Een leven lang samen

Getty Images

Hoe is het om de helft van een eeneiige tweeling te zijn? Blijft de band onverminderd sterk, ook als je ouder wordt? Twee dubbelportretten geven het antwoord.

Frans en Arjan Kok (49) waren de ­jongste twee in een gezin van vier ­kinderen. Ze zijn heel verschillend, maar toch ook erg hetzelfde. Frans is zelfstandig ­media-onderzoeker, getrouwd en heeft vier kinderen. Arjan is getrouwd, heeft drie kinderen en werkt als team­leider bij een bank.

Getty Images

Frans: “Onze ouders hadden geen idee dat er een tweeling op komst was. Nadat Arjan was geboren, kwam ik er een kwartier later achteraan.”
Arjan: “Dat was even schrikken.”
Frans: “Als kind vond ik het heel fijn dat ik de helft van een tweeling was. Ik had altijd mijn beste vriend in de buurt. Als een logeerpartij die eeuwig duurde.”
Arjan: “Vroeger waren we heel close. Het schijnt dat we een eigen brabbeltaaltje hadden, dat niemand begreep. Onze moeder voelde zich een buitenstaander.”
Frans: “Ik denk dat dit nog weleens gebeurt, dat mensen zich te veel voelen. We delen ­bijvoorbeeld heel erg dezelfde humor, waarbij wij om niks helemaal dubbel liggen en anderen er niets van begrijpen. Onze vrouwen vinden het vaak heel flauw.”
Arjan: “Zo close als we vroeger waren, zijn we niet meer.”
Frans: “Er gaan weken voorbij dat we elkaar niet zien. Appen en bellen doen we ook niet vaak.”
Arjan: “Dat is niet erg. Toen we volwassen ­werden, hebben we ons losgemaakt van elkaar. Dat ging vanzelf.”
Frans: “We zijn heel verschillend. Mij gaan dingen gemakkelijk af en ik maak me niet zo snel zorgen. Arjan is wat serieuzer.”
Arjan: “Jij bent zzp’er. Zo’n twaalf jaar geleden – de crisis was net begonnen – startte jij voor jezelf. Ik begreep daar helemaal niets van.”
Frans: “Jij bent teamleider bij een bank. Daar moet ik niet aan denken. En hij woont in zo’n saaie vinexwijk. Daar zou ik echt nooit een huis kopen.”
Arjan: “Frans heeft altijd mensen om zich heen. Hij houdt van drukte. Ik niet. Als we ­jarig zijn, ga ik liever met mijn vrouw en ­kinderen uit eten. Hij geeft elk jaar een feest, voor mij hoeft dat niet zo nodig.”
Frans: “Maar dan kom je wel altijd langs. Wat ik trouwens heel fijn vind. Een verjaardag ­zonder jou is geen verjaardag.”
Arjan: “Ik voel me bij hem nooit op bezoek. Biertje, kletsen – naast mijn eigen gezin is het met niemand zo vertrouwd als met hem.”
Frans: “Ik denk dat mensen soms niet eens ­weten dat we een tweeling zijn. Zo verschillend zijn we.”
Arjan: “Nou, soms word ik begroet door ­mensen die ik niet ken. Dat ze denken dat ik Frans ben, is tóch leuk.”
Frans: “Omdat er na onze geboorte twee ­placenta’s waren, werd gedacht dat we een twee-eiige tweeling waren. Omdat we uiterlijk erg op elkaar lijken, deden we twee jaar ­geleden zo’n commerciële DNA-test. Met 
onze vrouwen ­erbij hebben we de envelop met de uitslag opengemaakt.”
Arjan: “Eeneiig. Ik wist het eigenlijk wel. Het is best speciaal dat er iemand is die net is als ik.”
Frans: “Een soort van veilig gevoel. Ik kan ­altijd bij hem terecht.”

Marjo en Anita van de Camp (56) ­zijn allebei ­recent ­gescheiden en ­wonen sinds twee jaar weer bij elkaar in de buurt. Gelukkig maar, want ze ­kunnen elkaar niet missen. Marjo is ­verpleegkundige en Anita werkt in de thuiszorg. Anita heeft een zoon. De twee zijn op een na jongste in een ­gezin met zes dochters.

Getty Images

Marjo: “Toen ik negen jaar geleden verhuisde uit het dorp waar we zijn opgegroeid, was dat heel moeilijk. Ik ging samenwonen, maar miste Anita verschrikkelijk.”
Anita: “Het was maar 35 kilometer verderop, maar daarvoor hadden we altijd bij elkaar in de buurt gewoond. Ik ben niet zo’n held met autorijden, dus zagen we elkaar veel minder.”
Marjo: “Onze mannen konden niet zo goed met elkaar overweg, waardoor we ook niet samen op vakantie gingen. Dat vonden we allebei erg jammer.”
Anita: “Ik denk dat het voor partners best lastig is als je wederhelft er één van een tweeling is.”
Marjo: “Klopt.”
Anita: “Wij hebben het nooit lastig gevonden als de ander een relatie kreeg. Onze band is zo sterk, daar komt geen man tussen. Mijn ex vond dat moeilijk. Als ik iets wilde wat hem niet beviel, zei hij dat Marjo me dat zeker had ingefluisterd.”
Marjo: “Het was moeilijk om te zien dat Anita niet gelukkig meer met hem was, maar het was haar keuze. Ik heb er weinig over gezegd. ­Sowieso botsen we nauwelijks.”
Anita: “Ik vind het alleen moeilijk als Marjo zich met de opvoeding van mijn zoon bemoeit. Ik ben zijn moeder, ik weet heus wel wat goed voor hem is.”
Marjo: “Ik vind dat ze wat strenger zou mogen zijn.”
Anita: “Ik ben zachter dan Marjo. Prima hoor, dat mag ze vinden. Ze heeft natuurlijk ook wel gemakkelijk praten als buitenstaander. Onze band is zo sterk dat we alles tegen elkaar ­kunnen zeggen.”
Marjo: “Het is onvoorwaardelijke liefde. Met mijn andere zussen is dat toch anders. Met hen voel ik me minder verbonden ”
Anita: “De enige moeilijke periode was de ­puberteit; de fase waarin we allebei ons eigen ding wilden doen. Als ik met mijn vriendinnen op pad ging, mocht Marjo niet mee. Best ­kinderachtig, maar het was nodig om los te ­komen, denk ik.”
Marjo: “Nu doen we juist heel graag dingen ­samen. Zeker sinds we allebei gescheiden zijn. We gaan samen op vakantie, hebben elke dag contact, lopen bij elkaar binnen en passen op elkaars hondjes.”
Anita: “Laatst had Marjo een late dienst en kwam ze niet op de afgesproken tijd haar hond halen. Na een half uur zat ik helemaal in de stress; ik was bang dat ze een ongeluk had ­gehad. Ik moet er niet aan denken om haar te verliezen. Ik zou me geamputeerd voelen.”
Marjo: “Het lijkt mij ontzettend fijn om na ons pensioen samen te gaan wonen. We zijn samen geboren en het laatste deel van ons ­leven met z’n tweetjes doorbrengen, lijkt me heel mooi. Fietsen, met de camper of de boot ‘Zusje’, die we samen hebben, op pad en ­vervolgens met z’n tweetjes thuiskomen. Ik verheug me daarop.”
Anita: “Dat zou ik ook heel graag willen. Mits een van ons dan niet opnieuw een man heeft.”
Marjo: “We hoeven geen twee oude vrijsters te worden, hè. Een leuke lat zou ik prima vinden. Ik hoef niet meer met een man samen te leven. Dat wil ik alleen nog met ons Aniet.”

Pluslezers vertellen in deze video over de relatie met hun broers en zussen: https://www.plusonline.nl/plus-vertelt/plus-vertelt-relatie-met-broers-en-zussen

Bron 
  • PlusOnline