PlusOnderzoek: kritiek op de kinderen

Getty Images

Wat doe je als je kritiek op de kinderen hebt? Wel of niet uiten? Een dilemma waar veel Pluslezers mee zitten, zo blijkt uit onderzoek van Plus Magazine. Je weet immers nooit wat de gevolgen kunnen zijn.

‘Ik ben bang dat ze niet meer komen als ik mijn mening geef”, schrijft een lezer. “Dan ben ik eenzaam.” Kritiek die uitloopt op ruzie of op een definitieve breuk... het is het schrikbeeld van veel ouders. Maar altijd je mond houden, is ook niet makkelijk. Zie je dingen fout gaan, dan wil je helpen door jouw kijk op de zaak te geven. Sommige Pluslezers zien dat zelfs als hun plicht: “Het zijn toch je kinderen!”

Ongevraagde kritiek 

Wel willen adviseren maar tegelijk bang zijn voor een verstoorde relatie, dat is niet makkelijk, blijkt uit een online-enquête van Plus Magazine. 96 procent van de Pluslezers geeft aan bij tijd en wijle de wenkbrauwen te fronsen bij wat hun volwassen ­kinderen doen. Van al deze ouders geeft 13 procent onversneden kritiek, 11 procent zwijgt in alle gevallen. De overgrote meerderheid (73 procent) laveert behoedzaam tussen spreken en zwijgen en weegt af of het zin heeft.

“Kritiek is altijd lastig”, zegt psycholoog Annette Heffels. “Ik denk dat kinderen en ouders best wel weten dat kritiek meestal voortkomt uit betrokkenheid, maar dat maakt het nog niet makkelijk om die kritiek toe te laten en er iets mee te doen. Wanneer je zelf om een oordeel gevraagd hebt, is het al iets makkelijker, maar ongevraagde kritiek voelt al snel als een afwijzing.” In haar eigen psychologiepraktijk valt het Annette Heffels op dat vooral de kritiek van moeders op dochters hard aankomt. “Voor de moeder is het feit dat haar dochter het zo anders doet pijnlijk: heb ik het dan niet goed ­gedaan, waarom keer je je van me af? Voor dochters is het verlies van de waardering van hun moeder pijnlijk, want ze willen anders zijn dan mama, maar wel nog steeds lief gevonden ­worden door haar.”

Terughoudend

Als ouders zwijgen, doet 23 procent dat uit angst voor ruzie. Maar verreweg de meesten houden hun kritiek voor zich omdat ze bemoeizucht niet gepast vinden (58 procent). “Deze volwassen mensen hebben recht op hun eigen leven”, zegt een lezer. En een ander: “Ik wil ze vooral echt loslaten.” Verschillende lezers geven toe dat het niet vanzelf gaat: “Ik zie soms dingen die ik moeilijk te verteren vind, maar waar ik niets over te zeggen heb.” De meeste ouders zijn voorzichtig met kritiek naar hun eigen kinderen; nog voorzichtiger zijn ze als het gaat om schoonkinderen. 90 procent heeft in gedachten weleens kritiek op een schoonkind, maar 39 procent spreekt die kritiek nooit uit, tegenover 11 procent bij een eigen kind.

“Ik wil niet stoken in het huwelijk van mijn zoon”, zegt een lezer. Die terughoudendheid is verstandig, vindt Annette Heffels. “Je hebt met schoonkinderen niet dezelfde verbondenheid als met je eigen kind. Bovendien is de kans groot dat niet alleen je schoonkind zich gekwetst voelt, maar dat bovendien je eigen kind, dat met hem een relatie heeft, het voor hem opneemt en zich tegen je keert.”

Schrijnende situaties 

Als Pluslezers kritiek hebben, dan betreft het in de meeste gevallen de opvoeding van de kleinkinderen (26 procent). “Ze snoepen veel, eten ­weinig”, schrijft iemand. En een ­ander: “Ik heb het lange haar van de kleinzoons laten knippen.” Dat laatste liep overigens uit op onenigheid.

Het verbaast pedagoog Bas Levering niet. “Als het om opvoeding gaat, zijn mensen ongelooflijk gevoelig.” Vijftig jaar geleden was dat volgens hem anders. Iedereen dacht zo’n beetje hetzelfde over opvoeden. Het was geen probleem als een buurvrouw jouw kind corrigeerde. Met de individualisering namen vanaf de jaren zestig de verschillen van inzicht toe, en daarmee ook de conflicten. Daarbij komt volgens Levering dat kinderen sinds de jaren tachtig steeds meer als prestigeproject worden gezien. Kritiek op je kind voelt voor ouders al snel als een persoonlijke nederlaag.

Die gevoeligheid kan tot schrijnende situaties leiden. “Nadat we ooit een kritische opmerking maakten, negeert onze zoon ons. We mochten de kleinkinderen niet meer zien, kennen ze niet eens meer”, schrijft een Pluslezer. “Een gruwelijk chantagemiddel”, zegt Bas Levering, die zelf opa is en het een onmenselijke straf zou vinden als hij zijn kleinkinderen moest missen. Los daarvan vindt hij dat grootouders als het om de kleinkinderen gaat, terughoudend moeten zijn. “Ze moeten beseffen dat opvoeding echt een taak van de ouders is. Je hebt er – zolang er geen ernstige misstanden zijn – ­gewoonweg niets over te zeggen.” Maar eigen regeltjes in het huis van opa en oma, dat kan wel. Kleinkinderen hebben snel door dat op de ene plek andere regels gelden dan op de andere.

Uiting van liefde

Uit de Plus-enquête blijkt dat Pluslezers kritiek geven niet zien als een aanval, maar juist als een uiting van liefde en betrokkenheid. Als ik kritiek geef, doe ik dat “omdat ik het beste met ze voor heb”, zegt 69 procent van de Pluslezers. 18 procent meent dat de kinderen er behoefte aan hebben. 64 procent ziet dat het commentaar effect heeft of dat er in ieder geval over nagedacht wordt. Pluslezers menen dus dat ze met kritiek hun ­kinderen helpen. Maar is dat ook zo? Of is het juist beter ze alles zelf te laten uitzoeken?

Het laatste, vindt Bas Levering. Je bemoeien met wat je kinderen doen, zou je moeten beperken tot zaken die echt ernstig zijn. Veel dingen zijn dat niet. Neem het huishouden, het onderwerp waar Pluslezers na de opvoeding van de kleinkinderen het vaakst kritiek op hebben. De lezeres die schreef: “Ik vroeg of er een bom ontploft was; bleek dat ze net had opgeruimd”, mag van de pedagoog vrolijk de deur achter zich dichttrekken en blij zijn dat ze zelf niet in die troep hoeft te zitten.

Angst voor een breuk

Veel gevoeligheden en de angst je kind als vriend te verliezen: is het beter dan maar altijd je mond te houden? Annette Heffels meent dat er meer aan de hand is wanneer een enkele kritische mening tot een breuk leidt. “In een goede relatie kun je best kritiek uiten, zelfs als die onterecht of ongepast is. De band herstelt wel weer wanneer je erop terugkomt of zegt dat het je spijt.” Maken kinderen andere keuzes, zie dat dan niet als een afwijzing van jou of van jouw liefde, zegt ze. “Geef je kinderen het vertrouwen dat ze het in hun volwassen leven wel zullen redden en geef alleen kritiek wanneer je oprecht denkt dat ze de mist ingaan. Het vertrouwen dat je kind in staat is om problemen zelf op te lossen – en dat hij wel een beroep op je zal doen als hij je nodig heeft – helpt om de relatie goed te houden.”

Volgens Bas Levering kun je gerust voor je mening uitkomen “zolang je maar beseft dat jij niet degene bent die bepaalt”. Een lichte sfeer, dat is volgens hem de beste manier van bij elkaar betrokken zijn. Je spreekt open met elkaar, wisselt zienswijzen uit en ieder beslist zelf wat hij ermee doet. “Niks onder de huid, geen druk uit­oefenen.” Juist wij Nederlanders zouden dat goed moeten kunnen, denkt hij. “Wij zijn van de polder­opvoeding, gaan al van jongs af aan het gesprek aan met onze kinderen.”

Auteur