Bent u te dun?

Als je minder weegt dan je gezien je lengte zou moeten wegen. Lengte en gewicht bepalen samen de Body Mass Index (BMI). Mensen met een BMI van 18,5 of minder hebben ondergewicht. Wie ouder is dan 65 is al te licht bij een BMI van 20. Bent u benieuwd naar uw BMI? Doe de test op www.plusgezondheid.nl/bmi.

Hoe komt het dat sommige mensen te mager zijn?
Ze krijgen minder calorieën binnen dan ze verbranden. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Sommigen eten minder calorieën dan ze eigenlijk nodig hebben. Anderen verbranden meer calorieën dan ze binnenkrijgen. Weer anderen hebben een snelle stofwisseling, waardoor het voedsel snel de darmen passeert en het lichaam niet genoeg tijd heeft om alle voedingsstoffen eruit te halen.

Gevolg: de calorieën die je binnenkrijgt, worden meteen verbruikt en je slaat nauwelijks of geen calorieën op in de vorm van lichaamsvet. Ook onregelmatig, gehaast of ongezond eten kan bijdragen aan ondergewicht, aldus diëtiste Suzanne Bader van het VU Medisch Centrum in Amsterdam.

Hoe erg is dat: te dun zijn?
Ondergewicht heeft risico’s voor de gezondheid. Je hebt bijvoorbeeld een verhoogde kans op botbreuken door osteoporose (botontkalking). Vrouwen met ondergewicht hebben meer kans op hart- en vaatziekten doordat zij minder oestrogeen aanmaken. Te magere mensen hebben bovendien nogal eens een slechte conditie; ze voelen zich vaker lusteloos, moe of somber, en herstellen minder snel na een ziekte.

Bader: “Problemen met een dun lijf worden vaak weggewuifd, zo van: wees blij dat je alles kunt eten. Maar te mager zijn is echt niet leuk. Veel magere mensen vinden zichzelf niet mooi. Een leuke broek kopen is een ramp. En je hebt het sneller koud dan anderen.”

Wat is eraan te doen?
Volgens Suzanne Bader is het bijna altijd mogelijk om enkele kilo’s aan te komen. Neem bijvoorbeeld een paar keer per dag een tussendoortje, eet ‘volle’ producten in plaats van magere en doe een extra klontje boter door de warme maaltijd. Bader: “Verder kun je je eetlust verbeteren door nieuwe smaken en gerechten uit te proberen. Misschien eet je dan met meer plezier en ga je daardoor ook meer eten.”