Mijn vader is verhuisd naar een aanleunwoning naast het verpleeghuis waar mijn demente moeder woont. Makkelijk en lekker dichtbij. Maar hij heeft buiten de waard gerekend: het verpleeghuis wordt gesloten.
Daar zit je dan, met al je goede bedoelingen. Mijn moeder gaat weer wonen in het dorp waar mijn ouders vandaan kwamen. Mijn vader had zich de moeite van de hele verhuizing kunnen besparen. Natuurlijk is hij niet de enige die dit meemaakt. In heel Nederland sluiten verzorgingshuizen en verpleeghuizen de poorten. Er zijn minder bewoners dan vroeger. Tehuizen gaan dicht en in de locaties die open blijven, is het inschikken geblazen.
Voor een interview bezocht ik kort geleden een 90-jarige in een verzorgingsflat. Hij was bijna de laatste bewoner. Spookachtig lege gangen, een doodstille recreatieruimte en niemand meer te bekennen. Een verloren tasje in de gestoffeerde gang was het enige bewijs dat het er hier ooit anders aan toe was gegaan. Ja, hij was er wel aan toe om óók te vertrekken.
Verzorgings- en verpleeghuizen zijn er niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de buurt. Hoogbejaarden uit de aanleunwoningen en de wijk komen dagelijks met rollator en stok naar binnen schuifelen voor een warme maaltijd. Er wordt een kaartje gelegd, biljart gespeeld en op vrijdagmiddag is er bingo met advocaat. De bingo kan mijn moeder gestolen worden, maar zachtgele advocaat lust ze wel, weet ze dwars door haar dementie heen zich feilloos te herinneren.
Het verpleeghuis is een warm kloppend hart, als het de deuren sluit wordt het een schrale, ontzielde bedoening voor de achterblijvers zoals mijn vader. Journaliste Marieke Dubbelman stuurde op 25 mei jl. een brief op poten naar het bestuur van de Ingelanden in Utrecht. Ook háár vader die parkinsonpatiënt is, moet verkassen. “U doet niks anders dan schuiven met uw cliënten alsof het pionnen op een spelbord zijn, zodat u aan het einde van 2017, op papier de ideale organisatie heeft. In werkelijkheid zult u iets wat in alle opzochten goed functioneerde, compleet hebben verwoest en u zult harten hebben gebroken.”
Ik kijk naar mijn vader, die zich opmaakt voor zijn dagelijkse bezoekje aan mijn moeder. Zijn hart is niet gebroken, maar fikse zorgen maakt hij zich wel.
Werk, verlof en mantelzorg: de regelingen in 2016 op een rij