Waar moet u op letten op etiketten?

4 trucs van fabrikanten

Getty Images

De afgelopen jaren zijn consumenten wantrouwiger geworden richting E-nummers, chemische stoffen en conserveermiddelen. Uit onderzoek blijkt ook dat ze ze liever niet kopen. Op steeds meer producten in de supermarkt staat dan ook 'zonder conserveermiddelen' en 'zonder kunstmatige kleurstoffen'. Onder fabrikanten wordt dit clean labelling genoemd, oftewel schoon etiketteren.

E-nummers hebben een slechte reputatie. Ze zouden ongezond zijn en ziektes veroorzaken. Maar wat zijn E-nummers? E-nummers staan voor additieven die zijn goedgekeurd voor gebruik binnen de Europese Unie. Ze zijn veilig bevonden en worden toegevoegd aan levensmiddelen om de eigenschappen van producten te verbeteren of de houdbaarheid te verlengen. Bijvoorbeeld conserveermiddelen en kleurstoffen.

Wat veel mensen niet weten is dat veel producten van nature een E-nummer bevatten. Cranberry's bevatten van nature bijvoorbeeld benzoëzuur, ook wel E210. En wist je dat in één tomaat, biologisch of niet, al tien tot vijftien E-nummers zitten? 

Toch zien mensen liever een etiket zonder E-nummers. Een behoefte waar fabrikanten op inspelen. In september van dit jaar onderzocht De Consumentenbond de 'clean labelling-trend'. Zo kwamen ze erachter dat fabrikanten een aantal trucs gebruiken om in te spelen op de 'E-angst' van consumenten. We hebben ze voor je op een rijtje gezet.

Truc 1: melden wat er niet in zit
Een eenvoudige truc. Heel groot op de verpakking zetten: 'zonder conserveermiddelen'. Dat terwijl ze er zelfs nooit in hebben gezeten. Ook wil het niet zeggen dat ze in soortgelijke producten van andere fabrikanten wel zitten.

Truc 2: vervangen van het E-nummer
Het E-nummer vervangen door een andere stof. Veel fabrikanten hebben de laatste jaren kunstmatige kleurstoffen vervangen door kleurende plantenextracten. Toch betekent de claim 'zonder kunstmatige kleurstoffen' niet dat ze er eerst wel inzaten of dat je ze in vergelijkbare producten wel aantreft.

Truc 3: afzwakken
Sommige fabrikanten proberen de chemische benaming te relativeren. Bijvoorbeeld door er op te zetten dat de betreffende stof van een plantje komt. Terwijl dat helemaal niet wil zeggen dat het onschuldig is. 

Truc 4: stofnaam vermelden
Fabrikanten mogen kiezen of ze een additief bij de naam of het E-nummer noemen. Zo schrijven fabrikanten bijvoorbeeld paprika-extract op het etiket van een product in plaats van het E-nummer E160.

Bron 
  • Voedingscentrum
  • Consumentenbond