Bij zzp’ers ligt het grootste risico op armoede. In het geval van een alleenstaande betekent dat dat hij of zij een inkomen heeft van minder dan 1040 euro per maand.
Maar liefst 2,5 procent van alle werkenden (15-75 jaar) maakt deel uit van een huishouden dat een inkomen heeft onder deze inkomensgrens. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van gegevens over 2017. Dit wil zeggen dat deze mensen een groter risico hebben om in armoede te raken. De grens ligt overigens hoger voor een alleenstaande ouder met één kind. Het gaat dan om een besteedbaar inkomen van 1380 euro. Voor een stel met twee kinderen is het 1960 euro.
Deeltijd
Ten opzichte van een jaar eerder is het aantal mensen dat onder deze grens valt, zo goed als gelijk gebleven. Bovendien blijkt uit de cijfers van het CBS, dat naast zzp’ers ook mensen die in deeltijd werken, een hoger risico hebben aanhoudend in armoede te leven. Het kwetsbaarst zijn zelfstandigen met personeel die maximaal 24 uur per week werken.
- Algemeen Dagblad
- CBS