Het aantal kankerpatiënten dat vijf jaar na de diagnose nog in leven is, blijft stijgen. Dat geldt ook voor het aantal mensen met kanker dat de eerste tien jaar blijft leven, zo blijkt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie.
In het rapport is te lezen hoe de overlevingskans in de afgelopen tien jaar gestegen is ten opzichte van tien jaar eerder. Tussen 2001 en 2011 bleef 58 procent van de mensen die vijf jaar eerder een diagnose kregen in leven. In de periode van 2011 tot en met 2020 steeg dat percentage naar 66 procent.
Ook het aantal mensen met kanker dat na tien jaar nog in leven is, steeg van 51 naar 59 procent. Volgens het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL), dat de Nederlandse Kankerregistratie beheert, zijn de cijfers gestegen door betere diagnoses en behandelingen.
Niet bij elke soort grotere overlevingskans
Het aantal diagnoses van kankersoorten met een relatief gunstige prognose is sneller gestegen dan van kankersoorten met een slechtere prognose. Dit draagt bij aan de stijging van de overleving van alle kankersoorten samen. “Helaas blijft de overleving van een aantal kankersoorten zeer laag, zoals voor mesothelioom en alvleesklierkanker,” zegt het IKNL.
Het gaat dus om ‘relatieve’ overleving waarbij rekening wordt gehouden met overlijden door andere oorzaken. Kankerpatiënten kunnen immers ook overlijden aan andere oorzaken dan kanker. Als gevolg van COVID-19 was er in 2020 en 2021 bijvoorbeeld oversterfte in Nederland. De 1-jaarsoverleving van alle kankersoorten met een diagnose in 2020 was een procent lager dan in 2019 (81 procent versus 82 procent).
Kankervormen met slechte prognose
Voorbeelden van kankersoorten met een slechte prognose zijn slokdarmkanker, maagkanker, longkanker en acute myeloïde leukemie. Bij deze vormen blijft minder dan 30 procent van de patiënten langer dan vijf jaar na de diagnose in leven. Bij alvleesklierkanker overleeft slechts vijf procent de ziekte die vijf jaren na de diagnose.
Hogere overlevingskans bij veelvoorkomende soorten
De kankervormen met een relatief hoge overleving (75 procent of meer) zijn veelvoorkomende kankersoorten als kanker van de borst, prostaat en huid, en ook sommige vormen van lymfklierkanker. Van de middengroep is de 5-jaarsoverleving 30 tot 75 procent. Dit geldt onder andere voor kanker van de darm, blaas, nier, hoofd-hals en baarmoederhals.
Patiënten met uitzaaiingen van een tumor waarvan de exacte plek in het lichaam niet bekend is, hebben slechts 5 procent kans om de eerste vijf jaar te overleven. Er is ook weinig vooruitgang geboekt bij de behandeling van zo’n tumor in de afgelopen tien jaar. Hetzelfde geldt voor blaas- en maagkanker: het aantal mensen dat vijf jaar in leven bleef na de diagnose is bij deze kankervormen in de laatste drie decennia nauwelijks gestegen.
- NOS
- Vereniging van Integrale Kankercentra