Kantonrechters wijzen sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid ontslagverzoeken vaker af. Dit is een voorlopige conclusie van kantonrechter Wim Wetzels, voorzitter van de Expertgroep Arbeidsrecht binnen de Rechtspraak.
De Wet werk en zekerheid is vorig jaar juli ingevoerd. Sindsdien gaan ontslagzaken vanwege langdurige ziekte of bedrijfseconomische rekenen naar het UWV. Alle andere ontslagzaken komen bij de kantonrechter terecht, die een oordeel moet vellen. De oude ontslagvergoeding is vervangen door een transitievergoeding waar werknemers twee jaar recht op hebben.
Minder maatwerk
Wetzels benadrukt dat de Wet werk en zekerheid nog te kort van kracht is voor een echt duidelijk beeld. De eerste cijfers zijn nog niet bekend, maar zijn persoonlijke indruk is dat verzoeken tot ontslag vaker worden afgewezen. Hij vindt dat voor werkgever en werknemer niet gunstig.
Daarnaast kon de kantonrechter onder de oude wet een hogere vergoeding toekennen als de werkgever ergens tekort was geschoten. Zo kon de rechter een redelijke oplossing bereiken. De nieuwe wet biedt op dat gebied veel minder vrijheid om maatwerk te leveren. De kantonrechter mag alleen bij ‘ernstig verwijtbaar handelen’ van de werkgever een hogere vergoeding vaststellen.
Bron: www.rechtspraak.nl