Worden mannen écht zieker van griep?

Mannengriep: aanstelleritis of niet

Man met griep op de bank
Getty Images

Na twee jaar corona is griep terug van weggeweest. Dat betekent dat er weer heel wat mannen liggen te snotteren en te klagen op de bank, iets waar vrouwen vaak lacherig over doen. Is dat terecht, of worden mannen er misschien écht zieker van?

Net als corona veroorzaakt griep een breed scala aan klachten. “Sommigen mensen merken er niets van, terwijl anderen dagen geveld zijn of zelfs overlijden aan complicaties van de griep”, zegt griepexpert Ted van Essen, voorzitter van de Influenza Stichting. Nu líjken mannen meer te lijden onder het griepvirus dan vrouwen. Is daar ook wetenschappelijk bewijs voor?

Door hormonen

Sabine Oertelt-Prigione is arts-onderzoeker bij het Radboudumc en gespecialiseerd in gender-geneeskunde en volksgezondheid. Volgens haar zijn er wel degelijk biologische aspecten, gelinkt aan gender, die bepalen hoe je lichaam op virussen en bacteriën reageert. “Het immuunsysteem van vrouwen is over het algemeen iets actiever dan dat van mannen. Dit betekent niet dat vrouwen minder vaak ziek worden, maar wel dat zij over het algemeen sneller weer beter zijn.” Ze legt uit dat de geslachtshormonen oestrogeen, progesteron en testosteron hier verantwoordelijk voor zijn. “Deze hormonen hebben niet alleen effect op seksualiteit en vruchtbaarheid, maar beïnvloeden allerlei processen in het lichaam. Zo heeft oestrogeen een activerende werking op het immuunsysteem, terwijl testosteron de boel juist een beetje remt.”

Hierdoor maken vrouwen bijvoorbeeld meer antistoffen aan na bepaalde vaccinaties en zijn ze infecties over het algemeen sneller de baas. Toch heeft een actiever immuunsysteem niet alleen voordelen. Het risico op het ontwikkelen van immuunziekten neemt hierdoor ook toe.

Eerder op de bank

Of mannen daadwerkelijk meer last van de griep hebben door een minder actief immuunsysteem, is lastig te zeggen. Ted van Essen: “Andere factoren zoals leeftijd, roken, drinken, hartklachten en andere chronische aandoeningen spelen naar mijn idee een grotere rol dan man-vrouwverschillen.”

Oertelt-Prigione is het daar deels mee eens: “Je kunt niet zomaar zeggen dat mannen meer last van de griep hebben dan vrouwen. Dat is te simplistisch en daar is geen wetenschappelijk bewijs voor. Dat wil niet zeggen dat gender helemaal geen rol speelt in het ziekteverloop.”

Ook zit er een verschil in hoe mannen en vrouwen met ziekzijn omgaan. Van Essen legt uit: “Je ziektegedrag wordt voor een groot deel door je opvoeding bepaald. Vaak nemen kinderen dit van hun ouders over. Als een man als kind snel thuis mocht blijven als hij zich niet lekker voelde, is de kans groot dat hij op latere leeftijd ook eerder op de bank blijft liggen met koorts. Voor vrouwen is dit anders, zij dragen traditioneel gezien meer verantwoordelijkheid voor het gezin en moeten vaak een huishouden draaiend houden, ook als ze ziek zijn.”

Naar de dokter?

Opvallend is dat vrouwen wel vaker en sneller naar de huisarts gaan en meer klachten melden. Oertelt-Prigione: “Voor mannen lijkt die drempel net wat hoger te liggen, dat heeft naar mijn idee te maken met het beeld van mannelijkheid in onze maatschappij. Klagen doen mannen wel thuis, maar een stuk minder in de spreekkamer. Hierdoor is ons professionele beeld van grieperige mannen misschien wel anders dan hoe hun gezinsleden hen ervaren.”

Hoe snel iemand naar de huisarts stapt, is deels ook cultureel bepaald. Van Essen: “In Frankrijk slikken ze veel meer pillen en in Japan zijn bijvoorbeeld antivirale middelen heel normaal. Dit vergroot het aantal bezoekjes aan de dokter. Bij ons vinden we vooral dat je niet moet zeuren. Met een verkoudheid doorwerken, was voor corona de norm.”

Dat we uitgerekend hier zoveel grapjes over de mannengriep maken, verbaast hem niets: “Als stoere mannen zich aan onze no-nonsense cultuur onttrekken en opeens wel over een griepje gaan miepen, vinden wij dat lachwekkend.”

Genderongelijkheid in de geneeskunde

“Gender is een belangrijke factor in de geneeskunde die heel lang genegeerd is”, zegt arts-onderzoeker Sabine Oertelt-Prigione van het Radboudumc. Zij is gespecialiseerd in gendergeneeskunde en volksgezondheid. “Het is belangrijk dat we bij man-vrouwverschillen stilstaan omdat bepaalde ziekten zich bij mannen en vrouwen anders kunnen uiten. Hierdoor worden sommige ziekten pas later gediagnosticeerd omdat de symptomen atypisch zijn of omdat er minder op gescreend wordt. Tegen de tijd dat ik met pensioen ga, hoop ik dat het normaal is om genderverschillen systematisch mee te nemen in wetenschappelijk onderzoek.” De laatste jaren is hierin gelukkig vooruitgang te zien, hoewel het mannelijk lichaam nog vaak als de standaard wordt beschouwd.

Dit artikel stond eerder in de +Gezond van december 2022. Abonnee worden van het blad? Dat doe je in een handomdraai!

Bron 
  • Plus Gezond