Jagen met Hella: elke keer denk ik bewust, schiet ik, ja of nee?

Getty Images

‘Als ik een ree zie in het veld, kan ik hem levend keuren. Ja, ik ben reeëngek.’

Kasteel Hackfort

We wandelen richting kasteel Hackfort, zeg maar de achtertuin van Jan. De beek de Veengoot heeft er in deze tijd van het jaar de vaart goed in. Eigen­lijk oogt het land nog best groen; goed voor de vele reeën die daarvan leven. “Reewild, daar ben ik 365 dagen per jaar mee bezig.

Er is geen dag dat ik niet in het veld ben. Waar zijn ze? Wat doen ze?” Hier kent Jan elk bosje en paadje van jongs af aan. Geleerd van zijn vader, die jachtopziener was van een van de vele textielbaronnen in de Achterhoek. ­“Baronnen waren jagers. Hun jachtopzieners hielden na de kerk op zondagmiddag ‘werkbespreking’. Mét een borreltje natuurlijk, en dat was regelmatig bij ons thuis!”

Getty Images

“Landschap gecreeerd ingericht voor het wild”

Jan wijst naar de zogenaamde rabatbossen ­(bomen geplant op langwerpige ophogingen tussen greppels) waar stropers graag hun strikken plaatsten. Ideaal voor allerlei soorten wild om zich in te verstoppen. Op hun landgoederen hadden de baronnen altijd een stukje fijnspar, wat sneeuwvrij bleef in de winter en waar wild werd bijgevoerd. “Met hun jacht hebben de baronnen in de loop der eeuwen in de Achterhoek een typisch landschap gecreëerd, helemaal ingericht voor het wild.” Nog ­altijd is 60 procent van het buitengebied van ­Vorden in handen van acht landheren en leeft er voldoende wild om van te eten in de Achterhoek.

“Geschiedenis ligt hier voor het oprapen”

We passeren de oude jachtopzienerswoning uit 1911. Geschiedenis ligt hier voor het oprapen, zoals Jan het uit zijn mouw schudt. Zo heeft hij ook de geschiedenis van zijn geweer uit 1906 achterhaald. Geërfd van de laatste jachtopziener van Hackfort, maar daarvóór heeft eerste eigenaar generaal ­Tonnet er nog mee geschoten in Atjeh, Indonesië.

Getty Images
“Een ree heeft rust nodig”

We turen de bosrand af, maar geen ree te zien. “Een ree heeft voer en dekking nodig maar vooral rust”, weet Jan. Sinds zijn 23ste noteert hij al zijn wildwaarnemingen in boekjes. Waardoor hij ondertussen reeëndeskundige genoemd kan worden. Zo legt hij uit dat geiten (vrouwtjes) herkenbaar zijn aan een haarlok bij het geslachtsdeel. En dat de witte vlek aan de achterkant uitzet bij gevaar. Vermoedt de ‘leidgeit’ onheil, volgt ‘de sprong’ (groep) direct. “Aan de vacht kun je de gezondheid aflezen. Net als oude mannen kunnen ook oude bokken narrig kijken. Als ik een ree zie in het veld, kan ik hem levend keuren. Ja, ik ben reeëngek”, verontschuldigt Jan zich bijna voor zijn passie.

“Jagen is een oerinstinct”

Maar als je zo gek bent van deze dieren, hoe kun je er dan zo’n dertig per jaar schieten, is natuurlijk mijn hamvraag. Volgens Jan blijft een dier schieten altijd emotie. “Jagen is een oerinstinct. Maar ik sta niet op met het idee: nu ga ik eens lekker een dier doodschieten.” Jan ziet het als zijn belangrijkste taak om de populatie gezond te houden door zieke en zwakke dieren eruit te halen. “Ik weet precies wat hier rondloopt. De oude reebokken aan de muur in mijn kantoor heb ik misschien wel honderd keer gezien voordat ik zeg: en nu ben je aan de beurt.”

“Jagen mag nooit een doel op zich zijn
Van jagen voor de lol zoals op zogenaamde ‘schiet­reisjes’ in het buitenland, gruwt hij. “Met schadebestrijding of populatiebeheer kan ik nog leven. Maar het schieten mag nooit doel op zich zijn. Mannen die voor €500 even een dier neerleggen omdat ze een trofeetje aan de muur willen. Nee, daar heb ik niets mee.” Jan noemt zich dan ook met klem geen jager maar natuurbeheerder en is daarnaast ook nog keurmeester en docent bij Vereniging Het Reewild.

Getty Images

Anti-jachtmensen
Met echte anti-jachtmensen valt volgens Jan niet te discussiëren. Die zien jagers als misdadigers. Maar als mensen kennis hebben of echt willen luisteren, gaat hij in gesprek. In ‘de natuur zijn gang laten gaan’ zoals natuurorganisaties promoten, gelooft Jan niet. “Dan leven we hier over tien jaar in een leeg land met alleen nog kraaien, ganzen en vossen die sterven van de honger.”

“We moeten zoeken naar een balans”
Terug naar 1950, toen zijn vader als jachtopziener alles doodde wat hoektanden en kromme snavels had, hoeft volgens Jan ook niet. “We moeten met kennis zoeken naar een balans en denken in grote leefgebieden.” Even verderop wijst Jan enthousiast op een dassenburcht. Zijn bewondering voor de natuur blijft groot, net als zijn liefde voor de Achterhoek. “Zo gauw ik de IJsselbrug over kom, ben ik weer thuis. De diversiteit van het landschap is hier zo geweldig!”

Getty Images
Alles ademt jacht en historie uit”

Het donker valt vroeg in als we met Jans echtgenote Tineke het bekendste wildrestaurant van Vorden binnen stappen: Hotel Bakker. Alles in het interieur ademt jacht en historie uit. De lampen zijn gemaakt van geweren, foto’s van baronnen en jagers kleuren de muur. Hier ging de adel uit en staat al eeuwen wild op de ­menukaart. Van het reewild dat Jan schiet, levert hij hier heel wat af.

“Wild eet ik het liefst puur natuur”
Na een biertje in de kroeg nemen we plaats in de nostalgische eetzaal. “Wild eet ik het liefst puur natuur. Geen gedonder, geen marinade of saus; dan proef je écht de wildsmaak”, mompelt Jan van achter de menukaart. Als vegetariër houd ik me bij wilde paddenstoelen. Jans duivenborst wordt op klassiek servies en klassieke wijze gereserveerd.”

Conslusie
We genieten in stilte als Jan concludeert: “Het klinkt misschien wat emotioneel, maar ik wil graag een familietraditie voortzetten. Ga goed om met de opdracht en talenten die je krijgt, dan kan iedereen ervan meegenieten. Onder die drijfveer zit een klein religieus knopje: ik wil een goede rentmeester zijn van het aan ons gegeven goed. Als je me daarop aanspreekt, raak je een emotionele snaar. En dan kan het voorkomen dat ik van ’s ochtends half vier tot half acht wild en natuur observeer, naar huis ga en niets heb geschoten, alleen maar genoten.”

Wandelroutes Hackfoort

  • Lengte: 5 of 17 kilometer.
  • Startpunt 5 km: Landgoed Hackfort,
  • parkeerplaats Baakseweg.
  • Startpunt 17 km: Station Vorden, Stationsweg 31, Vorden.
  • Route: Op landgoed Hackfort vind je nog eeuwenoude en door houtwallen omgeven akkers, hakhoutbosjes, poelen en historische boerderijen.
  • Bezoek de watermolen, de kasteeltuin en kom even heerlijk bij in de Keuken van Hackfort, een brasserie in het gerestaureerde koetshuis. Kijk ook op de website van natuurmonumenten.
  • Horeca: Bij kasteel Hackfort zit de Keuken van Hackfort. In Vorden zijn diverse gelegenheden, waaronder Hotel Bakker (Dorpsstraat 24). Op een kilometer van de route vind je in Wichmond Café D’n Olde Kriet (Dorpsstraat 25). En iets verderop, op de kruising Vierakkersestraatweg/Beckenstraat: koffie- en eethuis het Ludgerusgebouw.
  • OV: Vorden heeft een NS-station, en ligt op de lijn Zutphen-Winterswijk.

Getty Images
Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine