Biopsie I

 
Een biopsie is een procedure waarbij een weefselmonster uit het lichaam wordt genomen om een diagnose te stellen. De cellen kunnen dan onder een microscoop worden bestudeerd. Biopsiemonsters, of biopten, kunnen op meerdere manieren worden genomen.
 
Een biopt wordt met een naald afgenomen als een verwonding of tumor kan worden gevoeld of vastgesteld met beeldonderzoek. Bij deze procedure wordt een dunne holle naald in het zieke weefsel gestoken en aangestuurd met röntgen- of echografie-apparatuur. Een klein weefselmonster wordt verzameld voor analyse. Als een biopt wordt opgezogen met een naald, spreken we van een aspiratiebiopsie.
 
Een incisiebiopsie wordt toegepast wanneer abnormaal weefsel niet gemakkelijk bereikbaar is of wanneer een groter monster nodig is. Bij deze ingreep wordt een deel van de tumor onder plaatselijke verdoving verwijderd. Na een incisiebiopsie moet de wond met een hechting worden gesloten. Deze biopsieën worden gewoonlijk poliklinisch uitgevoerd. 
 
Een excisiebiopsie gebeurt onder lokale verdoving. De chirurg snijdt in of door de huid om de hele tumor met omringend normaal weefsel te verwijderen. In sommige gevallen is na de verwijdering van al het normale weefsel geen verdere diagnose en behandeling meer nodig. Na verwijdering van het weefsel wordt de wond gehecht. 
 
De bevroren-sectietechniek wordt toegepast wanneer een biopt tijdens een operatie moet worden genomen en geanalyseerd. Bevroren-sectieanalyse kan noodzakelijk zijn om vast te stellen:
-  of de tumor of wildgroei goed- of kwaadaardig is
-  of meer weefsel vereist is voor diagnose
-  of de kanker zich heeft verspreid of uitgezaaid
-  of de kanker volledig is verwijderd en of het omringende weefsel vrij is van kanker
 
Bij een bevroren sectie wordt het biopt in een cryostaat geplaatst, een speciale vriezer waarmee een biopt snel kan worden ingevroren. Het monster wordt dan in plakjes gesneden en gekleurd, zodat het snel geanalyseerd kan worden.
Auteur