CVC & PICC

Getty Images
 
Chemotherapie is de bestrijding van kankercellen met medicijnen. Deze anti-kankermedicijnen worden gewoonlijk toegediend via een intraveneus (of IV) infuus, waarmee ze geleidelijk en in een vooraf ingesteld tempo in de bloedbaan worden gebracht. Het regelmatig aanprikken van aderen kan littekenweefsel veroorzaken en de aderen verzwakken. Daarom is die methode ongeschikt voor langdurig of regelmatig gebruik.
 
Een alternatief is het inbrengen van een centraal veneuze katheter, of CVC. Deze katheter, ook wel centrale lijn genoemd, wordt chirurgisch aangebracht in een grote ader in de borst of hals en wordt doorgeschoven naar de bovenste holle ader. De katheter wordt op de borst bevestigd. Na het inbrengen wordt de CVC gebruikt voor het toedienen van IV-therapie, of voor het afnemen van bloed voor laboratoriumonderzoek. CVC's blijven gewoonlijk lang op hun plek zitten en zijn bij uitstek geschikt voor patiënten die langdurig chemotherapie nodig hebben.
 
Een ander type aderkatheter is de perifeer ingebrachte centrale katheter, of PICC. In tegenstelling tot een CVC wordt een PICC in een ader in de arm of hand ingebracht. Net als de CVC wordt de PICC via steeds grotere aderen naar de bovenste holle ader geleid. 
 
Met beide centrale lijnen wordt voorkomen dat de patiënt regelmatig geprikt moet worden. Sommige behandelingen kunnen zelfs thuis worden voortgezet met een CVC. Zowel bij de CVC als de PICC is de kans op infecties groot. Daarom moeten ze te allen tijde zeer steriel worden ingebracht.
Auteur