bloedt het tandvlees minder snel en erg, ook al is het ontstoken. Vandaar dat veel stoppers ineens last krijgen van bloedend tandvlees. Soms is de ontsteking al zo ver naar binnen geslagen dat het tandvlees niet bloedt en tanden en kiezen toch in gevaar zijn. Rokers doen er dus goed aan hun tandvlees te laten controleren door de tandarts (zie kader pag. 25). Als rokers voor parodontitis worden behandeld en blijven roken, hebben ze veel kans dat het probleem steeds terugkomt en dat de behandeling ook minder succesvol is.

Diabetes
Diabetes heeft een negatief effect op de weerstand waardoor bacteriën gemakkelijker kunnen toeslaan. Daarbij zorgt medicatie voor een droge mond en daardoor voor een minder goede afweer tegen bacteriën. Meer kans dus en een slechter herstel: wondjes en ontstekingen genezen bij mensen met diabetes vaak niet goed. Daar komt nog eens bij dat parodontitis zelf een negatief effect heeft op diabetes; het maakt dat de bloedsuikerwaardes lastig te regelen zijn. Diabeten die succesvol behandeld zijn voor hun tandvleesprobleem, hebben ook maanden later nog een betere bloedsuikerhuishouding. Veel diabeten worden niet goed op parodontitis gecontroleerd; zo’n 20 procent van hen gaat niet naar de tandarts, en als ze al gaan, is niet gegarandeerd dat de tandarts bij de controle het tandvlees checkt. Vraag er dus echt zelf om.

Met dank aan Jaap Hutter en Paul Sipos, parodontologen en bestuursleden van de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie en Victor  Gerdes, internist in het Slotervaart Ziekenhuis.


 

Vraag om een tandvleescheck
Sinds 1998 hebben tandartsen met elkaar afgesproken dat ze minstens een keer per jaar het tandvlees van hun patiënten nauwgezet onderzoeken, onder meer omdat tandvleesproblemen niet altijd direct zichtbaar zijn en klachten geven. Rondom alle tanden en kiezen meten ze hoe goed het tandvlees aansluit en al die metingen resulteren in een getal, de dpsi-score. Op basis van die score bepaalt de tandarts vervolgens of er behandeling nodig is en wie die moet geven. Zo kan een eventuele ontsteking in een vroeg stadium worden vastgesteld. Lang niet alle tandartsen houden zich aan deze afspraak, zo blijkt uit onderzoek. 15 procent bepaalt de dpsi-score altijd, 60 procent doet het onregelmatig en de resterende 25 procent checkt het tandvlees nooit. Vraag dus zelf bij de controle of uw tandarts de dpsi-score wil bepalen.

Meer informatie
Een van de 2700 mondhygiënisten vinden? Op http://www.mondhygienisten.nl/ vindt u ze. Er is een aparte site voor mondhygienisten die aan de professionele (bijscholings)eisen voldoen
(860 van de 2700), http://www.kwaliteitsregistermondhygienisten.nl/.
Voor beide clubs kun je ook bellen met 030-657 10 13. Zie voor een parodontoloog in de buurt http://www.nvvp.com/. Voor meer informatie over gezond tandvlees, zie http://www.tandvlees.nl/.

Bron 
  • Plus Magazine