Munt, peterselie, tijm, basilicum en meer
Verse kruiden zijn een heerlijke toevoeging aan je gerecht. Daarbij zijn ze hartstikke gezond! Maar hoe zit het eigenlijk met de stelen van verse kruiden? Welke delen van kruiden kun je wel en beter niet eten? Een handig overzicht.
Harde en zachte stelen
Wanneer je verse kruiden gebruikt in de keuken, zul je zien dat het ene kruid harde stelen heeft en een andere zachte. De zachte stelen zijn allemaal eetbaar en hebben vrijwel dezelfde smaak als de blaadjes. Denk hierbij aan basilicum, bieslook, dille, koriander en peterselie. Kruiden met harde of stevige stelen zijn bijvoorbeeld munt, oregano, rozemarijn, salie en tijm. Hiervan kun je beter alleen de blaadjes gebruiken.
Verse kruiden zijn overal in te verwerken. Van salades tot soepen en van sauzen tot ovengerechten. De blaadjes van kruiden met harde stelen komen goed tot hun recht tijdens het stoven of roosteren, zoals tijm in een stoof of rozemarijn bij de geroosterde aardappelen. Verse kruiden met een zachte steel zijn kwetsbaarder en doen het vaak beter in salades of salsa’s, maar kunnen ook op het laatste verhit worden in bijvoorbeeld een bouillon.
Hieronder vind je een overzicht van verse kruiden en hoe je ze het beste kunt gebruiken.
Basilicum
Van basilicum kun je zowel de blaadjes als de stelen gebruiken. Gebruik het kruid bij een pastagerecht, lasagne, soep of (fruit)salade. Verhit basilicum niet te lang om de smaak te behouden.
Bieslook
Bieslook kan in z’n geheel gebruikt worden door het bijvoorbeeld te snipperen. Het kruid bevat vitamine A, B en C. Bij verhitting gaat smaak verloren, dus je kunt bieslook het beste in of bij soepen, salades, dressings en aardappel- en eiergerechten gebruiken.
Citroenmelisse
Citroenmelisse is een kruid waarbij de blaadjes gebruikt kunnen worden. De takjes zijn vergelijkbaar met munt en kunnen in gerechten beter worden weggelaten. Het smaakt citroenachtig en heeft een rustgevende werking. Gebruik hele blaadjes of snijd ze fijn in bijvoorbeeld vis-en vleesgerechten, in een (fruit)salade of om je water of frisdrank op smaak te brengen.
Dille
De takjes en blaadjes van dille zijn allebei te gebruiken in gerechten, maar doordat de blaadjes zo fijn zijn, kan het in bijvoorbeeld dressings beter zijn voor de structuur om alleen de blaadjes te gebruiken. Dille heeft een frisse anijssmaak en past goed bij gerechten met vis, aardappels en roomsauzen. Het kruid verliest smaak door verhitting, dus voeg het pas aan het einde toe.
Dragon
De pikante smaak van dragon doet het goed in en bij vlees-, vis-, kip- en eiergerechten, groene salades, sauzen en bijvoorbeeld in een omelet. De steeltjes zijn zacht, waardoor het hele kruid gebruikt kan worden. Dragon kan verhit worden, maar het liefst zo kort mogelijk.
Koriander
De blaadjes en steeltjes van koriander kunnen gegeten worden. Het kruid verliest smaak bij verhitting, maar kan wel op het laatste worden toegevoegd als garnering bij warme gerechten. Daarbij werkt het goed in dressings en salsa’s.
Krulpeterselie
Krulpeterselie kan in z’n geheel gebruikt worden. Het werkt goed als garnering, maar ook in of bij sauzen, dressings, salades, soepen, vis-, kip- en aardappelgerechten. Het kan verwarmd worden en zelfs kort gefrituurd voor een spannende twist aan een gerecht. Krulpeterselie is rijk aan vitamine C.
Lavas
Lavas of maggiplant wordt veel gebruikt in bouillon, soepen, salades en sauzen. Het is goed te verhitten en de hele plant kan in het gerecht worden gebruikt. Het draagt de naam maggiplant vanwege de pittige smaak die doet denken aan maggi.
Munt
Maak je er thee van, dan kun je de takjes ook gebruiken, maar verwerk je munt in een gerecht, dan kunnen de harde stelen beter worden weggelaten. Muntblaadjes doen het goed in gerechten met lams- en kalfsvlees, vis, gevogelte, soepen, sauzen, fruitsalades en als garnering bij een dessert. Het verse kruid komt het best tot zijn recht wanneer het niet te lang of niet verwarmd is. Munt kan verlichting bieden bij verkoudheid, griep en maagpijn.
Oregano
De stelen van oregano zijn ietwat stevig, waardoor het vooral de blaadjes van het verse kruid zijn die een toevoeging bieden in de keuken. Oregano is smaakvol bij groentesoepen, pasta, omelet, gerechten met kaas en gerechten met kip, vis, lams- en varkensvlees.
Platte peterselie
Van platte peterselie kunnen zowel de blaadjes als de steeltjes gegeten worden. Het kruid kan beter niet verhit worden. Platte peterselie werkt goed als garnering, in of bij sauzen, dressings, salades, soepen, vis-, kip- en aardappelgerechten.
Rozemarijn
Rozemarijn groeit in een struik, waardoor het stevige stelen heeft. Gebruik alleen de naalden van de rozemarijn in je gerecht, tenzij je het gebruikt in een stoofschotel of ovengerecht. De takjes eet je niet op, maar door het toe te voegen tijdens het stoven of roosteren, wordt de smaak van rozemarijn goed opgenomen.
Salie
Net als bij oregano, zijn de stelen van salie ietwat stevig, waardoor je liever alleen de blaadjes gebruikt. Salie kan het beste op het laatste moment worden toegevoegd in sauzen of bij vlees en vis. Het kan fijngesneden worden, maar ook in z’n geheel kort gefrituurd. Van salie kan ook thee worden getrokken. Het verse kruid kan helpen om de hormoonspiegel in balans te brengen.
Tijm
Van tijm ris je de blaadjes van de takjes. De harde stelen kun je niet eten, maar ze kunnen wel, net als bij rozemarijn, met de blaadjes worden gebruikt tijdens het stoven of roosteren. Tijm kan verhit worden en gaat goed samen met mediterrane groenten en biefstuk.
Lavendel
De bloemen van lavendel kunnen zowel vers als gedroogd gebruikt worden en geven een bloemige toevoeging aan gebak, in jam of azijn. De stelen kunnen beter niet gegeten worden.
Aan de slag met verse kruiden? Bekijk de video!