Eet vooral goede koolhydraten
Houd je niet van calorieën tellen of apart koken voor je partner en kinderen? Dan is het Low GI-dieet misschien iets voor jou. In de Verenigde Staten, Engeland en Australië is het razend populair. Het is gezond, en het is vooral een kwestie van eten vertalen naar kleuren.
Wat is het?
Bij het Low GI-dieet maak je onderscheid tussen 'goede' en 'slechte' koolhydraten. Voedsel met koolhydraten die langzaam verteren, heeft een lage GI-waarde (glycemische index waarde). Als je wilt afvallen, moet je je tot deze koolhydraten beperken. Doordat je lichaam dit voedsel langzaam verteert, houd je langer een vol gevoel.
Voedsel met een hoge GI-waarde (zoals chocoladerepen en koeken) lijkt aantrekkelijk. Het is lekker en het geeft je snel energie. Maar zo snel als je bloedsuikerspiegel stijgt, daalt deze ook weer. Daardoor voel je je juist leeg en uitgeput. Je komt dan sneller in de verleiding weer iets te eten.
Hoe werkt het?
De bedenker van het Low GI-dieet, Rick Gallop, heeft voeding ingedeeld in drie categorieën. Elk van deze categorieën heeft een eigen kleur:
Groen: voedingsmiddelen met een GI-waarde onder de 50.
Deze producten mag je onbeperkt eten. Voorbeelden zijn broccoli, komkommer, sla, tomaten, paprika, champignons, bijna alle fruitsoorten, volkoren spaghetti, volkoren macaroni en pinda's. Hoewel een Mars en een plak cake een lage GI-waarde hebben, bevatten ze veel loze calorieën. Hier kun je dus beter niet te veel van eten.
Geel: voedingsmiddelen met een GI tussen de 50 en 70.
Deze producten mag je af en toe eten, dus geniet er met mate van. Voorbeelden zijn volkorenbrood, witbrood, zilvervliesrijst, roggebrood, pizza met kaas, muesli, popcorn, ananas en ijs.
Rood: voedingsmiddelen met een GI van 70 of hoger.
Deze producten kun je beter niet eten als je wilt afvallen. Dat betekent dat je gebakken aardappels, aardappelpuree, frites, stokbrood, cornflakes, donuts en dadels (voorlopig) moet laten staan.
Voor- en nadelen
Dit dieet klinkt makkelijk, maar er zit een addertje onder het gras. De GI-waarde van een product verandert namelijk wanneer je het kookt of bakt. Dat geldt ook als je er een saus of dressing overheen doet. Sprenkel je azijn over je aardappels, dan mag je ze wel dagelijks eten. Dit is meteen ook de reden dat tegenstanders het dieet juist ingewikkeld vinden.
Patricia Schutte is voedingsdeskundige van het Voedingscentrum. Volgens haar sluiten de basisregels van het Low GI-dieet aan bij de bestaande opvattingen over gezonde voeding: "Veel groenten, fruit, peulvruchten, volkoren graanproducten en producten met weinig toegevoegde suikers hebben een lage GI-waarde en deze mag je tijdens het volgen van het dieet dus gewoon eten. Alleen aardappelen staan vanwege hun hoge GI-waarde in een slecht daglicht, terwijl ze juist weinig calorieën bevatten."
Voor wie geschikt?
Het Low GI-dieet is geschikt voor mensen die niet houden van het tellen van calorieën. Het is ook handig als je geen zin hebt om verschillende maaltijden voor je gezin te koken. Wel moet je veel over voeding weten om dit dieet te kunnen volgen. De GI-waarde van voeding is namelijk niet constant.
De effectiviteit van een dieet is van veel factoren afhankelijk. Snel veel gewicht verliezen is nooit verstandig, vermijd daarom de zogenaamde crashdiëten. Wie weer vervalt in zijn of haar oude voedingspatroon, krijgt de verloren kilo's er snel weer bij. Mensen met ernstig overgewicht (bmi > 30) kunnen beter een diëtist raadplegen voor een dieet op maat, dan zelfstandig een dieet volgen.